Zo bepaal je wanneer je moet stoppen

Column

Ben Tiggelaar

Ben Tiggelaar

Het kriebelt bij veel mensen. Eén op de vijf medewerkers wisselde vorig jaar van baan, zegt het UWV. Maar hoe weet je of het tijd is om iets nieuws te gaan doen? Wanneer stop je en ga je op zoek naar iets beters?

Eerst dit: stoppen is niet makkelijk en niet populair. We hebben een natuurlijke neiging tot consistentie in ons denken en handelen. En doorzetten wordt sociaal doorgaans meer gewaardeerd dan opgeven. Stoppen met iets waar je tijd en energie in hebt gestoken – een baan, maar ook een taak, verantwoordelijkheid of project – stellen we daarom vaak lang uit.

Dat is niet alleen wijsheid uit de psychologie, maar ook pijnlijke persoonlijke ervaring. Ik heb heel wat nutteloze projecten tegen heug en meug afgemaakt. Een beetje hulp bij het nemen van slimme stopbeslissingen is welkom.

Annie Duke is psycholoog, schrijver én voormalig pokerkampioen.

Recent verscheen haar boek Quit: The Power of Knowing When to Walk Away. Dukes belangrijkste les: maak op het moment dat je aan iets nieuws begint, meteen een lijstje met signalen die je vertellen dat je weer moet stoppen. Je zogenaamde kill criteria.

Hoe? Stel je voor dat je project of je baan ‘mislukt’, hoe merk je dat? Wat zou je zelf denken en voelen op dat moment? Wat zouden de mensen om je heen zeggen of doen? Wat zou er met jou of in je omgeving gebeuren? Deze signalen zet je op je lijstje.

Daarnaast noteer je dingen die aangeven dat je project of je baan juist wél de goede kant uitgaat.

Vervolgens pak je je agenda. Alleen een lijstje met criteria is onvoldoende. Je moet vooraf momenten kiezen waarop je evalueert. „A state and a date”, zegt Duke. Een vraag die je dan ook meteen kunt noteren bij die dagen, is deze: „Zou ik met de kennis van nu opnieuw dezelfde beslissing nemen?”

André Spicer is hoogleraar organisatiegedrag.

Volgens hem circuleren er allerlei irrationele ideeën over doorzetten en stoppen. Zo is het wijdverbreide geloof dat volhouden en doorzetten tot succes leidt onterecht. Een recente meta-analyse die Spicer aanhaalt op het gebied van vasthoudendheid – ‘grit’ – toont slechts een zwakke relatie met prestaties.

Spicer wijst daarnaast op studies die tonen dat mensen die doorbijten bij tegenzin en tegenslag, daardoor juist vaak betere kansen missen. Of zichzelf een hoop problemen op de hals halen. Medisch onderzoek laat bijvoorbeeld zien dat het doorwerken aan doelen die feitelijk onhaalbaar zijn, onder meer kan leiden tot chronische stress, hoge bloeddruk en depressiviteit.

Goed. Ik houd niet van te snel opgeven. Maar koppig volhouden is vaak ook niet slim. Nog een gedachte van Duke die mij helpt. Bij de beslissing om met iets te stoppen zijn we geneigd onze aandacht te richten op het verleden. We kijken naar de investering die we hebben gedaan. Maar het kan bevrijdend zijn om je juist op de toekomst te richten. Elke dag die ik eerder stop met werk dat niet bij mij past of niet nuttig is, kan ik vanaf dat moment besteden aan iets dat wel de moeite waard is. Stoppen is niet alleen iets opgeven uit het verleden, maar ook kiezen voor een betere toekomst.

Ben Tiggelaar schrijft wekelijks over persoonlijk leiderschap, werk en management.