Zingen over de verstoorde relatie tussen mens en natuur: ‘Als ik dit monumentale werk speel, voel ik me zo onbelangrijk’

Het Nederlands Kamerkoor zingt geen noot, deze maandagochtend in Theaterhuis de Berenkuil in Utrecht. De zangers luisteren naar een presentatie van componist Merlijn Twaalfhoven, ze schrijven een brief aan de toekomst of wandelen zwijgend door Natuurpark Bloeyendael, met in hun oortjes de ‘artistieke audiowandeling’ De Tegentijdse Tocht die Twaalfhoven maakte over ‘diepe tijd’ en ‘langetermijndenken’.

Dit allemaal ter voorbereiding op het nieuwe programma Steel Stolen, over de verstoorde relatie tussen mens en natuur, waarvoor ze samenwerken met celliste Maya Fridman en twee slagwerkers van HIIIT (voorheen Slagwerk Den Haag). Woensdag is in Amsterdam de première, daarna voert de tournee langs Arnhem en Den Haag. Alleen zondag in Utrecht kun je voorafgaand aan het concert ook de audiowandeling lopen.

Het Nederlands Kamerkoor wil „overweldigende concerten brengen”, zegt artistiek directeur Tido Visser. Met geweldige muziek, maar ook met verhalen die ertoe doen. „Daarvoor is het belangrijk dat de zangers verbonden zijn met de inhoud en niet alleen de noten zingen. Op het moment dat de Evangelist in de Matthäus-Passion van Bach vertelt over het sterven van Christus, kun je niet hebben dat iemand uit het koor aan zijn haar zit of zijn jasje goed doet. Je aanwezigheid op het podium maakt je medeverantwoordelijk voor het overbrengen van het verhaal.”

Repetitie van Steel Stolen in Eden.
Foto Dieuwertje Bravenboer

Verdiepingsdagen

In 2022 zong het NKK de opera #uncut van Renske Vrolijk, geïnspireerd door haar eigen ervaringen als trans vrouw. Het koor organiseerde toen voor het eerst een ‘verdiepingsdag’ om alle betrokkenen mee te nemen in de nuances van de thematiek. „Dat was enorm verrijkend. Sindsdien houden we vaker verdiepingssessies rond onze programma’s”, zegt Visser.

In Steel Stolen dient het delven van ijzererts als zinnebeeld voor de verstoorde relatie tussen mens en natuur. „Dat onderscheid is een heel westers concept”, zegt Visser. Wij hebben onszelf buiten de natuur geplaatst om haar te kunnen overheersen en ontginnen. „Maar als je de kracht niet kent van wat je delft, moet je het dan wel uit de aarde halen? Wat als het zich tegen je keert, in de vorm van wapens of een dolgedraaide industriële revolutie?”

Het centrale werk waaraan deze thematiek is opgehangen, is Curse upon Iron (1972) van de Estse koorcomponist Veljo Tormis, een indringende oorlogsverklaring aan het geweld zelf, waarbij de dirigent opzwepend op een sjamanentrommel beukt met een konijnenpoot. Bij een eerdere uitvoering door het NKK gebruikte de Estse dirigent Tõnu Kaljuste een echte konijnenpoot, de haren vlogen in het rond, maar chef Peter Dijkstra kiest ditmaal voor een gewone slagwerkstok.

De voorstelling begint met de delicate en tijdloze natuurevocatie Stimmen der Natur van Alfred Schnittke. Curse upon iron katapulteert ons daarna naar de chaos van het heden, waarna de boetedoening Svyati van de Engelse ‘holy minimalist’ John Tavener volgt: een erkenning van de fouten die de mens heeft gemaakt. Op de achtergrond is ondertussen de filmprojectie Aletsch Negative van de Zwitserse kunstenaar Laurence Bonvin te zien, waarvoor zij fotonegatiefbeelden van een gletsjer zodanig bewerkte dat het lijkt alsof het roodgekleurde ijsweefsel leeft, alsof het smeltwater bloed is dat door aderen stroomt. „De gletsjer wordt een personage in de voorstelling”, zegt Visser.

Niet de noten maken ‘Sonnengesang’ een moeilijk werk, maar de uitdaging om zulke spirituele muziek over te brengen naar het publiek

Hogepriesteres

De tweede helft van de voorstelling is een terugkeer naar de natuurevocatie, met het uitgesponnen Sonnengesang (1997) van Sofia Goebaidoelina. Zij liet zich inspireren door het Zonnelied van Sint Franciscus van Assisi, waarin hij de schepping prijst in al haar facetten, inclusief ziekte en dood. Celliste Maya Fridman speelt de solopartij, die Goebaidoelina oorspronkelijk voor Mstislav Rostropovitsj schreef.

Fridman wordt naar het podium begeleid en tot leven gewekt door twee performers, alumni van het traineeprogramma NKK NXT, die de composities aaneenlassen met improvisaties. De performers doen in hun motoriek denken aan vogels, met een knipoog naar Franciscus, die tot de vogels preekte.

Visser noemt Fridman „de hogepriesteres van de voorstelling”. Maar deze hogepriesteres is verward, „een gestolde god”: de hoogmoedige mens, geschapen naar het evenbeeld van zijn god, is zich steeds meer als een god gaan gedragen en heeft zijn hand overspeeld.

Zo’n rol is een kolfje naar de hand van Fridman, die graag theatrale concepten omarmt en zelf een PhD-onderzoek doet naar de ritualisering van de concertpraktijk. Niet de noten maken Sonnengesang een moeilijk werk, zegt ze, maar de uitdaging om zulke spirituele muziek te belichamen en over te brengen naar het publiek. Fridman: „Het is zo enorm en monumentaal, wanneer ik dit werk speel, voel ik me extreem onbelangrijk. Goebaidoelina deelt haar visioen van het universum met ons.”

Steel Stolen door Nederlands Kamerkoor & HIIIT (voorheen Slagwerk Den Haag) o.l.v. Peter Dijkstra, m.m.v. Maya Fridman. Tournee 8-12/5. Speellijst: Nederlandskamerkoor.nl