N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Giro d’Italia Primoz Roglic rekende sensationeel af met pech, won de klimtijdrit en pakte alsnog de eindzege in een verder vrij saaie Giro. „Het blijft Primoz hè?”
Minuten nadat kopman Primoz Roglic sensationeel de Giro van 2023 in zijn voordeel had beslist, kon Sam Oomen nog nauwelijks geloven wat er was gebeurd. Met een witte handdoek in de nek stond de renner van Jumbo-Visma in een decor van zonovergoten lucht en deels met sneeuw bedekte bergen voor de camera van Eurosport. Om vervolgens de drieweekse ronde in twee zinnen treffend samen te vatten. „Ik denk dat het voor veel toeschouwers op afstand een beetje een tamme Giro is geweest. Maar dit is toch wel een heel spannende apotheose geworden.”
Veertien tellen bedroeg het verschil tussen eindwinnaar Roglic en nummer twee Geraint Thomas na bijna 3.500 kilometer tussen Fossacesia en Rome, waar Mark Cavendish (Astana) zondag de slotrit won. Net niet historisch, Fiorenzo Magni won in 1948 met elf en in 1955 met dertien seconden voorsprong. Maar bijzonder was het wel zoals de Sloveen zaterdag in de klimtijdrit op de Monte Lussari de beslissing forceerde. Kansloos leek hij plotseling, toen een paar kilometer onder de top zijn ketting eraf liep. Maar Roglic (33) bleef rustig, legde zelf de ketting er weer om en vlamde tegen de steile wand door een menigte van uitzinnige landgenoten alsnog naar ritwinst en Girozege.
Tot de klimtijdrit aan de grens met Slovenië kende de 106de editie van de Giro d’Italia een nogal saai verloop, met weinig strijd tussen de favorieten. Corona hield toch weer huis in het peloton en het slechte weer zorgde voor een ingekorte bergrit en valpartijen. Te genieten viel er desondanks. Van het surplus aan klasse van Remco Evenepoel, tot hij door corona moest afstappen. De strijdlust van de Canadees Derek Gee, vier keer tweede in een etappe. Of van de grootsheid waarmee Thomas zijn nederlaag accepteerde („Roglic verdient het echt”). Het eindklassement kleurde internationaler dan ooit, met elf verschillende nationaliteiten in de top elf.
Thymen Arensman (23) eindigde net als in de Vuelta van vorig jaar als zesde en lijkt de komende jaren de belangrijkste Nederlandse troef voor de grote rondes. Na zijn overstap van DSM naar Ineos Grenadiers reed hij een sterke Giro in dienst van kopman Thomas. In de klimtijdrit toonde de 1.92 meter lange en 68 kilo lichte Arensman nog eens zijn kwaliteiten met de achtste plaats, in een stijl die wat weg heeft van voormalig Giro-uitblinker Erik Breukink. Toch keek hij niet helemaal tevreden terug op zijn eindklassering. „Een vierde plaats was misschien mogelijk geweest, al zou ik mijn eigen resultaat meteen ingeruild hebben voor de eindzege van G (eraint Thomas).”
Ultimate fight
Het onbetwiste hoogtepunt van de Giro was zaterdag om veertien minuten voor zes op de flanken van de Monte Lussari. Mooie inleiding, de boks van nummer twee Roglic met rozetruidrager Thomas op het startpodium in Tarvisio. Klaar voor hun ultimate fight van man tegen man over 18,6 kilometer, waarvan de laatste zeven kilometer bergop met een gemiddelde stijging van liefst 12,3 procent. Roglic pakt wat seconden: twee, vier, acht, dan terug naar zes. Hij wisselt soepel van tijdrit- naar klimfiets, waar Thomas even later wat meer tijd kwijt is. Zie zijn wit uitgeslagen shirt en broek: zweet en zout. Het verschil wordt zestien seconden en loopt in de klim op.
Bovenop de ‘apenrots’ krijgen ze voorzichtig praatjes, de ploeggenoten van Roglic die al hebben gereden en nu naar hun kopman zitten te kijken op een groot scherm: meesterknecht Sepp Kuss, Koen Bouwman, Sam Oomen. Dan ineens hun ontzetting als Roglic door een kuil rijdt en zijn ketting eraf ligt. „Dat was niet de bedoeling”, zegt Roglic achteraf onderkoeld. Nadat hij het malheur heeft verholpen, wordt hij weer op gang geduwd. Zoals de Russische Rabo-kopman Denis Mensjov na een val in de slottijdrit de eindzege in de Giro van 2009 mede dankte aan alert reageren van mecanicien Vincent Hendriks.
Frappant: uitgerekend op de plek waar Roglic pech heeft, springt niet alleen zijn mecanicien Tessel Sprengers van de volgmotor (voor een auto is het pad te smal) om te helpen. Er staat ook een fan in een rood shirt langs de kant die hem op gang duwt. Op sociale media verschijnen na afloop berichten dat de man Mitja Meznar is, een voormalig teamgenoot van Roglic uit de tijd dat hij nog schansspringer was. Samen werden ze in 2007 Europees kampioen met hun land in Tarvisio, de startplaats van de tijdrit. „Gelukkig was hij er”, zij Roglic na afloop. „Ik moet die man ongelofelijk bedanken.” Al had hij zijn oude teammaat blijkbaar niet eens herkend.
Zware schouderoperatie
Met zijn eerste Giro-overwinning brengt de kopman van Jumbo-Visma zijn totaal op vier eindzeges in een grote ronde. Eerder won hij de Vuelta in 2019, 2020 en 2021. In de Giro van 2019 was hij derde, in de Tour van 2020 tweede – toen verloor hij het geel juist op de voorlaatste dag in een klimtijdrit aan zijn landgenoot Tadej Pogacar. Vorig seizoen stapte Roglic na een val af in de Tour en later ook in de Vuelta. Na die laatste val volgde een zware operatie aan zijn schouder. „Het was voor onze familie een zware winter”, sprak zijn vrouw Lora zaterdag aan de finish bij Eurosport. „Het heeft hem veel tijd gekost om vanaf nul weer op te bouwen.”
Lees ook: Nog steeds moet nobody Roglic afrekenen met de scepsis.
Volgens hoofdcoach Merijn Zeeman van Jumbo-Visma zat Roglic „sneller op de fiets” dan verwacht. Hij won direct Tirreno-Adriatico en de Ronde van Catalonië. Na een lange hoogtestage op Tenerife kwam hij naar Italië, waar hij in de achtste rit met succes aanviel op de slotklim naar Fossombrone. Twee valpartijen kostten hem wat kracht maar in de laatste week blijk zijn doorzettingsvermogen. Op de Monte Bondone beperkte hij dinsdag zijn verlies op Joao Almeida en Thomas, op Tre Cime di Lavaredo boog hij vrijdag dreigend verlies tegen Thomas om in een paar tellen winst.
Maakte zijn ploeg in bergritten de fout om de koers niet gesloten te houden waardoor de snelle kopman niet voor bonificatieseconden kon sprinten? Roglic bleef gefocust op het moment van de waarheid en zette in de klimtijdrit ondanks de tegenslag alles magistraal recht. „Het blijft Primoz hè”, loofde ploeggenoot Bouwman. En Oomen: „Een gekkenhuis en een rollercoaster, alles ineen. Heel, heel speciaal.”