N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
WK Baanwielrennen ‘Baankoning’ Harrie Lavreysen ziet de WK in Glasgow als generale voor de Spelen van Parijs 2024, waar hij mikt op drie keer goud.
Het licht aan het hoge plafond in de Sir Chris Hoy Velodrome in Glasgow is al deels uitgeknipt als Harrie Lavreysen, Roy van der Berg en Jeffrey Hoogland afgelopen vrijdag in hun kersverse regenboogtruien op het middenterrein verschijnen. Het loopt inmiddels tegen tienen in de avond, op wat mechaniekers en enkele vrijwilligers van de organisatie na is de baan vrijwel verlaten.
Toch willen de mannen die net wereldkampioen op de teamsprint zijn geworden nog wel even wat media te woord staan over hun heroverde titel, na een spannende finale tegen Australië dat met minder dan vierhonderdste van een seconde verslagen wordt. Alleen Lavreysen, de snelste van het team, houdt het kort. „Nog een vraag jongens, dan ga ik er echt vandoor”, zegt hij al snel. Terwijl Hoogland en Van den Berg doorpraten, verdwijnt hij na minder dan twee minuten de coulissen in.
Lavreysen heeft een reden voor zijn haast. Als het toernooi voor hem volgens planning verloopt, moet hij over een periode van een week elke dag op de baan verschijnen voor een wedstrijd. Die reeks begon met de teamsprint afgelopen donderdag en vrijdag. Daarna volgde op zaterdag en zondag de kwalificatie en kwartfinale van het sprint-onderdeel, waarop hij regerend wereld- en olympisch kampioen is. Nadat hij zich in het weekend eenvoudig wist te kwalificeren, staat deze maandag de halve eindstrijd en finale op de sprint op het programma. Dinsdag en woensdag wil Lavreysen zijn wereldtitel op de keirin verdedigen.
Zeven dagen lang elke dag weer opladen en klaarstaan om te presteren, het komt niet vaak voor in het baanwielrennen dat zoiets van de renners wordt gevraagd, zegt Lavreysen enkele weken voor het begin van de wereldkampioenschappen in Schotland. „Normaal gesproken duurt het programma op een WK vier dagen. Dat heb ik inmiddels zo vaak gedaan dat ik dat op de automatische piloot kan. Maar zo breed uitgesmeerd, dat ken ik eigenlijk alleen van de Olympische Spelen.”
Baankoning
De Spelen in Parijs van volgend jaar zijn hét grote doel voor Lavreysen. Als ‘baankoning’ van de vorige Spelen, waar hij goud op de sprint en teamsprint veroverde en brons pakte op de keirin, wil hij zijn prestaties in 2024 evenaren en het liefst verbeteren. Voor deze wereldkampioenschappen is zijn ambitie op alle drie onderdelen goud te halen, zoals hij eerder al in Berlijn (2020) en Roubaix (2021) deed.
Wat hem helpt in aanloop naar volgend jaar is de indeling van de wedstrijdkalender van 2023. Met een EK in de eerste maanden van het jaar – afgelopen februari in Grenchen, straks in januari in Apeldoorn – en hét grootste toernooi van het jaar (nu WK, straks Spelen) in augustus hebben de baanwielrenners een voorbereiding kunnen draaien die volgend jaar ook toegepast kan worden.
„Het programma is zowat identiek”, zei bondscoach Mehdi Kordi al in januari van dit jaar. „We hebben een trainingsopzet gedraaid richting dit toernooi en we zullen onze resultaten in Glasgow gebruiken als een recensie, om te kijken wat we nog kunnen verbeteren en hopelijk hoe we het succes kunnen herhalen richting de Spelen.”
Lavreysen kan zich nog herinneren van de Spelen in Tokio (2021) dat hij moeite had zich telkens op te laden voor de wedstrijden, die toen over zes dagen plaatsvonden. „Om elke dag weer mentaal top te zijn, kostte me veel energie.” Vandaar dat hij het lekker vindt dat de wedstrijden nu in dezelfde soort blokken zijn opgedeeld als dat ze volgend jaar in Frankrijk zullen zijn. „Nu kan ik er goed mee oefenen.”
Wanneer hij rust, wanneer hij traint, wanneer hij eet, Lavreysen heeft het in aanloop naar deze WK helemaal voorbereid, uitgeschreven en in zijn hoofd geprent met als doel in 2024 alles perfect te kunnen afstemmen. Dat kunnen zijn tegenstanders echter ook, realiseert Lavreysen zich. En zij hebben er misschien nog wel een groter voordeel bij dan hij, zegt de 26-jarige Nederlander. „Ik heb in Tokio laten zien dat ik ermee om kan gaan. Veel van de concurrenten die ik nu heb, zijn jonger dan ik en hebben nog nooit meegemaakt hoe het is om zo lang achter elkaar te moeten presteren. Zij kunnen er deze WK meer van leren dan ik.”
Toch ziet Lavreysen ook mogelijkheden voor zichzelf om van dit toernooi te profiteren. Het feit dat zijn tegenstanders op de baan verschijnen, geeft hem de kans hun rijstijlen te analyseren. Op zoek naar patronen kan de regerend wereld- en olympisch kampioen daar zijn tactiek op aanpassen als hij dat nodig acht. „De vorige olympische cyclus was Jeffrey Hoogland mijn grootste concurrent en die zag ik dagelijks. Ik wist precies: dit is wat ik moet verslaan. Nu komt de concurrentie uit Australië, Trinidad en Tobago, Japan. Die zie ik veel minder, dus ik kan de tegenstand minder goed peilen.”
Over the hill
Wat ook belangrijk is richting de Spelen is de overwinning op de teamsprint, zegt een opgetogen Kordi na de winst van zijn ploeg op vrijdagavond. „Dat geeft de jongens het zelfvertrouwen dat ze nog steeds de beste ter wereld zijn.” Na tussen 2018 en 2021 vier keer wereldkampioen te zijn geworden, werd Nederland vorig jaar verrassend verslagen door Australië. „Veel mensen dachten dat we misschien over the hill waren”, zegt Kordi. „We hebben nu laten zien dat we nog altijd zo goed zijn als we altijd zijn geweest.”
Lavreysen is na de overwinning euforisch. „Dat we nu weer een jaar die trui aanmogen, is echt héérlijk”, zegt hij grijnzend. Hij heeft nooit getwijfeld of Nederland de beste was op de teamsprint, zegt hij. Maar tijd om er heel lang bij stil te staan geeft hij zichzelf niet. „Het is nu de kunst om emoties uit te schakelen en de focus weer op morgen te verleggen.”