„We zetten geen punt, maar een komma”, zei premier Mark Rutte nadat hij op 19 december 2022 namens het kabinet excuses had gemaakt voor het slavernijverleden. Excuses, bedoelde hij, waren een eerste stap. Zoals hij ook bedoelde dat met de verontschuldigingen het verleden niet is afgesloten. Hij stelde onder meer 200 miljoen euro beschikbaar voor maatregelen op het terrein van „bewustwording, betrokkenheid en doorwerking”, er kwam een herdenkingscomité en het kabinet kondigde de komst van een Nationaal Slavernijmuseum aan.
Maar wat er precies achter die komma zal staan, dat is nog ongeschreven.
Herstelbetalingen? „Daar is geen sprake van”, zei Rutte later op een wekelijkse persconferentie. Betaling van schadeclaims aan nabestaanden is uitdrukkelijk „niet de bedoeling”, blijkt nu ook uit documenten die het ministerie van Binnenlandse Zaken dinsdag naar buiten heeft gebracht na een beroep van RTL Nieuws op de WOO (Wet Open Overheid). Juristen hebben meegedacht over de mogelijkheid dat excuses zouden leiden tot herstelbetalingen.
Inmiddels zijn er – blijkt ook uit de documenten – zeker vier van zulke claims ingediend. Door wie, en om welke bedragen het gaat, dat is onbekend. Volgens RTL Nieuws verwachten ambtenaren nog meer van zulke claims.
Lees ook
Hoe de excuses die Mark Rutte niet wilde, er toch kwamen
In landen als Suriname en het Caribische deel van het Koninkrijk, waar slavernij heeft plaatsgevonden, is dit al langer onderwerp van gesprek. Maar ambtenaren, blijkt ook uit de stukken, hebben vooraf een inschatting gemaakt over de juridische gevolgen van excuses. Zij hebben beoordeeld dat een claim weinig kansrijk is.
Effect in de rechtszaal
Daar hebben ze vermoedelijk gelijk in, zegt Lianne Wijntjens, die promoveerde op onderzoek naar het effect van excuses in de rechtszaal. „Excuses op zichzelf impliceren geen erkenning van aansprakelijkheid”, zegt Wijntjes, momenteel hoofddocent aansprakelijkheidsrecht aan de Open Universiteit. „Het is aan de rechter om op basis van vaststaande feiten te komen tot een oordeel en excuses hebben daar op zichzelf geen invloed op.”
Alleen in uiterst zeldzame gevallen kunnen excuses leiden tot aansprakelijkheid, zag Wijntjes na analyse van vierduizend civiele zaken. In de twee zaken waarin de rechter het verband wél legde, had die beoordeeld dat de ontvangende partij de aansprakelijkheid mocht afleiden uit het excuses. Vandaar ook, denkt ze, dat Rutte al in zijn speech, en later ook bij de persconferentie, excuses en aansprakelijkheid sterk uit elkaar trok, „zodat je het één niet uit het ander zou kunnen afleiden”.
Frankrijk en VS
In Frankrijk en de Verenigde Staten zijn eerdere schadeclaims na excuses over de slavernij afgewezen. „Die liepen allemaal stuk op verjaring”, zegt Wijntjens. Verjaring bij aansprakelijkheidsprocedures is er al na twintig jaar, met een enkele uitzondering „in zeldzame gevallen”. En ook het – noodzakelijk – vaststellen van onrechtmatigheid is juridisch ingewikkeld. Om een claim te kunnen toewijzen moet de rechter kunnen vaststellen dat de slavernij ook „naar de tijdgeest” onrechtmatig was. Dat is lastig vast te stellen, meent Wijntjens, want ook daar was Rutte dankzij zijn ambtenaren op voorbereid. „Wij, levend in het hier en nu”, zei hij al direct in zijn speech, „kunnen slavernij alleen in de allerduidelijkste bewoordingen erkennen en veroordelen als misdaad tegen de menselijkheid.”
Lees ook
Het is niet meer ondenkbaar dat Nederland herstelbetalingen gaat doen voor het slavernijverleden