Bij een frontale botsing tussen een brandstoftruck en een andere vrachtwagen zijn zondag in Nigeria zeker 48 mensen om het leven gekomen. Als gevolg van het ongeluk explodeerde de tankwagen. Het incident vond plaats in de buurt van de plaats Agaie, zo’n 177 kilometer ten westen van hoofdstad Abuja.
De truck vervoerde naast brandstof ook vee. Zeker vijftig dieren werden levend verbrand, aldus de lokale autoriteiten. In eerste instantie meldde de rampendienst volgens persbureau Reuters dat 30 lichamen geborgen waren, later werd dat aantal opgehoogd naar 48. De slachtoffers zijn meteen begraven in een massagraf.
Ongelukken met brandstoftrucks komen regelmatig voor in Nigeria. Doordat het land niet over een goede spoorinfrastructuur beschikt, vindt het vervoer grotendeels plaats op de weg. Alleen al in 2020 waren er 1.531 ongelukken met brandstoftrucks, waarbij in totaal 535 doden en 1.142 gewonden vielen.
Het ongeluk van zondag behoort tot de meest dodelijke ongelukken met brandstoftrucks. Mohammed Bago, gouverneur van de staat Niger, roept weggebruikers op „altijd voorzichtig te zijn en de verkeersregels te volgen, om levens en eigendommen te beschermen”.
Het kabinet-Schoof is te veel gericht op de korte termijn en maakt veel ambities en maatregelen op tal van terreinen te weinig concreet. Daarnaast loopt het kabinet door het afzwakken van het klimaat- en natuurbeleid het risico dat Europese doelen niet kunnen worden gehaald. Met die stevige kritiek komen het Centraal Planbureau (CPB), het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in een eerste gezamenlijke reflectie op de kabinetsplannen, die deze Prinsjesdag wordt gepubliceerd. „Het kabinet legt de prioriteit op de brede welvaart hier en nu ten koste van brede welvaart later en elders”, schrijven de planbureaus.
De planbureaus zien dit bijvoorbeeld terug in de keuzes rond de bezuinigingen. Het kabinet wil proberen het begrotingstekort de komende jaren onder de Europees afgesproken grens van 3 procent te houden. Om dit te bereiken, bezuinigt het kabinet onder meer structureel 1 miljard euro op (hoger) onderwijs, onderzoek en innovatie. Dat is economisch voor de lange termijn juist een risico, zegt CPB-directeur Pieter Hasekamp. „De bezuinigingen leveren nu financiële ruimte op voor de overheidsfinanciën, maar gaan mogelijk ten koste van welvaart in de toekomst. Onderzoek laat wereldwijd een duidelijk verband zien tussen uitgaven aan onderwijs en welvaartsgroei.”
Volgens de planbureaus staan de bezuinigingen ook „op gespannen voet met het kabinetsdoel om de concurrentiepositie en het vestigingsklimaat te verbeteren”.
In de kabinetsplannen staat ook dat de onderwijskwaliteit en basisvaardigheden onder leerlingen moeten verbeteren, maar niet hoe het kabinet dit wil bereiken en op welk niveau die moeten komen. Een kanttekening plaatsen CPB, SCP en PBL ook bij de plannen om het aantal internationale studenten terug te dringen. Dat kan op termijn „meer baten dan kosten met zich meebrengen omdat een deel van de studenten in Nederland blijft wonen, werken en belasting betalen”.
Lees ook
Schoof slaat in regeerprogramma sombere, strenge toon aan
Diversiteit
De focus van het kabinet op migratie, dat vooral als probleem wordt gepresenteerd, is eenzijdig, vinden de planbureaus. Het kabinet neemt aan „dat migratie de sociale samenhang onder druk zet”. Maar het terugdringen is „niet dé oplossing voor alle problemen op dit vlak”. Volgens SCP-directeur Karen van Oudenhoven bestaat er „een complexe relatie tussen diversiteit en sociale cohesie”. „De samenhang in wijken hangt niet alleen af van waar mensen vandaan komen, maar ook van hun sociaal-economische positie en omstandigheden in de wijk.”
Van Oudenhoven zegt dat de diversiteit in de Nederlandse samenleving een gegeven is en ziet dat het kabinet maatregelen om de sociale cohesie te bevorderen, juist schrapt. „De maatschappelijke diensttijd verdwijnt bijvoorbeeld, waar jongeren uit allerlei groepen tijdelijk ergens gingen werken. En het kabinet schaft de subsidie af voor brede brugklassen, waar kinderen van allerlei leerniveaus samen zitten.”
Onderzoek laat wereldwijd een duidelijk verband zien tussen uitgaven aan onderwijs en welvaartsgroei
Bij de thema’s bestaanszekerheid en zorg zien de planbureaus keuzes die burgers op korte termijn financieel helpen, maar onzekere effecten hebben op de lange termijn. Zo wordt de koopkracht vergroot door toeslagen te verhogen, terwijl het kabinet het toeslagen- en belastingstelsel tegelijk zegt te willen hervormen, wat het nog niet concreet heeft uitgewerkt. Dat is een tegenstrijdigheid die gepaard gaat met risico’s, schrijven de planbureaus. „Het vergroten van de financiële bestaanszekerheid door op korte termijn toeslagen te verhogen, kan het langetermijndoel om het stelsel te vereenvoudigen, lastiger maken.”
Als het om de zorg gaat, zegt het kabinet de gezondheidsverschillen te willen verkleinen, maar volgens de planbureaus wordt niet duidelijk welke verschillen verkleind moeten worden en met welke concrete maatregelen dit moet gebeuren. Het verlagen van het eigen risico per 2027 verlaagt de drempel om zorg te vragen. Dat is positief, maar heeft ook risico’s, zegt Hasekamp (CPB). „Het vergroot de toegankelijkheid, maar op lange termijn nemen de zorguitgaven daardoor fors toe en leidt het tot meer vraag in een toch al krappe arbeidsmarkt. Waar halen we de mensen vandaan?”
Kunstmatige intelligentie
De planbureaus zien dat minister Fleur Agema (Volksgezondheid, PVV) vooral inzet op het ontlasten van zorgpersoneel en minder duidelijk is over hoe meer personeel moet worden gevonden, zegt Van Oudenhoven (SCP). „Het gaat veel over de inzet van kunstmatige intelligentie en het verminderen van de administratielast. Dat is belangrijk, maar de vraag is of je daarmee het hele probleem kunt tackelen.”
Bij de ruimtelijke inrichting van Nederland zien CPB, SCP en PBL bij het kabinet een focus op woningbouw, de doelstelling is om honderdduizend woningen per jaar bij te bouwen. De planbureaus schrijven dat er wel „meer keuzes nodig zijn dan alleen het aantal en soorten te bouwen woningen”. PBL-directeur Marko Hekkert zegt dat de ambitie om zoveel woningen te bouwen „erg belangrijk en goed” is, maar dat de overheid met veel meer zaken rekening moet houden. „Het moeten ook plekken worden waar je veilig en prettig woont, waar je geen risico’s hebt op overstromingen en goede voorzieningen in de buurt hebt. Dat noemt het kabinet wel, maar het is veel minder uitgewerkt.”
Volgens de planbureaus heeft het kabinet ook „beperkt aandacht” voor de aansluiting van nieuwe woonwijken op goede infrastructuur en moeten de komende jaren daarom „scherpe keuzes” gemaakt worden „voor welke doelgroepen en regio’s de bereikbaarheid verbeterd dient te worden”.
Klimaat en natuur
Ronduit kritisch zijn de planbureaus over het beleid rond klimaat en natuurherstel. Hoewel het kabinet zegt de Europese doelen voor CO2– en stikstofreductie en bijvoorbeeld de waterkwaliteit te willen halen, is het voorgestelde beleid ,”waarschijnlijk ontoereikend”. Nederland moet de CO2-uitstoot in 2030 met 55 procent hebben verlaagd ten opzichte van 1990, maar de planbureaus zien klimaatplannen „die neerkomen op het terugdraaien van beleid van het vorige kabinet”.
PBL-directeur Hekkert noemt de keuzes van het nieuwe kabinet om de verhoging van de CO2-heffing en de energiebelasting te schrappen en het besluit de verplichte aanschaf van een warmtepomp terug te draaien. Alternatieve maatregelen die het kabinet voorstelt zijn volgens de planbureaus „minder concreet”. En hoewel het kabinet nog altijd zegt te streven naar natuurherstel, zijn maatregelen „nog niet uitgewerkt waarbij uitvoerbaarheid en juridische houdbaarheid grote vraagtekens zijn”. Minister Femke Wiersma (Landbouw, BBB) schrapt lopende programma’s en fondsen rond stikstof en waterkwaliteit, volgens de planbureaus „een onzekere route die voor vertraging kan zorgen”.
Lees ook
NSC stevent af op botsing met PVV over het uitroepen van een asielcrisis
Europese solidariteit
Hekkert (PBL) zegt dat Rutte IV relatief veel inzet en geld vrijmaakte voor klimaat- en natuurbeleid, maar dat dit nog niet voldoende leek om de Europese doelen te halen. „Het nieuwe kabinet had dus geen optimale startpositie, maar in plaats van een schepje erbovenop, doet het een onsje minder.” Als de komende jaren blijkt dat de klimaat- of natuurmaatregelen inderdaad onvoldoende zijn, moeten „plotseling kostbare maatregelen genomen worden” om de doelen wel te halen, waarschuwen de planbureaus.
Dat is ook economisch geen fijn vooruitzicht, zegt CPB-directeur Hasekamp. „Het is altijd beter wat verder vooruit te kijken, een bijsturing later veroorzaakt altijd meer pijn en wordt door burgers minder begrepen. Als je voorspelbaar beleid hebt, kun je veel geleidelijker op je doelen sturen. Dat lijken we in Nederland een beetje kwijt te zijn.”
De planbureaus hebben ten slotte zorgen over de naar binnen gekeerde houding van het kabinet-Schoof. Het wil de Nederlandse afdracht aan de EU verlagen, bezuinigt op ontwikkelingssamenwerking en wil uitzonderingsposities als het gaat om het mest- en migratiebeleid. Daarmee bestaat het risico dat de Europese solidariteit wordt ondermijnd, zegt SCP-directeur Van Oudenhoven. „Terwijl veel Nederlanders ook zien dat we de EU nodig hebben.” Hekkert (PBL) zegt dat je kunt proberen om „een hek om Nederland te zetten, maar de kwaliteit van ons milieu is sterk afhankelijk van de samenwerking met de landen om ons heen. Je moet uiteindelijk gezamenlijk tot oplossingen komen”.
De gemeente Westerwolde heeft het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) een last onder dwangsom opgelegd voor het gebruik van zogenoemde portakabins bij het aanmeldcentrum in Ter Apel. Dat meldt persbureau ANP. De noodlokalen zijn gebruikt als slaapruimte voor asielzoekers omdat er nergens anders plek voor hen was om te overnachten. De hoogte van de dwangsom is niet bekend.
De burgemeester van de gemeente Jaap Velema noemt het gebruik van de noodlokalen een „schoffering van het lokaal gezag. Met het besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom nemen wij onze verantwoordelijkheid als gemeente om te voorkomen dat de al eerder geconstateerde overtredingen zich herhalen”.
Volgens het COA is er in het aanmeldcentrum Ter Apel momenteel sprake van een noodsituatie. De kans bestaat dat mensen vannacht weer buiten moeten slapen. Dat zou voor het eerst zijn sinds de zomer van 2022.
De Nederlandse schrijfster Yael van der Wouden heeft met haar debuutroman The Safekeep de shortlist van de Booker Prize gehaald. Dat is maandagavond bekendgemaakt in Londen door de jury van de grootste en invloedrijkste Engelstalige fictieprijs. De jury sprak van „een meeslepend en sfeervol verhaal over obsessie en geheimen” en „een stilletjes verwoestend queer-liefdesverhaal dat zich ontpopt als een verhaal over de Holocaust”.
Het is voor het eerst dat een Nederlandse auteur de toplijst van de prijs voor Engelstalige romans haalt, zoals haar longlistpositie ook al een primeur was. Van der Wouden (1987), die meertalig opgroeide, schreef haar boek in het Engels. The Safekeep is ook het enige debuut op de lijst van zes. De andere genomineerden zijn James van Percival Everett, Orbital van Samantha Harvey, Creation Lake van Rachel Kushner, Held van Anne Michaels en Stone Yard Devotional van Charlotte Wood. Voor het eerst staan er vijf vrouwen op de Booker-shortlist.
The Safekeep, ook in Nederlandse vertaling verschenen als De bewaring, vertelt het verhaal van een naoorlogs Overijssels huis, waar een vage kennis intrekt bij de jonge vrouw die er woont, te midden van de spullen van haar overleden moeder. Terwijl er steeds meer huisraad vermist raakt, ontstaat er een broeierige spanning tussen hoofdpersoon Isabel en de nieuwkomer Eva. „Een roman die onderzoekt wat voor ons als kind verborgen is gehouden, en wat we onszelf wijsmaken over onze verborgen verlangens”, noemde juryvoorzitter Edmund de Waal het boek.
Lees ook
Buzz-debuut ‘De bewaring’ vertelt over de Holocaust vanuit het oogpunt van de medeplichtigen (••••)
Naast het persoonlijke verhaal vertelt The Safekeep de geschiedenis van de onteigening van Joodse huizen tijdens de Duitse bezetting. Rond de roman, die dit voorjaar verscheen, ontstond vorig jaar al opmerkelijke buzz: omdat de vooraanstaande literair agent Anna Stein zich erover ontfermde, werden al voor verschijning de vertaalrechten aan veertien landen verkocht. De recensies waren vervolgens lovend, The New York Times sprak van een „stilletjes opmerkelijk” boek.
De Booker Prize, die vorig jaar gewonnen werd door de Ierse auteur Paul Lynch voor de roman Prophet Song, wordt op 12 november in Londen uitgereikt: de winnaar ontvangt 50.000 pond – en behaalt vrijwel zeker de bestsellerstatus. Eerder dit jaar was bij de International Booker Prize, voor vertaalde romans, ook al een Nederlandse schrijfster genomineerd: Jente Posthuma, met de Engelse vertaling van haar boek Waar ik liever niet aan denk; maar de Duitse Jenny Erpenbeck won.