Waar veel mensen wel gehoord zullen hebben van private equity (en hun niet al te beste imago), geldt dat waarschijnlijk niet voor ‘private credit’. Toch waarschuwde De Nederlandsche Bank vorige week voor de gevaren van private credit als beleggingscategorie. En eerder dit jaar wees het Internationaal Monetair Fonds (IMF) ook al op mogelijke risico’s ervan. Vier vragen over private kredietverstrekking.
1
Wat is private credit?
Private credit vult voor ondernemingen die extra financiële ruimte willen het gat dat valt als ze geen lening krijgen bij een bank, en ze niet willen overgaan tot de verkoop van een deel van het bedrijf aan nieuwe aandeelhouders – waarmee ze ook een deel van de zeggenschap weggeven. Het is een vorm van non-bancair lenen, zoals ook crowdfunding of leasen dat is.
Een privaat krediet kan direct worden afgesloten door een ondernemer en een kredietverstrekker zoals een verzekeraar, maar vaak komt de financiering uit private credit-fondsen. Die zijn hiervoor speciaal opgericht en krijgen hun financiering dan weer van institutionele beleggers, zoals pensioenfondsen, verzekeraars en ook banken. Bekende namen in de private credit-wereld zijn namen die vaak ook private-equityfondsen beheren: Blackstone, Permira en KKR.
De eerste private credit-leningen kwamen zo’n dertig jaar geleden op de markt, maar de populariteit ervan is de afgelopen jaren sterk gegroeid. Uit cijfers van het IMF blijkt dat de wereldwijde markt voor private credit in 2000 nog heel klein was. In 2018 was de markt gegroeid tot net onder de 1.000 miljard dollar. Sindsdien is dat meer dan verdubbeld, tot 2.100 miljard dollar, aldus het Fonds. Precieze cijfers zijn echter moeilijk te achterhalen: de markt is niet gereguleerd. Gespecialiseerd marktonderzoeker Preqin schatte de omvang van de private-creditmarkt voor 2014 in op bijna 1.700 miljard dollar – die cijfers zijn aangehouden door DNB.
Veel geld dus sowieso, en ook veel aanbieders. Partijen die voor ondernemers in Nederland bemiddelen met aanbieders van private credit, schatten dat zij ongeveer tweehonderd fondsen in hun telefoonklapper hebben staan. De meeste daarvan zijn buitenlands: veel fondsen die actief zijn in Europa zijn gevestigd in het Verenigd Koninkrijk.
Wereldwijd is de markt voor private credit het grootst in de Verenigde Staten: volgens Preqin is die daar goed voor ruim 1.000 miljard dollar.
2
Waarom zou een ondernemer kiezen voor private credit?
Voor ondernemers kan private credit een goed alternatief vormen voor bancaire financiering. Waar banken vaak niet erg bereid zijn grote risico’s te nemen – omdat een bedrijf pas net bestaat of een tijd minder gepresteerd heeft – durven private credit-partijen die risico’s soms wel eerder te nemen.
Dat komt doordat ze minder gereguleerd zijn dan banken. Er kijkt geen toezichthouder mee met het risicomanagement en er gelden geen stevige screening- en kapitaalseisen bij risicovolle kredieten. Een andere reden is dat ze meer kennis hebben van een bepaalde branche, omdat ze zich daarin gespecialiseerd hebben. Zo zijn er fondsen die zich richten op ‘rollend’ bedrijfsmaterieel en op machines. Maar ook fondsen die zich richten op leningen voor softwarebedrijven.
Recent voorbeeld in Nederland van zo’n specialisatie is de financiering dit voorjaar van Blokker door het Amerikaanse Gordon Brothers. Hun ‘asset based lending’ is een vorm van private credit: Gordon Brothers verleende Blokker voor de komende drie jaar krediet om voorraden te financieren en winkelvernieuwingen te betalen, met de voorraad van de huishoudwinkelketen als onderpand. Gordon Brothers is gespecialiseerd in financieringen op basis van de voorraden van retailbedrijven.
Lees ook
Gordon Brothers leende wél geld uit aan Blokker — met de voorraad als onderpand
Dat zulke fondsen eerder bereid zijn risico te nemen dan een bank, heeft wel een prijskaartje. Private credit is duurder voor een ondernemer dan een banklening, wat betreft rente en kosten om de lening aan te gaan. Waar de rente voor een banklening momenteel zo’n 5 procent bedraagt, schatten marktkenners de rente voor Blokker bijvoorbeeld in op rond de 10 procent.
3
Dure leningen dus. Waarom is dit soort financiering dan zo hard gegroeid?
Dat ligt zowel aan de aanbod als aan de vraagzijde. Volgens DNB is de belangrijkste reden voor de groei van de private credit-markt de strenger geworden regels voor banken na de financiële crisis van 2008. „Voor risicovolle leningen en investeringen moeten banken relatief meer kapitaal aanhouden, waardoor het minder aantrekkelijk is”, schrijft DNB in hun vorige week gepubliceerde Overzicht Financiële Stabiliteit. Hierdoor is het voor banken vaak aantrekkelijker om een hypotheeklening te verstrekken dan een bedrijfslening.
Vooral het midden- en kleinbedrijf wordt door deze hogere drempel geraakt. Zij krijgen vaker nul op het rekest als ze een bank om een lening vragen, schreef het Centraal Planbureau onlangs in een analyse van de financiële gezondheid van bedrijven. Naast de hogere kredieteisen voor banken, noemt het CPB ook als oorzaak dat dienstverlening aan kleinere bedrijven relatief bewerkelijk is. De leningen zijn niet groot, waardoor de opbrengsten niet opwegen tegen de stijgende kosten die banken moeten maken voor bijvoorbeeld witwas- en terrorismeonderzoek naar de eigenaren van een onderneming. Bedrijven die ondanks de afwijzing van een lening door de bank financiering blijven zoeken voor hun nieuwe fabriek, machines, vrachtwagens of overname, creëren de vraag naar alternatieve vormen van krediet, zoals private credit.
Kenners in de markt noemen als andere belangrijke oorzaak (die DNB ook wel noemt) de zoektocht van institutionele beleggers naar rendement, vanwege de lage rentestand tussen 2009 en 2021. Zodat ze toch genoeg geld kunnen verdienen om hun pensioendeelnemers en verzekerden te kunnen uitbetalen. Hierdoor konden private credit-fondsen veel geld ophalen bij die beleggers.
Dat laatste heeft er bijvoorbeeld voor gezorgd dat terwijl zo’n tien jaar geleden het bij private credit vooral draaide om kleinere leningen, er inmiddels deals worden gesloten waarin één private credit-fonds een financiering kan verstrekken van enkele honderden miljoenen euro’s. Daar waren vroeger meerdere samenwerkende banken voor nodig.
Nog een reden voor de opkomst van private credit is de maatschappelijke druk op financiers om meer bij te dragen aan de verduurzaming van bedrijven aan wie ze geld lenen. Door een lening direct zelf te verschaffen aan een bedrijf, zit je als verzekeraar bijvoorbeeld, die op zoek is naar een groenere portefeuille, direct aan tafel met het bestuur. Er zijn verschillende voorbeelden van private kredieten die zijn verschaft op voorwaarde dat wordt voldaan aan een aantal duurzaamheidseisen, zoals bij de lening aan aggregaatverhuurder Bredenoord. Volgens kenners van de markt is er ook geen gesprek van private credit-fondsen met potentiële klanten waar het niet over duurzaamheid gaat.
4
Waarom wordt er voor private credit gewaarschuwd?
DNB waarschuwde vorige week in zijn Overzicht Financiële Stabiliteit voor de risico’s van private credit als beleggingsvorm voor pensioenfondsen en verzekeraars. DNB-president Klaas Knot zal hier mogelijk deze week in de Tweede Kamer ook aandacht aan schenken, als hij daar uitleg komt geven over dat rapport.
DNB ziet private credit als risicovolle belegging omdat bedrijven via private credit vaak flinke bedragen kunnen lenen tegen een variabele rente, die dus plotseling omhoog kan schieten. Een private credit-financiering is bovendien niet verhandelbaar op een openbare markt, zoals een aandeel of een obligatie dat wel is. Als er financiële stress is, kan een verzekeraar of pensioenfonds verleend private credit niet ten gelde maken om financiële ruimte te scheppen.
Het IMF waarschuwde ook voor de illiquide aard van private credit, maar liet daarnaast een waarschuwing uitgaan over de gevaren van de private credit-markt voor de financiële stabiliteit over de hele linie. Zo noemt het IMF het bijvoorbeeld zorgelijk dat er zo weinig gegevens zijn over de leningen, anders dan bijvoorbeeld bij bedrijfsobligaties hoeft een bedrijf bij een private credit geen rating te hebben van een kredietbureau. In een recessie zou er bovendien volgens het IMF een domino-effect kunnen optreden: als bedrijven moeite hebben om hun hogere rentes te betalen, zouden private credit-fondsen kunnen omvallen en daarmee meerdere pensioenfondsen en verzekeraars kunnen raken die in die fondsen hebben geïnvesteerd.