In de zomer gaat de telefoon bij Zeehondencentrum Pieterburen tientallen keren per dag. Wandelaars die een zeehond op het strand aantreffen, waarvan ze denken dat er mogelijk iets mee is, vissers die eentje in hun net aantreffen of passagiers van de veerboot die een pup op de kade zien: allemaal bellen ze bezorgd Pieterburen om te vragen of iemand naar het dier kan komen kijken. Het Groningse zeehondencentrum bepaalt vervolgens of het iemand stuurt.
Zondag 19 augustus 2023 kreeg het centrum zo’n telefoontje. Stranding-coördinator Emmy Venema was aan het werk; iemand meldde dat in Harlingen een pup alleen op de kade lag. „Die was uit het water geklommen. Dat is niet gek. Pups worden aan het begin van de zomer geboren en zijn na drie, vier weken al zelfstandig”, legt Venema uit.
Op dat moment kon geen van de medewerkers gaan kijken of de zeehond opgevangen moest worden. Venema: „Iemand in de buurt die bij de dierenambulance werkte, kon het doen. Hij heeft de pup naar Roptazijl gebracht, waar het rustiger is. Met het dier was niets aan de hand. De regel is niettemin dat het dan voor 24 uur wordt geobserveerd, voor het dier eventueel naar de opvang gaat.”
Maar toen medewerkers van het centrum later in Roptazijl op controle kwamen, was de pup verdwenen. Niet heel vreemd, dacht Venema. „Het kan dat-ie weer in het water is gegaan.” Via via vernam ze echter dat twee vrouwen, die altijd ’s ochtends zwemmen bij Roptazijl, een busje hadden gezien waar twee mannen uitkwamen, die de pup vervolgens vingen. Vreemd verhaal, vond Venema. Maar wat kon ze doen? Ze wist niet waar de pup was.
Die avond werd ze gebeld door een collega van een opvang uit Norddeich in Duitsland, aan de Waddenzeekust. De pup was ernstig verzwakt op het strand aangetroffen. Hij was er zo slecht aan toe, dat de opvang besloot het dier te euthanaseren.
Akkoord
Het Openbaar Ministerie maakte in juli bekend niet over te gaan tot strafrechtelijke vervolging van de twee personen die het dier ‘onbevoegd hebben gevangen’ bij Roptazijl. Weliswaar is het strafbaar dat ze in strijd met de opdracht van het Zeehondencentrum Pieterburen hebben gehandeld, maar volgens het OM bestaat onvoldoende bewijs voor het onnodig lijden van de zeehond. „Er is geen dierenarts of onafhankelijke deskundige geweest die de conditie van de zeehond in Harlingen, Roptazijl en Duitsland heeft beoordeeld. Het is dus onbekend waardoor de zeehond zo zwak was, dat hij geëuthanaseerd moest worden”, aldus het OM, dat verder stelt dat de verdachten „voldoende [zijn] gecorrigeerd”.
Het OM noemt de twee personen die de zeehond naar Norddeich brachten ‘zeehondenwachters’. Volgens het in 2020 gesloten Zeehondenakkoord „mensen die als professional in dienst zijn van, of als opdrachtnemer of vrijwilliger actief zijn voor een van de Zeehondencentra”. Maar volgens Pieterburen waren de twee dat niet. „Een van hen is nooit wachter geweest. De andere wel. Maar hij is in februari 2023 gestopt bij de dierenambulance. Ik heb hem toen verzocht z’n spullen, een hesje en een pasje, in te leveren, maar dat heeft hij nooit gedaan”, zegt Venema. De man is door NRC gevraagd te reageren, maar wilde dat niet.
Een wijze les voor Pieterburen, zegt Venema. „Wij zouden het moeten registreren in een systeem als mensen stoppen als zeehondenwachter.” Ze vindt het jammer dat het OM de twee niet vervolgt. „We hoopten op een signaal dat je dit niet mag doen. Met het Zeehondenakkoord wilden we juist voorkomen dat zeehonden worden versleept.”
Sophie Brasseur, zeehondenonderzoeker bij Wageningen Marine Research, hoopt dat het besluit van het OM geen precedent schept. „Het moet duidelijk zijn dat mensen dit niet moeten doen.”
‘Opvangindustrie’
In 2020 sloten het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de kustprovincies, vijf zeehondencentra in Nederland en twee stichtingen die zeedieren helpen, het Zeehondenakkoord. Dat beoogt de bescherming en het beheer van zeehonden te regelen, door onder meer duidelijkheid te scheppen over hun opvang. Aanleiding was dat opvangen afwijkende inzichten hadden over „wanneer, welke en hoe zeehonden moesten worden opgevangen.”
De Wetenschappelijke Adviescommissie Zeehondenopvang (WAZ) stelde vast dat de populatie geen opvang behoeft ter bescherming. Ook achtte ze het wenselijk structureel minder dieren op te vangen. Zoveel mogelijk moesten zeehonden met rust worden gelaten en in hun natuurlijke omgeving herstellen. Mocht opvang noodzakelijk blijken dan moesten professioneel getrainde zeehondenwachters de dieren vervoeren naar een zeehondencentrum.
Ze zijn de wolven van de zee. Die enorme ogen en de mond die hun tanden verbloemt, zetten je op het verkeerde been
Afgelopen jaren is de opvang veranderd. „Vroeger werden enorm veel zeehonden opgevangen. Het was een soort opvangindustrie geworden”, zegt Brasseur. Met het Zeehondenakkoord is beoogd de opvang te verminderen tot maximaal 5 procent van ‘de aanwas’, het aantal geboren pups dat jaarlijks door Wageningen University, onder leiding van Brasseur, wordt geteld.
Zolder
In Pieterburen stonden soms mensen voor de deur met een zeehond, die ze op het strand hadden gevonden, in een teiltje of een boodschappentas, vertelt Sander van Dijk van het Zeehondencentrum. Of ze verzorgden een zeehond op zolder of in de schuur. Mensen zien de dieren als hulpeloos en schattig, zegt Van Dijk. Dat klopt niet. „Ze zijn de wolven van de zee. Na drie weken kunnen ze al zelfstandig jagen. Die enorme ogen en de mond die hun tanden verbloemt, zetten je op het verkeerde been. We zien niet wat ze onder water doen. Wij zien alleen wat onhandig op het land bewegende, aandoenlijke dieren.”
In Denemarken en Duitsland wordt heel anders met zeehonden omgegaan, zegt Van Dijk. „In Nederland staat het dier bekend als zielig en hulpbehoevend. Denen laten de natuur haar gang gaan. Duitsland heeft een tussenvariant: het doet nog steeds aan opvang, maar in principe worden zieke dieren niet, zoals hier, met medicatie behandeld.”
Zeehonden zijn wilde dieren, benadrukt Brasseur. „Maar mensen zijn opgevoed met dieren die je verzorgt. Een hond houd je aan de lijn, zodat hij niet onder de auto komt. Een wild dier moet in het wild kunnen leven en sterven.”
Zelf speelt het centrum ook een rol in die beeldvorming, erkent Van Dijk. „We hebben een tijd lang ‘zeehondencrèche’ geheten. Dat heeft een heel andere connotatie.” Zeehonden hebben ook behoefte aan een ander imago, zegt Van Dijk. „Anders kan je ze niet goed beschermen. De Waddenzee, hun primaire leefgebied, staat onder druk door klimaatverandering. De zee moet als geheel beschermd worden. Daar zien we veel meer onze toekomst in.”
Afname
Onderzoeker Brasseur telt sinds 1991 tien keer per jaar zeehonden. Na het jachtverbod van 1963 werd lange tijd een continue groei in de populatie gemeten, blijkt uit haar onderzoek. Opvang is daarom volgens de WAZ niet langer nodig.
Maar er is de laatste jaren iets vreemds aan de hand, ziet Brasseur. „Sinds 2012 neemt de populatie elk jaar af met 5 procent. Als je bedenkt dat zeehonden maar één pup per jaar krijgen, dan is het als dit een paar jaar zo doorzet, zo afgelopen.” In Nederland komen twee soorten zeehonden voor: de gewone en de grijze. In augustus 2023 werden in de Waddenzee 7.211 gewone zeehonden geteld. De laagste telling sinds 2014. Hoe is dat te verklaren? Brasseur weet het niet: „Ik tel alleen. Maar het gaat niet goed en we kunnen het niet onderzoeken, want daar heb je geld voor nodig.”
Dat de zee onder druk staat, zoals Van Dijk zegt, ziet Brasseur ook. Niet alleen door klimaatverandering, ook door drukte op het water. „De Noordzee is anders dan vijftien jaar geleden. De toename van menselijk gebruik lijkt een van de redenen van de afname. We moeten achterhalen wat er aan de hand is met de leefomgeving van de zeehond.” Eigenlijk, zegt Brasseur, zou je een hek om de zee moeten zetten. „Dan komt het wel goed. Op sommige plekken moet je de natuur gewoon de ruimte geven.”
Lees ook
Rob de zeehond was altijd weer op zoek naar de mens