Wurgen, rondvliegende tanden – en het publiek gaat uit zijn dak

Langzaam maar zeker wurgt een Duitse man een Nederlander in een kooi in Amsterdam-Zuidoost. De rechterarm van de Duitser zit strak om de keel van de Nederlander. Met elke beweging die de vechtende mannen maken, wordt de keel van de Nederlander verder dichtgeknepen. Totdat die twee keer met zijn hand op de arm van de Duitser tikt, en daarmee opgeeft. Het gevecht is voorbij. De vierhonderd aanwezige toeschouwers gaan uit hun dak.

Dit was de afloop van een van de gevechten tijdens een MMA-evenement van de Levels Fight League (LFL), afgelopen zondag. Het evenement vond plaats in een studio in Amsterdam, in een voormalig loods die vanbinnen geheel zwart is geschilderd. In het midden staat een kooi, met eromheen vierhonderd klapstoeltjes voor het publiek, plus een kleine VIP-ruimte bovenin de studio. Deze plek is uitgegroeid tot een bedevaartsoord voor Nederlandse MMA-liefhebbers.

De afkorting ‘MMA’ staat voor mixed martial arts. In deze sport worden verschillende vechtsporten gecombineerd, waaronder kickboksen, worstelen en Braziliaans jiu jitsu. Het wordt gezien als de ultieme vechtsport, omdat een MMA-vechter al deze verschillende disciplines beheerst. Een MMA-vechter zou daarom in een direct gevecht met bijvoorbeeld een bokser in principe een grotere kans hebben om te winnen. Al zijn er in MMA uiteraard ook grenzen. Je mag iemand die op de grond ligt bijvoorbeeld niet tegen het hoofd trappen. Van andermans ogen blijf je sowieso af. De sport vindt plaats in een kooi, zodat de vechters ook tegen de zijkanten aan kunnen worstelen.

MMA-vechters bereiden zich voor op hun gevechten in de kleedruimte.
Foto Olivier Middendorp

MMA is een van de snelst groeiende vechtsporten wereldwijd. Wekelijks worden er internationale evenementen georganiseerd en MMA-klasjes puilen uit, ook in Nederland. „MMA is aan een gigantische opmars bezig”, zegt Peter Kwint, voorzitter van de Nederlandse vechtsportbond en voormalig Kamerlid voor de SP. „Tien jaar geleden was het in Nederland vaak zoeken naar een plek waar je MMA kon trainen. Nu zien we de klasjes overal vol zitten. De opmars is te vergelijken met die van het kickboksen een tijd geleden.”

MMA is als sport ontstaan in de jaren twintig van de vorige eeuw. In Japan en Brazilië werden destijds toernooien georganiseerd waarin experts in verschillende vechtsporten het tegen elkaar opnamen, om zodoende te kijken welke vechtsport superieur was. MMA nam in het Westen een vlucht vanaf de jaren negentig, toen in de Verenigde Staten de organisatie Ultimate Fighting Championship (UFC) werd opgericht. De sport was tot dat moment nog relatief onbekend, maar kwam dankzij de UFC bij het grote publiek terecht. De UFC groeide al snel uit tot marktleider in de MMA, onder de hoede van directeur Dana White, een goede vriend van de Amerikaanse president Donald Trump.

De ongeveer vierhonderd toeschouwers in de zaal zitten op klapstoeltjes. Enkele VIP’s zitten in een box bovenin de studio.

Foto: Olivier Middendorp

Lees ook

wie is Dana White, de bevlogen vechtsport-promotor en Trump-loyalist?

Vechtsportpromotor Dana White komt op het podium bij een campagnebijeenkomst van Donald Trump in New York

Nederlandse invloeden

Vanaf het begin hebben Nederlanders een rol gespeeld in de opkomst van MMA. Het allereerste UFC-gevecht vond plaats,in 1993 en ging tussen Gerard Gordeau, de Nederlandse expert in savate (een op schoppen gebaseerde vechtsport) en de Amerikaanse sumoworstelaar Taylor Wily. Gordeau won het gevecht door zo hard tegen het hoofd van Wily te trappen dat de tanden van de Amerikaan door de kooi vlogen. Later werd de Nederlander Bas Rutten bij de UFC kampioen in het zwaargewicht (1999) en won Germaine de Randamie de titel in het vedergewicht (2017) bij de vrouwen.

De populariteit van MMA in Nederland bleef desondanks lang achter bij andere landen als de VS. Dat heeft alles te maken met de dominante positie van kickboksen in Nederland. Kickboksen werd eind jaren zeventig vanuit Azië naar Nederland gehaald. Door het daaropvolgende succes van Nederlandse kickbokskampioenen als Peter Aerts, Semmy Schilt en Remy Bonjasky begin jaren 2000, groeide het kickboksen uit tot een populaire vechtsport. Helemaal door de latere successen van kickboksers als Badr Hari en Rico Verhoeven.

Internationaal is kickboksen in de afgelopen decennia qua populariteit ruim voorbijgestreefd door MMA. Het lukte Glory, de grootste kickboksorganisator ter wereld, vooralsnog niet om van kickboksen een wereldwijd succes te maken. Daar slaagde de UFC wel in, met nu bijna wekelijks uitverkochte evenementen van Las Vegas tot Rio de Janeiro en Sydney. In 2023 boekte de vechtsportpromotor een bedrijfsresultaat (ebitda) van omgerekend 721 miljoen euro, op een omzet van ruim een miljard.

Nederland is van oudsher goed in traditionele vechtsporten als judo en kickboksen. Door die populariteit kwam de ontwikkeling van MMA in Nederland minder snel op gang dan in het buitenland. „We lopen hier op MMA-gebied nog steeds wat achter ten opzichte van de rest van de wereld”, zegt Stefan Struve. Hij vocht ruim tien jaar in de UFC en. Struve stelt blij te zijn met de komst van een organisatie als de Levels Fight League, waarvoor hij ook als commentator werkt.

De Schot Louie Sutherland (bovenop) in gevecht met Luis Carlos de Brito uit Brazilië.
Harun Kurt (Duitsland) leunt tegen de kooi waarin hij het opneemt tegen Barry Irausquin.
Arno Errens (Nederland) zit in het gevecht tegen de Braziliaan Caio Machado bovenop.
Foto’s Olivier Middendorp

Commerciële uitdagingen

De Nederlandse MMA-promotie werd in 2020 opgericht door de Britse voormalig profvechter Donovan Panayiotis en de Nederlandse zakenman Bart Deuss. „We zagen een gat in de markt in Nederland”, zegt Panayiotis. Ze verwachtten voor hun eerste evenement in 2021 meteen duizenden betalende tv-kijkers te trekken. „Dat viel vies tegen. We verkochten een paar honderd pay-per-views”, vertelt Panayiotis lachend. De twee bleven desondanks investeren en hebben inmiddels zestien evenementen georganiseerd. Het grootste evenement was in 2023 in in Amsterdam, dat met tweeduizend bezoekers uitverkocht was.

Daarnaast sloot de promotie tv-deals met bijvoorbeeld Viaplay in Nederland en verschillende streamingpartijen in Canada en de VS. Ze kochten een opnamestudio in Amsterdam en investeerden naar eigen zeggen tonnen in de juiste belichting voor de tv-uitzendingen. Op dit moment wordt er nog geen winst gemaakt door LFL. Panayiotis: „Als dit mijn passie niet was geweest, was ik allang kapot gegaan door al het werk dat erin is gaan zitten.”

De organisatie wil een platform zijn waar opkomende Nederlandse en andere Europese MMA-vechters zich ontwikkelen, om uiteindelijk de stap naar een grotere organisatie als de UFC te zetten. Afgelopen zondag namen twee van zulke talenten het tegen elkaar op in Amsterdam: de Nederlander Roland Goedhart en de Duitser David Piechaczek. De Duitser won door zijn wurggreep uiteindelijk. Hij is daarmee een stap dichter bij zijn droom om de UFC te halen. „Mensen denken dat je meteen in de UFC zit. Maar het is een lange route om daar te komen. Organisaties zoals de LFL zijn belangrijk voor ons als vechters”, zegt Piechaczek na afloop van zijn partij.

De Poolse Agata Truskolaska verloor het gevecht tegen de Australische Alish Smith.

Foto: Olivier Middendorp

De dominante positie van de UFC in de MMA-wereld heeft ook een keerzijde. Vechters vinden dat de organisator zijn macht misbruikt door hen te weinig te betalen. Eind 2024 schikte de UFC na een jarenlange rechtszaak die meer dan 150 voormalig vechters gezamenlijk hadden aangespannen. De vechters vonden dat ze in hun tijd bij de UFC tussen 2010 en 2017 onderbetaald waren. Ze kregen nu alsnog ruim 357 miljoen euro uitbetaald. Er loopt nog een andere soortgelijke collectieve rechtszaak tegen de promotie over de periode ná 2017.

Alleen kampioenen in de UFC verdienen soms meer dan een miljoen euro per gevecht. Bokskampioenen verdienen vaak het tienvoudige met een partij. Dit komt grotendeels doordat de UFC slechts 18,6 procent van haar winst uitbetaalt aan haar atleten. Ter vergelijking met andere sporten: in het boksen krijgen de atleten gemiddeld 62,6 procent van de winst en in de Amerikaanse voetbalcompetitie MLS is dat zelfs 76 procent.

Panayiotis hoopt dat er binnen vijf jaar een nieuwe Nederlandse UFC-kampioen vanuit zijn promotiebureau doorstroomt. „Mijn filosofie is: als we de Nederlandse genen in MMA kunnen krijgen, zijn ze niet te stoppen.”

MMA-vechter Caio Macado ligt uitgeteld op de vloer van de kleedruimte na zijn verloren gevecht.
Foto Olivier Middendorp