Op 16 maart jl. betrokken krakers een pand aan de Amsterdamse Keizersgracht en schreven ze de eigenaar dat ze ‘spullen van emotionele waarde [hadden] aangetroffen. Wij zijn natuurlijk bereid dit terug te geven. We hopen spoedig iets van u te vernemen’. De dag erop deed de eigenaar aangifte van huisvredebreuk en spande ter ontruiming een kort geding aan tegen de krakers, van wie er vier verschenen op de zitting van 25 maart.
De eigenaar stelde dat hij het pand als hoofdwoning gebruikte, voor hem, zijn partner en zijn zoon, al stond hij er tot de dag van aangifte niet ingeschreven in de gemeentelijke basisregistratie. Toen het pand werd gekraakt was hij met vakantie in Engeland, maar hij had al mondelinge afspraken gemaakt om het pand en de tuin binnenkort op te laten knappen.
Volgens de krakers daarentegen had het pand negen jaar leeggestaan. Het was aan het verkrotten, er was geen warm water want de boiler werkte gezien het display al lang niet meer, en de post was voor het laatst opgehaald in augustus vorig jaar. Ze kwamen met foto’s die lieten zien dat de tassen met persoonlijke spullen waren ‘aangeknaagd door muizen’.
De eigenaar beriep zich op het eigendomsrecht en de vrees dat de krakers zijn pand zouden beschadigen. De krakers stelden dat het huisrecht hen beschermde, het grondrecht op onschendbaarheid van de woning. Bovendien hadden ze ‘door de schrijnende woningnood en hun beperkte financiële middelen’ niet snel zicht op een woning.
De uitspraak: ontruiming afgewezen
De rechtbank weegt de belangen af, iets wat extra uitgebreid moet gebeuren sinds de Hoge Raad vorig jaar rechters opdroeg alle argumenten over de proportionaliteit van de inbreuk op het huisrecht van krakers te onderzoeken en de beslissing goed te motiveren. De rechtbank: „Rode draad in de rechtspraak van de afgelopen decennia is dat niet wordt ontruimd voor leegstand.” Vervolgens somt de rechtbank alle feiten op waardoor niet geloofwaardig is dat dit pand werd bewoond: verrotte kozijnen, schimmel op de muren, verwilderde tuin, muizenlijkje in de keuken. En: „De houdbaarheidsdatum op kruidenpotjes in de keuken is met vele jaren overschreden.” De eigenaar heeft bovendien niets van zijn opknapplannen zwart op wit duidelijk gemaakt. Daarom wijst de rechtbank de ontruimingsvordering af.
De eigenaar heeft tegen de uitspraak hoger beroep ingesteld.
Het commentaar
„Dit is zeker geen vreemde uitspraak”, zegt vastgoedadvocaat Vera IJzerman (Van Till), die niet betrokken is bij deze zaak. „Dat de rechtbank de geloofwaardigheid van bewoning en de verbouwplannen voor het pand zo uitgebreid heeft onderzocht, past in de lijn van de jurisprudentie. Daardoor gaat hier de eigenaar nat.” IJzerman staat in kraakzaken de eigenaren bij. „Die moeten hun dossier ontzettend goed op orde hebben. Voorheen kon je als een soort cowboy naar de rechtbank gaan en kreeg je binnen een paar dagen een ontruimingsvonnis. Nu moet je op allerlei manieren onderbouwen hoe je het pand gebruikt en wat je ermee gaat doen. Ga je er zelf wonen, of je kinderen? Heb je een ander huis, en als je het gaat verhuren: wie is je makelaar? Wil je het binnenkort gaan opknappen, wat is dan de planning, waar zijn de offertes?”
Bij het hoger beroep kan dat nog allemaal voor het eerst worden aangevoerd, ook in deze zaak. IJzerman: „Maar ook de krakers hebben nog huiswerk. Zij zullen duidelijk moeten maken dat ze speciaal voor dit pand een persoonlijk belang hebben, bijvoorbeeld vanwege werk of gezondheid. Stellen dat de woningnood tegenwoordig groot is, is niet genoeg, al hangt het in de cocktail van belangen bij de rechter natuurlijk ook af van wat de eigenaar ertegenover zet.”
Advocaat van krakers Juanita van Lunen (evenmin betrokken bij deze zaak) denkt dat de grote woningnood op zichzelf al wel indruk maakt op rechters. Ze vindt de uitspraak van de rechtbank in Amsterdam „volstrekt logisch, want wat was het ‘spoedeisend belang’ van de eigenaar in dit kort geding? Er wordt nu eenmaal niet ontruimd voor leegstand.” In kraakzaken haalt ze geregeld een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (21 juni 2021) aan. Die zei: „In deze krappe woningmarkt [is het] lastig om alternatieve woonruimte te vinden”, daarmee is „een wezenlijk belang” van de krakers gegeven. Van Lunen: „Rechters nemen dat door de wooncrisis makkelijker aan.”
Lees ook
Lees ookKraken door woningnood steeds populairder, ondanks nieuwe kraakwet
Met de huidige woningnood zou je denken dat er ook vaker wordt gekraakt. Daar zijn geen cijfers over, maar het is wel de indruk van Van Lunen. Ze doet tientallen kraakzaken per jaar. „Niet alleen in de Randstad wordt gekraakt, het gebeurt in heel Nederland, ook in bijvoorbeeld Hengelo en in dorpen.” De zaken waarbij zij betrokken is komen vaak niet bij de rechter. „Soms wordt er na overleg tussen eigenaar en krakers een gebruiksovereenkomst gesloten. Ook komt het voor dat de krakers vrijwillig vertrekken nadat de eigenaar de plannen met het pand heeft toegelicht. Zelfs nadat de rechter uitspraak heeft gedaan, worden er soms nog afspraken gemaakt over de termijn waarbinnen ze vertrekken.”
Het is een prikkelende vraag voor een studentencorps: hoe maak je morele ambitie waar? Uitgerekend Vindicat boog zich over deze vraag tijdens een symposium in de Groningse Akerk.
Het studentencorps staat door meerdere schandalen waarmee ze de afgelopen jaren in het nieuws kwam – een mishandeling tijdens een ontgroening, het slopen van een sushirestaurant – niet per se bekend om moraliteit. Maar, zegt Francesca Houben, secretaris van de lustrumcommissie, „het symposium over morele ambitie draagt bij aan de cultuurverandering die we afgelopen jaren binnen de vereniging in gang hebben gezet”. De bijeenkomst maakt deel uit van de lustrumviering vanwege het 210-jarig bestaan van de studentenvereniging.
Bijna driehonderd zomers geklede studenten zijn deze maandagmiddag aanwezig, pratend over het golftoernooi dat binnenkort plaatsvindt. Sommigen zitten onder het kerkorgel op TikTok te scrollen. Hoe leeft het thema morele ambitie bij hen?
Mannelijke leden
Voor Lilith van der Stelt (22) begint invulling van die term steeds meer vorm te krijgen. Ze rondde haar bachelor rechten af met een scriptie over IT-recht. Ze vertelt dat ze zelf nog niet echt haar passie heeft gevonden, „maar vind het wel belangrijk dat mensen de privacy en bescherming krijgen waar ze recht op hebben”. Met dat uitgangspunt hoopt ze tijdens haar master Informatierecht te ontdekken waar ze later wil gaan werken.
De term ‘morele ambitie’ is vorig jaar in zwang geraakt, toen schrijver en historicus Rutger Bregman zijn gelijknamige boek uitbracht. Morele ambitie gaat om de wil om de wereld een betere plek te maken door het inzetten van je talenten. ‘Stop met het verspillen van je talent en maak werk van je idealen’, aldus de ondertitel van Bregmans boek. Niet zwichten voor het riante salaris en prestigieuze van een consultancybaan op de Zuidas, maar je kennis inzetten om grote uitdagingen, zoals klimaatverandering en armoede, op te lossen. Toch blijkt uit onderzoek uit 2017 van Consultancy.nl, een online platform voor de consultancybranche, dat het grootste gedeelte van de kwart miljoen bachelor en master studenten in Nederland, een baan in consultancy ambieert.
Leden van het studentencorps Vindicat antwoorden met eens (groen) of oneens (rood) op een stelling van spreker Jeroen Smit.
Een van de sprekers is journalist Jeroen Smit. Hij is auteur van De prooi, dat gaat over het verval van ABN Amro. Hij vraagt wie van de aanwezigen op de sociëteit wel eens praat over morele ambitie. Er gaan slechts twintig handen de lucht in. Als NRC na afloop studenten over morele ambitie bevraagt, weigeren de mannelijke leden: publiekelijk willen ze dat niet. „Straks leest mijn toekomstige werkgever dit, dat is voor mij niet best”, grapt iemand.
Van der Stelt is een van de studenten die wel haar hand op stak. „In je eerste twee jaar bij Vindicat praat je nauwelijks over morele ambitie. Verder in je studie komen die gesprekken wel, omdat je toch meer gaat nadenken over je toekomst en wat je hierna wilt doen”, legt Van der Stelt uit. De gesprekken gaan over wat ze belangrijk vinden in het leven en waar ze zouden willen werken later.
Sterfbed
Tijdens het symposium pleit onder andere prinses Laurentien, die in opspraak kwam vanwege haar rol bij de hersteloperatie van het toeslagenschandaal, voor het ontdekken van je idealen. „Denk niet in termen van ‘wat wil ik?’, maar ‘waar sta ik voor?’.” Voor haar draait morele ambitie om „bedrijven van binnenuit maatschappelijker maken”, in plaats van slimme mensen weg te houden van grote banken, consultancybedrijven of de zakelijke advocatuur. Nobelprijswinnaar voor de Scheikunde Ben Feringa moedigt nieuwsgierigheid en je passie volgen aan. „Durf te dromen!” Hij vertelt over wetenschappers die via een start-up werken aan nieuwe behandelmethoden voor kanker.
Op de vraag wie idealen heeft, steekt maar een kleine meerderheid diens hand op
Vindicat-lid Mijke van der Putten (23), die een Master Strategic Innovation Management volgt, kan zich wel vinden in de sprekers. „Wat Laurentien zei, dat je grote bedrijven van binnenuit kunt veranderen, spreekt mij aan. Ik ben er zelf nog niet uit waar ik precies wil werken, zolang ik maar impact maak. Van binnenuit of van buitenaf.”
Publicist Simon van Teutem is de enige spreker die echt ingaat op ‘morele ambitie’. Van Teutem, die tijdens zijn studie stage liep bij een bank, schreef onlangs het boek De bermudadriehoek van talent. Hij waarschuwt voor het uitstellen van het najagen van je idealen: „Heb op je sterfbed geen spijt omdat je te veel tijd hebt verdaan met werk dat er eigenlijk niet toe doet.” Een oproep die bij veel studenten resoneert, getuige het luide applaus na zijn toespraak.
Geïnspireerd
Het is de vraag of het ook beklijft. Op de vraag wie idealen heeft, steekt maar een kleine meerderheid diens hand op. En het overgrote deel van de aanwezige studenten wil eerst geld verdienen voordat maatschappelijke bijdragen prioriteit wordt. „Begrijpelijk”, zegt Van Teutem. Veel mensen zien consultancywerk als een tussenstation, ziet hij. „Maar velen blijven uiteindelijk hangen in hun baan als consultant.”
De meeste studenten die NRC spreekt, zijn nog niet bezig met hun idealen. Maar voor Mee Jansen (23) is dat wel duidelijk. Met een bachelor rechten op zak en een master strafrecht in het vooruitzicht, is haar belangrijkste drijfveer: rechtvaardigheid. „Ik kan slecht tegen onrecht. Het kan iedereen overkomen. Mijn vader werkt in de zakenwereld. Dus thuis hebben we interessante gesprekken over onze maatschappij. Bijvoorbeeld over welke rechten verdachten moeten hebben.”
Jansen ziet haar toekomstige carrière als een manier om bij te dragen aan een eerlijkere samenleving. Na het symposium vertelt ze dat haar huisgenoten erdoor geïnspireerd zijn. „Ze kwamen naar me toe om te zeggen dat we het echt over morele ambitie moeten hebben.”
Henri Strik (66) trapt het voorlichtingscollege over zijn vakgebied af door het grootste misverstand erover te ontkrachten. „Wie denkt dat accountancy alleen om cijfertjes draait, heeft het mis. Het is juist een enorm sociaal vak”, zegt de docent van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN), locatie Nijmegen.
Of dit de jongeren in zijn leslokaal geruststelt – of juist afschrikt – is moeilijk te zeggen: de hoofden staan nog op slaapstand. „Ik moest helemaal uit de Achterhoek komen. En het is wél zaterdag, hè”, zegt Josephine Vosjan (19) uit Varsseveld verontschuldigend.
Deze zaterdag proberen Strik en collega Diede Hoenderboom (29) de harten van toekomstige studenten voor hun vak te winnen. „Ik wil het sowieso gaan doen”, zegt Vosjan. Waarom? „Ik vind rekenen leuk, het puzzelen. Maar ook het sociale van bedrijven helpen.”
Niet iedereen is even overtuigd als zij. Mayra Rutten (17) uit Malden twijfelt tussen rechten en accountancy. „Misschien wordt vandaag wel zo leuk dat ik hiervoor kies.” De Arnhemse Joshua Osabuohien (18) kwam uit nieuwsgierigheid naar de voorlichting, maar zal niet als student terugkeren. „Het sociale lijkt mij leuk, maar rekenen en Excel is niet echt mijn ding.” Hoenderboom heeft de opmerking gehoord. „Helaas”, zegt ze. „De vraag naar accountants is hoog, het aanbod mager.”
Dalende instroom
De instroom bij de opleidingen daalt, terwijl de uitstroom groeit. Op papier is nog sprake van een lichte groei: bij de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) nam het aantal leden in 2024 met 47 toe, tot 22.553. Maar de hoeveelheid werk groeit sneller. „Gegarandeerde baangarantie!”, roept Hoenderboom tijdens de voorlichting.
Van de ruim 22.000 NBA-leden zijn er een kleine elfduizend daadwerkelijk werkzaam als accountant bij een kantoor of de overheid. De rest is met pensioen of heeft een andere functie, bijvoorbeeld in het bedrijfsleven. En wie nog wél in het vak zit, houdt zich lang niet altijd bezig met het controleren van jaarrekeningen, in de ogen van veel mensen de hoofdmoot van het beroep. Dat is, in de meeste gevallen, het domein van de registeraccountant (RA), waarvan de meesten werkzaam zijn bij een van de ‘big four’: Deloitte, EY, KPMG en PwC.
Henri Strik geeft een voorlichtingscollege. „Accountancy is een enorm sociaal vak”, zegt de docent van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen.
Van die elfduizend accountants werken er zo’n vierduizend als Accountant-Administratieconsulent (AA-accountant), zoals de HAN die opleidt. AA’ers werken vooral voor ondernemers in het midden- en kleinbedrijf, en staan hen bij met advies en hulp bij de boekhouding. De AA’er is „de huisarts van het bedrijfsleven”, zegt Strik: „De een zit in een maatpak in de boardroom, de ander aan de keukentafel van de bakker op de hoek.”
Het is niet zo dat een hbo-student geen registeraccountant kan worden – maar daarvoor is vaak een extra (pre-)master nodig. Door het tekort aan RA’s zijn er samenwerkingsprojecten gestart met universiteiten als Nyenrode. Strik geeft ook daar les, „om de overstap voor hbo’ers nog gemakkelijker te maken”.
Op 31 december 2024 waren er iets meer dan vijfduizend RA’s werkzaam bij een accountantskantoor. Maar ook in die groep voert lang niet iedereen controles op de jaarcijfers uit. Volgens een schatting van de NBA ligt het daadwerkelijke aantal actieve controleurs tussen de drie- en vierduizend.
Volgens docent Strik is het tekort over de hele linie voelbaar. „De lijst met vacatures voor accountants is eindeloos.” En, grapt hij, wijzend op de vandaag aanwezige vertegenwoordigers van twee accountantskantoren, „ze worden nu al benaderd, voordat ze überhaupt aan de opleiding zijn begonnen”.
Enthousiasmeren
Na de voorlichting worden de scholieren inderdaad opgevangen door de twee vertegenwoordigers. „We zijn ze nog niet aan het rekruteren, hoor”, zegt Suzanne Peeters van Bol Adviseurs uit Venray met een glimlach. „Op de open dag draait het nog vooral om enthousiasmeren.”
Haar kantoor werkt al jaren samen met de hogeschool: ze leveren lesmateriaal in de vorm van casussen en ontvangen regelmatig stagiaires. Ook bij borrels, waar studenten en kantoren elkaar informeel ontmoeten, is Bol er vaak bij. Oud-student Bram van Dijck (24) leerde Bol kennen op zo’n borrel. „Ik ben daar als werkstudent begonnen en begin in september echt.”
Suzanne Peeters van Bol Accountants: „Er gebeuren soms bizarre dingen in de jacht op talent.”
Volgens Peeters is het tekort aan accountants ook buiten de Randstad duidelijk merkbaar. „Er gebeuren soms bizarre dingen in de jacht op talent: kantoren concurreren met luxe lokkertjes op carrièrebeurzen, aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden en extreem hoge startsalarissen.” Ook Juley Bick van Q Accountants in Nijmegen maakt zich zorgen over de toekomst van het vak. „Als er minder jongeren voor deze opleiding kiezen, moeten kantoren vaker genoegen nemen met minder geschikte kandidaten. Daardoor stokt de aanwas van nieuw talent dat kan doorgroeien naar seniorposities.”
Strik is zich bewust van dat risico. „Soms wordt iemand aangenomen onder het mom van: dan hebben we in ieder geval íémand. De hoop is dan dat ze intern beter worden opgeleid. Soms werkt dat, soms niet.”
Meer werk, geen extra handen
Strik wijst ook op de stijgende werkdruk. Zo zijn er meer verplichte controles: ongeveer twintigduizend bedrijven zijn wettelijk verplicht hun jaarrekening te laten controleren. Zonder controleverklaring riskeren de bedrijven boetes of juridische problemen. Daarnaast vragen steeds meer organisaties vrijwillig om controle: goede doelen, kleine bedrijven of ondernemers die grip willen krijgen op hun cijfers.
Daar komt de duurzaamheidswetgeving bij: de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). Die verplicht bedrijven te rapporteren over hun impact op mens en milieu. En vraagt van accountants een oordeel over die rapportage. Hoewel de invoering – met uitzondering van de grootste beursgenoteerde bedrijven – is uitgesteld, verwacht Strik dat de wetgeving uiteindelijk ook het mkb zal raken. Daarom blijft de HAN in de opleiding aandacht besteden aan de duurzaamheidsrapportage.
Nieuwe standaarden, extra controles: het is allemaal extra werk, zonder dat er extra handen zijn. Toch ziet docent Diede Hoenderboom ook kansen. De CSRD sluit aan bij wat studenten bezighoudt. „Studenten gaan hier graag mee aan de slag – ook als ze zich niet in het klassieke profiel van een accountant herkennen.”
Hoewel ook in de accountancy het maatschappelijke bewustzijn terrein wint, dwingt het personeelstekort kantoren tot scherpe keuzes. Het risico bestaat dat zij vooral nog klanten aannemen die weinig risico opleveren of financieel aantrekkelijk zijn. Organisaties met een complexer of kwetsbaarder profiel – zoals ziekenhuizen of crypto-startups – dreigen daardoor buiten de boot te vallen.
„Dat gevaar bestaat”, zegt Marlies de Vries, hoogleraar accountancy aan de Nyenrode Business Universiteit, „al zie ik het op dit moment in de praktijk niet gebeuren”. Wel zegt De Vries: „Een hogere werkdruk betekent meer kans op fouten.” En dus meer kans op mogelijke tuchtprocedures, claims of beroepsverboden.
Jonge accountants stappen op
De combinatie van werkdruk, juridische risico’s en commerciële druk maakt het vak van accountant minder aantrekkelijk. Een deel van de uitstroom is demografisch – ook Strik nadert zijn pensioen – maar jonge accountants haken eveneens af.
Hoenderboom werkte al bij EY en was bijna klaar met haar opleiding. Toch stopte ze vlak voor de eindstreep. „Mijn sociale leven stond op een laag pitje. Ik was vooral aan het werk of aan het studeren.” Dat bij een docent werk en privé beter in balans zijn, droeg bij aan haar keuze voor het onderwijs. Maar haar plezier in lesgeven gaf de doorslag: „Voor de klas staan en studenten helpen is gewoon ontzettend leuk.”
„De manier van werken bij grote kantoren past gewoon niet meer bij hoeveel uren mensen willen werken”, ziet docent Diede Hoenderboom.
Volgens De Vries van Nyenrode zijn er structurele redenen voor de teruglopende populariteit van het vak. Samen met collega Chris Fonteijn deed ze onderzoek naar de sector, wat resulteerde in het rapport Druk en Tegendruk. „De werkcultuur is van oudsher traditioneel en op sommige plekken weinig inclusief”, zegt ze. Die analyse herkent Hoenderboom: „De manier van werken bij die grote kantoren past gewoon niet meer bij hoeveel uren mensen willen werken.”
De Vries pleit in het rapport uit 2023 voor meer ‘tegendruk’ vanuit de sector zelf: herzien van cultuur en opleiding. Arif Dursun, partner bij adviesbureau voor accountants Kriton, ziet de afgelopen jaren wel degelijk veel verbeteringen: kantoren letten beter op werkdruk en vragen hun mensen sneller of er extra hulp nodig is, zegt hij.
Wel ziet hij dat veel studenten het vak gebruiken als opstap. „Veel mensen kiezen accountancy omdat ze nog niet weten wat ze willen.” Accountancy is immers een goede basis voor andere functies. „Je kunt bij veel bedrijven een kijkje in de keuken nemen”, zegt Dursun. Daarna overstappen naar een andere financiële rol is dan relatief gemakkelijk. Andersom is lastiger: werk je al in het bedrijfsleven, maar wil je alsnog accountant worden, dan moet je de hele opleiding volgen. Dat maakt het vak onaantrekkelijk voor ervaren zij-instromers.
Nieuwe beroepsprofiel
In veel andere functies in de financiële sector verdien je net zoveel, soms zelfs meer én is de ervaren werkdruk lager. Om het beroep van accountant aantrekkelijker te maken, startte de NBA in 2023 met de herijking van het beroepsprofiel. In januari 2025 werd het eerste voorstel gepubliceerd: In balans met de toekomst. Daarbij wordt voortgebouwd op het rapport van De Vries.
Belangrijkste voorstel: maak een duidelijk onderscheid tussen de accountant-administratieconsulent en de registeraccountants, zowel in de opleiding als in de werkpraktijk. Als AA-accountant geef je vooral advies en help je bij de boekhouding, maar doe je zelden wettelijke controles. Volgens Peter Eimers, voorzitter van het kernteam dat de herijking van het beroepsprofiel leidt, doet slechts 1 à 2 procent van de AA’s in Nederland dergelijke controles, zei hij dit jaar in een interview tegen accountant.nl. Toch bestaat een groot – en zwaar – deel van de opleiding tot AA-accountant nog uit het aanleren van zulke vaardigheden.
Het idee van de herijking: haal die component uit de opleiding. Daarnaast moet de mogelijkheid om je als AA-accountant tot RA-accountant te laten omscholen makkelijker worden. Deze aanpassingen moeten de opleiding toegankelijker maken, ook voor mensen die al een financiële loopbaan hebben, maar alsnog accountant willen worden.
De grotere kantoren lijken enthousiast over de herijking, maar zeker onder kleinere kantoren waar veel AA-accountants werkzaam zijn, is er weerstand tegen. Zij vrezen dat de rol van de AA-accountant uitgekleed wordt, en daarmee aantrekkingskracht verliest.
Aanwijsplicht
Ook politiek Den Haag probeert intussen de accountancysector te versterken, mede naar aanleiding van meerdere schandalen en kritische rapporten over de sector. Zo diende het kabinet in 2023 een wetsvoorstel in om de kwaliteit van accountantscontroles te verbeteren.
Volgens dit voorstel moeten kantoren transparanter worden over hun werkwijze, en moeten grote kantoren een onafhankelijke raad van toezicht krijgen. Ook is een aanwijsplicht in het wetsvoorstel opgenomen: als een bedrijf geen accountant vindt, zou de NBA er een kunnen aanwijzen. Vooral dat laatste stuitte op weerstand: kantoren willen niet worden gedwongen klanten over te nemen. Ook kleinere kantoren hebben zorgen geuit over de extra regels.
In veel andere functies in de financiële sector verdien je net zoveel, soms zelfs meer én is de ervaren werkdruk lager dan als accountant.
Onder minister Eelco Heinen is het voorstel begin mei aangepast. De aanwijsplicht blijft in de wet staan, maar wordt voorlopig niet ingevoerd. De zwaarste verplichtingen gelden nu alleen voor de grootste kantoren. Desondanks is de wet nog niet aangenomen. De hoop van de sector is dat het voorstel, in afgeslankte vorm, alsnog door de Kamer komt. Het risico dat bedrijven straks zonder controleverklaring komen te zitten – en dus letterlijk niet verder kunnen – groeit.
Op 16 maart jl. betrokken krakers een pand aan de Amsterdamse Keizersgracht en schreven ze de eigenaar dat ze ‘spullen van emotionele waarde [hadden] aangetroffen. Wij zijn natuurlijk bereid dit terug te geven. We hopen spoedig iets van u te vernemen’. De dag erop deed de eigenaar aangifte van huisvredebreuk en spande ter ontruiming een kort geding aan tegen de krakers, van wie er vier verschenen op de zitting van 25 maart.
De eigenaar stelde dat hij het pand als hoofdwoning gebruikte, voor hem, zijn partner en zijn zoon, al stond hij er tot de dag van aangifte niet ingeschreven in de gemeentelijke basisregistratie. Toen het pand werd gekraakt was hij met vakantie in Engeland, maar hij had al mondelinge afspraken gemaakt om het pand en de tuin binnenkort op te laten knappen.
Volgens de krakers daarentegen had het pand negen jaar leeggestaan. Het was aan het verkrotten, er was geen warm water want de boiler werkte gezien het display al lang niet meer, en de post was voor het laatst opgehaald in augustus vorig jaar. Ze kwamen met foto’s die lieten zien dat de tassen met persoonlijke spullen waren ‘aangeknaagd door muizen’.
De eigenaar beriep zich op het eigendomsrecht en de vrees dat de krakers zijn pand zouden beschadigen. De krakers stelden dat het huisrecht hen beschermde, het grondrecht op onschendbaarheid van de woning. Bovendien hadden ze ‘door de schrijnende woningnood en hun beperkte financiële middelen’ niet snel zicht op een woning.
De uitspraak: ontruiming afgewezen
De rechtbank weegt de belangen af, iets wat extra uitgebreid moet gebeuren sinds de Hoge Raad vorig jaar rechters opdroeg alle argumenten over de proportionaliteit van de inbreuk op het huisrecht van krakers te onderzoeken en de beslissing goed te motiveren. De rechtbank: „Rode draad in de rechtspraak van de afgelopen decennia is dat niet wordt ontruimd voor leegstand.” Vervolgens somt de rechtbank alle feiten op waardoor niet geloofwaardig is dat dit pand werd bewoond: verrotte kozijnen, schimmel op de muren, verwilderde tuin, muizenlijkje in de keuken. En: „De houdbaarheidsdatum op kruidenpotjes in de keuken is met vele jaren overschreden.” De eigenaar heeft bovendien niets van zijn opknapplannen zwart op wit duidelijk gemaakt. Daarom wijst de rechtbank de ontruimingsvordering af.
De eigenaar heeft tegen de uitspraak hoger beroep ingesteld.
Het commentaar
„Dit is zeker geen vreemde uitspraak”, zegt vastgoedadvocaat Vera IJzerman (Van Till), die niet betrokken is bij deze zaak. „Dat de rechtbank de geloofwaardigheid van bewoning en de verbouwplannen voor het pand zo uitgebreid heeft onderzocht, past in de lijn van de jurisprudentie. Daardoor gaat hier de eigenaar nat.” IJzerman staat in kraakzaken de eigenaren bij. „Die moeten hun dossier ontzettend goed op orde hebben. Voorheen kon je als een soort cowboy naar de rechtbank gaan en kreeg je binnen een paar dagen een ontruimingsvonnis. Nu moet je op allerlei manieren onderbouwen hoe je het pand gebruikt en wat je ermee gaat doen. Ga je er zelf wonen, of je kinderen? Heb je een ander huis, en als je het gaat verhuren: wie is je makelaar? Wil je het binnenkort gaan opknappen, wat is dan de planning, waar zijn de offertes?”
Bij het hoger beroep kan dat nog allemaal voor het eerst worden aangevoerd, ook in deze zaak. IJzerman: „Maar ook de krakers hebben nog huiswerk. Zij zullen duidelijk moeten maken dat ze speciaal voor dit pand een persoonlijk belang hebben, bijvoorbeeld vanwege werk of gezondheid. Stellen dat de woningnood tegenwoordig groot is, is niet genoeg, al hangt het in de cocktail van belangen bij de rechter natuurlijk ook af van wat de eigenaar ertegenover zet.”
Advocaat van krakers Juanita van Lunen (evenmin betrokken bij deze zaak) denkt dat de grote woningnood op zichzelf al wel indruk maakt op rechters. Ze vindt de uitspraak van de rechtbank in Amsterdam „volstrekt logisch, want wat was het ‘spoedeisend belang’ van de eigenaar in dit kort geding? Er wordt nu eenmaal niet ontruimd voor leegstand.” In kraakzaken haalt ze geregeld een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (21 juni 2021) aan. Die zei: „In deze krappe woningmarkt [is het] lastig om alternatieve woonruimte te vinden”, daarmee is „een wezenlijk belang” van de krakers gegeven. Van Lunen: „Rechters nemen dat door de wooncrisis makkelijker aan.”
Lees ook
Lees ookKraken door woningnood steeds populairder, ondanks nieuwe kraakwet
Met de huidige woningnood zou je denken dat er ook vaker wordt gekraakt. Daar zijn geen cijfers over, maar het is wel de indruk van Van Lunen. Ze doet tientallen kraakzaken per jaar. „Niet alleen in de Randstad wordt gekraakt, het gebeurt in heel Nederland, ook in bijvoorbeeld Hengelo en in dorpen.” De zaken waarbij zij betrokken is komen vaak niet bij de rechter. „Soms wordt er na overleg tussen eigenaar en krakers een gebruiksovereenkomst gesloten. Ook komt het voor dat de krakers vrijwillig vertrekken nadat de eigenaar de plannen met het pand heeft toegelicht. Zelfs nadat de rechter uitspraak heeft gedaan, worden er soms nog afspraken gemaakt over de termijn waarbinnen ze vertrekken.”