Woekerpolisaffaire schudde verzekeringssector door elkaar

Analyse

Uitspraak woekerpoliszaak De woekerpolisaffaire was ingrijpend voor de slachtoffers ervan én voor de verzekeringswereld, die sindsdien een transformatie doormaakte.

Een financieel adviseur kijkt een polis na, die een gedupeerde hem voorlegt tijdens de Nationale Ontwoekerdag in Utrecht in 2018. Bezoekers konden er gratis advies krijgen over hun woekerpolissen.
Een financieel adviseur kijkt een polis na, die een gedupeerde hem voorlegt tijdens de Nationale Ontwoekerdag in Utrecht in 2018. Bezoekers konden er gratis advies krijgen over hun woekerpolissen. Foto Erik van ‘t Woud/ANP

Sommige verzekeraars noemen het ‘een steentje in hun schoen’. Voor sommigen van de gedupeerde klanten is het eerder een steen op de maag: de woekerpolisaffaire. Deze week werd een nieuw hoofdstuk toegevoegd aan het schandaal dat draait om problemen met beleggingsverzekeringen.

Die problemen kwamen in 2006 aan het licht, dankzij vertrouwelijk onderzoek van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en flinke aandacht van tv-programma Radar. Wat bleek? De helft van de circa 7 miljoen beleggingsverzekeringen die in de jaren tachtig, negentig en in het begin van deze eeuw werden verkocht, bleken zelden de rendementen op te leveren die klanten waren voorgespiegeld.

Dat kwam door de zeer hoge kosten die verzekeraars rekenden, waardoor er weinig geld overbleef om mee te beleggen. En door de overlijdensrisicoverzekeringen, onderdeel van het product, waarvoor zeer hoge kosten werden gerekend. En ook doordat klanten slecht waren ingelicht over de risico’s die bij een beleggingsproduct komen kijken. Die risico’s waren groot: toen rond de eeuwwisseling de beurskoersen crashten, smolt veel opgebouwd rendement weg. Radar introduceerde destijds een frame dat nog altijd beklijft: de beleggingsverzekeringen waren ‘woekerpolissen’ gebleken.

Sindsdien is enorm veel gebeurd rond de beleggingsverzekeringen zelf – maar ook in de verzekeringswereld als geheel en in de rechtspraak.

Wat betreft de producten zelf voerden verzekeraars vanaf 2006 wijzigingen door waardoor de kosten daarna wél duidelijk werden vermeld en verlaagden ze de kosten die ze in rekening brachten. Daarnaast werden eind jaren nul overeenkomsten gesloten met bepaalde claimstichtingen en individuele klanten over schadevergoedingen, ter compensatie van de te hoge kosteninhoudingen. De verzekeraars zouden zo in totaal al 3 miljard euro aan schade hebben vergoed. Vanaf 2014 spoorde de AFM de verzekeraars aan elke polishouder individueel te benaderen en kosteloos te adviseren om te bekijken of oversluiting of aanpassing van de verzekering wellicht een goed idee was.

Grote fouten

Dat stemde echter niet alle partijen tot tevredenheid. Sinds 2013 procedeert ConsumentenClaim namens Vereniging Woekerpolis.nl en ondersteund door de Consumentenbond tegen verschillende verzekeraars. Die zaken zijn inmiddels bij uitspraak in hoger beroep uitgekomen. De eerste kwam afgelopen dinsdagavond van het gerechtshof in Den Haag, over producten van verzekeraars NN en in het kielzog ook over die van Aegon Nederland, dat inmiddels in handen is van ASR. Het hof besliste dat NN – bij klanten beter bekend als Nationale-Nederlanden – bij de verkoop van zijn beleggingsverzekeringen in de jaren negentig tot en met 2004 grote fouten heeft gemaakt.

De markt voor beleggingsverzekeringen is sinds 2008 vrijwel opgedroogd

Zo rekende de verzekeraar provisiekosten, de vergoeding die financiële adviseurs kregen aan het begin en gedurende de looptijd van de verzekering, door aan de klanten. Volgens het hof was daar geen basis voor in de voorwaarden. Hetzelfde gold voor onder meer de incassokosten. Verder heeft het hof beslist dat de overlijdensrisicoverzekering die bij de beleggingsverzekering hoorde, te duur was. Voor de producten van Aegon Nederland was het hof iets milder, maar ook daar kreeg Woekerpolis.nl gelijk wat betreft een aantal van de in hun ogen oneerlijke praktijken.

Beide uitspraken zetten in principe de deuren open voor fikse schadevergoedingen – en de kans is groot dat ook de zaken tegen Achmea, Reaal (inmiddels onderdeel van Athora) en ASR zelf met grofweg dezelfde uitspraken eindigen.

Hoe groot de mogelijke financiële schade wordt, is nog onbekend. De rechter kan daar in deze zaken niks over zeggen. Woekerpolis.nl zal in gesprek moeten gaan met de verzekeraars over de vergoedingen aan de leden van de vereniging als deel van een schikking, of, als dit niet het gewenste resultaat oplevert, weer naar de rechter moeten stappen om een algemene schadevergoeding af te dwingen al. Andere polishouders zullen – als ze zich niet alsnog bij Woekerpolis.nl aanmelden – zelf moeten aankloppen bij hun verzekeraar met de gerechtelijke uitspraak in de hand. En als dat niets oplevert ook zelf weer een rechtszaak moeten aanspannen.

Uiteenlopende bedragen

NN heeft beleggers eerder al laten weten dat áls het uiteindelijk tot een schadevergoeding komt, het om een „materieel bedrag” zal gaan. Woekerpolis.nl rekende voor dat NN, dat 700.000 beleggingsverzekeringen verkocht, inclusief rente op een gemiddeld schadebedrag zou kunnen uitkomen van 15.000 euro. Dat is 10 miljard euro in totaal. Een analist van ING kwam tot een bedrag van duizend euro per polis; dan zou de schade voor NN 700 miljoen euro bedragen. Die enorm uiteenlopende bedragen laten zien dat niemand buiten de verzekeraars om echt weet wat de gevolgen zullen zijn.

Of het überhaupt tot een schadevergoeding komt, is ook nog maar de vraag. NN liet dinsdagavond direct weten in cassatie te gaan tegen de uitspraak, omdat volgens de verzekeraar het hof de regels en wetten uit de tijd van de verkoop van de woekerpolissen (jaren tachtig-2004) verkeerd heeft toegepast. De verzekeraar meent bij de verkoop van de beleggingsverzekeringen wél volgens de destijds geldende regels te hebben gewerkt. ASR besloot donderdag uiteindelijk ook naar de Hoge Raad te stappen. Die verzekeraar meent dat Aegon Nederland al voldoende heeft gecompenseerd. De rechtszaken in cassatie kunnen nog eens een aantal jaar voortslepen – met grote onzekerheid voor verzekeraars en andere belanghebbenden tot gevolg.

Op de beurs zorgden de uitspraak van het hof en de onduidelijkheid over de mogelijke financiële consequenties voor een enorm schrikeffect. Op woensdag werd de handel in NN zelfs even stilgelegd, omdat het aandeel te hard naar beneden ging. NN eindige de week uiteindelijk 17,2 procent lager, ASR 16,6 procent. Aegon, dat geen bedrijf meer runt in Nederland maar wel een groot aandeel heeft in ASR, leverde 3,8 procent in.

Provisieverbod

De uitspraken van het hof kunnen dus in potentie een financiële schokgolf teweegbrengen voor de verzekeraars. Maar de woekerpolisaffaire heeft ook zonder die uitspraken al tot een enorme verandering geleid in de verzekeringsbranche. Als gevolg van de affaire hebben verzekeraars en andere financiële instellingen hun producten aanzienlijk versimpeld en moeten reclames voor beleggingsproducten voorzien worden van waarschuwingen.

Verder kwam er een einde aan de provisies die tussenpersonen kregen van verzekeraars voor het afsluiten van beleggingsverzekeringen. Die provisies zorgden voor een perverse prikkel om beleggingsverzekeringen aan de man te brengen. De afsluitkosten werden bovendien doorberekend aan de verzekerde, waardoor die zijn inleg, waarmee feitelijk belegd werd, flink zag afnemen. In de uitspraak van het hof tegen NN geven de raadsheren een voorbeeld waarin een kwart van de premie van een verzekerde in de zakken belandde van de tussenpersonen. Sinds 2013 zijn provisies op deze manier verboden. Als een klant financieel advies wil, moet die daar zelf voor betalen.

De woekerpolisaffaire heeft ook andere ‘slachtoffers’ gemaakt. Een belangrijke: de beleggingsverzekering zelf. Tussen de jaren tachtig en het begin van deze eeuw zijn naar schatting 7 miljoen van dergelijke polissen verkocht. Het idee: beleggen via de verzekeraar zou meer opleveren dan geld in de sok of op de spaarrekening – mede door een fiscaal voordeel voor beleggingsverzekeringen.

Na het uitbreken van de woekerpolisaffaire dachten klanten wel twee keer na voor ze hun verzekeraar namens hen lieten beleggen. Sinds 2008 is de markt voor zulke polissen dan ook grotendeels opgedroogd.

De affaire heeft de eigendomsverhoudingen in de branche veranderd. Verzekeraars bleven opgescheept met wat zij ‘gesloten boeken’ noemen. Dat zijn portefeuilles met langlopende levensverzekeringen die goed moeten worden beheerd, maar waarvan de beheerskosten per polis steeds hoger worden. Dat komt doordat er geen nieuwe polissen bij komen en steeds meer polissen aflopen. Dergelijke gesloten boeken zijn een belangrijke reden geweest achter verschillende fusies en overnames in de verzekeringswereld afgelopen jaren. Het idee: door boeken samen te voegen, worden kosten bespaard en vallen de lasten weer mee.

Lees ook: Fuseren is heel normaal in de wereld van verzekeraars

En dan is er nog de invloed van de woekerpolisaffaire op de wetgeving. De vele claimclubs die zich in het kielzog van het schandaal hebben opgericht – en in de nasleep van de val van DSB Bank, die overigens ook veel beleggingsverzekeringen verkocht – legden een zwakte bloot in hoe de wetgeving collectieve claims mogelijk maakten. Onder de oude regels kon wel collectief bij een rechter worden bepaald dat een bedrijf fout zat, maar werd niet tegelijk de hoogte van een schadevergoeding vastgelegd. Ook was een uitspraak niet algemeen bindend te verklaren voor alle partijen. Elke claimclub kon weer een nieuwe rechtszaak beginnen.

Sinds wetswijzigingen in 2020 kunnen rechters wel schadevergoedingen toewijzen. Ook gelden uitspraken van de rechter in principe voor iedereen die een dergelijk betwist product had aangeschaft.

In de lopende woekerpoliszaken tegen de verzekeraars zijn al die culturele en juridische veranderingen alleen nog niet van toepassing. De oude claimwetgeving geldt voor deze rechtszaken, en de producten die destijds zijn verkocht wáren ingewikkeld, duur en ondoorzichtig. Dat eerste maakt het voor betrokken partijen heel ingewikkeld om te weten hoe ze nu moeten handelen. Ook als betrokken verzekeraars overgaan tot een schikking, zijn ze niet gevrijwaard van eventuele toekomstige individuele of collectieve zaken. Een snelle deal nu heeft dan ook geen zin – waardoor het logischer lijkt om dan maar door te procederen tot de hoogste rechter. Dat steentje in de schoen of de steen op de maag zal dan nog wel even blijven zitten.