N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Constitutionele crisis Van alle plannen van de nieuwe Israëlische regering heeft niet één meer emoties losgemaakt dan de hervorming van de rechterlijke macht. „Het is een gerichte aanval op de kern van de Israëlische democratie.”
De anders zo kalme wereld van bedachtzame rechters en constitutionele experts is in Israël al een paar weken na het aantreden van de nieuwe regering van premier Netanyahu veranderd in een kolkende arena waarin heftig wordt gestreden om de toekomst van de democratie in het land.
Geen enkel voorstel van de nieuwe regering – de meest rechtse uit Israëls geschiedenis – heeft meer emoties losgemaakt dan haar vorige week gepresenteerde plannen om de bevoegdheden van het Hooggerechtshof ondergeschikt te maken aan die van de Knesset, het parlement. Bovendien wil de regering de zittende politieke machthebbers een beslissende stem geven bij de benoeming van nieuwe rechters, waardoor de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht dreigt te worden aangetast.
Zaterdagavond demonstreerden tachtigduizend woedende Israëliërs in Tel Aviv in de stromende regen tegen de voorgestelde hervormingen. ‘Geen democratie zonder het Hooggerechtshof’ stond op sommige spandoeken te lezen. ‘Red Israël’ en ‘Einde van de democratie’ op andere. Maandag werd er op veel universiteiten een uur lang gestaakt door studenten en docenten om hun afkeer van de plannen te betuigen. Ook waren er veel kleinere betogingen van voorstanders van de hervormingen.
Hongaarse toestanden
„We kunnen deze hervormingen niet stilletjes accepteren”, zegt Margit Cohn, hoogleraar constitutioneel recht aan Hebrew University, telefonisch vanuit Jeruzalem. Zij deed ook mee aan de acties van maandag. „Dit is nooit eerder vertoond. Het is een gerichte aanval op de kern van de Israëlische democratie. De situatie doet sterk denken aan de toestand in Hongarije, waar de rechterlijke macht op dezelfde manier is aangevallen.”
Sommige seculier ingestelde Israëliërs wachten de bui niet af en wijken uit naar het buitenland. „Vanmorgen vertelde mijn buurman dat hij het land voor drie jaar verlaat”, vertelt Cohn. „Dat zou ik ook kunnen doen, ik beschik ook over een Duits paspoort en zou zo naar Berlijn kunnen gaan, maar ik denk er niet aan om weg te gaan. We moeten ons hier tegen verzetten.”
Zelfs de president van het Hooggerechtshof, Esther Hayut, gewoonlijk een toonbeeld van discretie, haalde vorige week in een spreekbeurt in Haifa hard uit naar de voorstellen. Ze sprak van „een blanco cheque” voor het parlement. En ze waarschuwde dat als de voorstellen zouden worden doorgevoerd „de 75ste verjaardag van Israëls onafhankelijkheid (dit jaar, red) in de herinnering zal leven als het jaar waarin de democratische identiteit van het land een fatale klap werd toegediend”. Ook de oppositie in de Knesset is faliekant tegen de hervormingen.
Verwijt van te actieve toetsing
De regering betoogt evenwel dat het Hooggerechtshof zich de laatste jaren te actief bemoeide met het toetsen van door de Knesset goedgekeurde wetten. Daardoor moesten die soms worden aangepast of konden ze niet van kracht worden. In tegenstelling tot rechters zijn de leden van de Knesset door het volk gekozen, stellen zij. Daarom moet – overeenkomstig democratische beginselen – een meerderheid in de Knesset een afwijzende opinie van de rechters naast zich neer kunnen leggen.
Volgens Cohn miskennen de regeringspartijen daarmee de cruciale rol van het Hooggerechtshof in het huidige bestel. „Het Hooggerechtshof speelt een belangrijke rol bij de bescherming van de rechten van minderheden tegen machtsmisbruik van de regering. Als je je niet meer tot onafhankelijke rechters kunt wenden, wat kun je anders als minderheid nog doen? Dan beland je al gauw in het soort democratie van Viktor Orban, die eigenlijk geen democratie meer is.”
De voorstellen van de nieuwe minister van Justitie, Yariv Levin, zijn niet nieuw. Vooral orthodoxe politici pleiten hier al jaren voor. Netanyahu’s Likud steunde die echter lange tijd niet, inmiddels wel. Levin maakt zelf deel uit van Likud. Volgens Netanyahu’s critici heeft de ommezwaai alles te maken met Netanyahu’s eigen juridische problemen. Er lopen nog altijd drie processen tegen hem op verdenking van corruptie tijdens eerdere ambtstermijnen. Van tandeloos gemaakte rechters heeft de premier weinig te vrezen.
Hoe het verder gaat is moeilijk te voorspellen. De regering lijkt ongevoelig voor de kritiek en wijst op het mandaat dat ze vorige herfst van de kiezers kreeg.
„Twee maanden geleden was er een enorme demonstratie in Israël, de moeder van alle demonstraties”, zei Netanyahu smalend na de betoging van zaterdag. „Miljoenen mensen gingen de straat op om in de verkiezingen te stemmen.”
Dat opiniepeilingen uitwijzen dat maar 16 procent van de Israëliërs volgens een recente opiniepeiling graag zou zien dat politici meer invloed krijgen op de benoeming van rechters, negeert Netanyahu’s regering liever. En haar argument dat het Hooggerechtshof in de ogen van het publiek de laatste jaren aan legitimiteit heeft ingeboet – ruim 40 procent vertrouwde het Hooggerechtshof- is ook niet zo overtuigend. Het aanzien van politici is in diezelfde tijd nog veel sneller gedaald. Slechts 15 procent heeft vertrouwen in de Knesset en 9 procent in politieke partijen.
Analisten wijzen er intussen op dat de zaak makkelijk zou kunnen escaleren tot een diepe constitutionele crisis, als de huidige rechters in het Hooggerechtshof de nieuwe wetgeving niet zouden accepteren op grond van de bestaande regels. Wie knippert dan het eerst met de ogen?
Ook Israëls president Isaac Herzog is hiervan doordrongen. Hij zei zondag dat het conflict „het land in tweeën scheurt” en hij spant zich in om de twee kanten tot elkaar te brengen. „Ik richt me nu op twee belangrijke rollen die ik op dit moment volgens mij moet spelen: het afwenden van een constitutionele crisis en het tot stilstand brengen van de voortgaande scheuring binnen onze natie.”
Lees ook: Zesde kabinet-Netanyahu wordt het ‘meest extreme in de geschiedenis van Israël’