Willen warmtenetten nog slagen, dan zal de overheid naar voren moeten treden

Raken de klimaatdoelen nog verder uit zicht, nu twee energiereuzen – Vattenfall en Eneco – de aanleg van grootschalige warmtenetten voor bestaande woningen stilleggen? Vattenfall maakte afgelopen vrijdag bekend voorlopig op te houden met het bouwen van warmtenetten voor bestaande woningen door „verslechterende marktomstandigheden”. Om diezelfde reden stopte Eneco de afgelopen maanden ook al met meerdere grote warmtenetprojecten in Amsterdam en Utrecht.

In 2050 moeten alle woningen en gebouwen in Nederland van het aardgas af, om de CO2-uitstoot terug te dringen. Warmtenetten zijn cruciaal om dat doel te bereiken in de grote steden, omdat er voor sommige huizen niet veel andere mogelijkheden zijn om van het aardgas af te gaan. Groepen huizen die dicht op elkaar staan, kunnen een aansluiting krijgen op het warmtenet (stadswarmte). Via buizen onder de grond krijgen die huizen dan (rest)warmte van bijvoorbeeld een industrie uit de omgeving. Op die maner kunnen huizen worden verwarmd zonder aardgas.

Vorig jaar hadden zo’n 450.000 woningen een aansluiting op een warmtenet, volgens Natuur en Milieu. Het doel is om in 2030 een half miljoen woningen via warmtenetten van warmte te voorzien. Vattenfall was van plan de komende jaren minimaal zo’n 7.000 woningen per jaar aan te sluiten op stadswarmte in de bestaande bouw.

Hoewel de ambities van de overheid en bedrijven hoog zijn, kwamen de afgelopen maanden juist veel warmtenetprojecten stil te liggen. In april gebeurde dat in veel wijken in Rotterdam, terwijl daar juist een gigantische warmtebron staat: de Rotterdamse haven. In diezelfde maand stopte Eneco ook met een groot project in Overvecht-Noord in Utrecht. Vorige maand legde Eneco in het Amsterdamse Amstelkwartier een project stil. In het noorden van Rotterdam gaat Eneco wel door. Vorige week zei Vattenfall te stoppen met de bouw van alle warmtenetten voor al bestaande woningbouw.

Zeggenschap

Dit komt niet als verrassing. Zo’n twee jaar geleden waren private warmtebedrijven niet blij met het besluit van toenmalige klimaatminister Rob Jetten om de Rijksoverheid voor meer dan de helft eigenaar te maken van het warmtenet (waarvan nog niet zeker is of het nieuwe kabinet ermee doorgaat). Het doel daarvan: betaalbaarheid en duurzaamheid garanderen. Maar commerciële energiebedrijven willen zeggenschap houden over het warmtenet om invloed te kunnen houden over hun inkomsten. Kort na het besluit kondigde Vattenall al aan sommige projecten te ‘pauzeren’.

Tel daarbij op dat de materiaalkosten voor het aanleggen van warmtenetten hoog zijn, terwijl de vraag ernaar onzeker is. Warmtebedrijven moeten veel geld investeren in bijvoorbeeld nieuwe pijpleidingen en warmtewisselaars. Die hoge kosten willen de bedrijven uitsmeren over een grote groep gebruikers. Maar dat laatste is grillig. Sommige huishoudens kiezen bijvoorbeeld voor een warmtepomp in plaats van een aansluiting op het warmtenet. Bij sommige huishoudens gaat de energievraag überhaupt naar beneden door betere isolatie. Voor het klimaat is dat goed, maar het betekent wel dat de vraag naar warmte van het warmtenet lager zal zijn.

Dat is een negatieve spiraal. Hoe lager de vraag, hoe hoger de kosten voor huishoudens die wél gebruik maken van het warmtenet. Door de hoge energierekening zullen weer minder huishoudens geïnteresseerd zijn in een aansluiting.

Onderzoeksinstituut TNO zag de energierekening van huishoudens met een aansluiting op het warmtenet al flink omhoog gaan over de jaren, maar dat gold ook voor warmte uit aardgas. Tussen 2019 en 2023 waren de warmtetarieven met 62 procent gestegen, schreven de TNO-onderzoekers in maart. Dat kwam door de gestegen gasprijzen tijdens de energiecrisis van 2022.In Nederland mag een contract voor een warmtenet niet duurder zijn dan een gascontract, waardoor het maximumtarief van warmtenetten kan meestijgen met gasprijzen. Tijdens de energiecrisis betaalde huishoudens met een aansluiting op het warmtenet dus ook meer. Jetten besloot als reactie daarop een spoedmaatregel aan te kondigen die de tarieven moet verlagen. Bedrijven als Vattenfall kunnen daardoor hun kosten minder goed dekken.

„Vattenfall ziet geen kans meer om klanten die in de bestaande bouw overgaan van gas op stadswarmte ook in de toekomst aantrekkelijke tarieven te bieden, zonder dat het warmtebedrijf zelf financieel ongezond wordt”, schreef het bedrijf afgelopen vrijdag op zijn site als toelichting op zijn besluit.

Grote spelers

Verschillende commerciële en overheidsbedrijven investeren in warmtenetten, maar Vattenfall en Eneco zijn grote spelers. Hun besluit is daarom slecht nieuws voor de verduurzaming van steden. Vooral mensen met oude, slecht geïsoleerde woningen hebben geen alternatief om van het gas af te gaan, zegt hoogleraar energie-economie Machiel Mulder telefonisch vanuit de Rijksuniversiteit Groningen. Een warmtepomp is voor zo’n oude woning niet genoeg. Het bereiken van het 2050-klimaatdoel was al ambitieus, en is nu nog verder weg.

Wat nu? Twee experts – Mulder en onderzoeker Sara Herreras, die op warmtenetten promoveert aan de Universiteit Utrecht – denken dat het nu aan de overheid is om meer risico’s te durven nemen. Om de klimaatdoelstellingen te halen moet het Rijk genoegen nemen met het lage rendement van de warmtenetten, iets wat commerciële bedrijven niet zo snel zullen doen. Herreras: „Maar dat zal lastiger worden dan de overheid denkt.”