N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Biologie Wat maakt de ene persoon aantrekkelijk voor malariamuggen en de ander niet? Een groep onderzoekers probeerde het op het Lowlands-festival uit te zoeken.
‘Ik heb hier een kooitje met 25 malariamuggen. Leg je arm er maar voorzichtig tegenaan. Als je aantrekkelijk bent, komen de muggen naar je toe en zullen ze proberen te bijten”, zegt onderzoeker Michelle Schinkel opgewekt als ik op een stoel plaatsneem in de behoorlijk warme container. Gelukkig legt ze meteen daarna uit dat de gaatjes aan de zijkant van het plexiglas kooitje dusdanig klein zijn dat „ze hun snoetje er doorheen steken en hun kop stoten. Ze komen niet ver genoeg om je echt te bijten.” Bovendien dragen de meegenomen muggen geen malariaparasieten.
Schinkel en collega’s willen op festival Lowlands achterhalen wat mensen (on)aantrekkelijk maakt voor muggen. Is het hun bloedgroep? Hun dieet? Alcoholgebruik? Of hun geur, veroorzaakt door bacteriën op de huid? „Door zoveel variabelen te bekijken, hopen we dat er een paar uitspringen die we verder kunnen onderzoeken in het lab”, zegt hoofdonderzoeker Felix Hol van het Radboudumc voorafgaand aan het festival.
Het is niet de eerste keer dat onderzoekers proberen te achterhalen wat mensen aantrekkelijk maakt voor muggen. „In grote lijnen kun je zeggen dat muggen in eerste instantie afkomen op CO2. Als ze dichterbij komen, gaan bepaalde geurstoffen in zweet en lichaamswarmte ook meespelen”, zegt Hol.
Geur- en smaakreceptoren
De vraag is of iedere mug dezelfde voorkeur heeft. Hol: „Muggen hebben honderden geur- en smaakreceptoren en het kan goed zijn dat die per soort verschillen. De malariamug en de Aziatische tijgermug, die dengue, zika en chikungunya verspreidt, zijn bijvoorbeeld miljoenen jaren terug al gedivergeerd. En in de praktijk zie je dat een aantal malariamuggen een sterke voorkeur voor mensen hebben, terwijl de gewone huissteekmug ook graag vogels bijt.”
Hol en collega’s kijken op Lowlands naar het gedrag van de malariamug Anopheles stephensi vanwege de klinische relevantie. Malaria veroorzaakt ieder jaar nog 600.000 doden. „De gewone huissteekmug, die in Nederland veel voorkomt, kan weliswaar westnijlvirus overbrengen, maar dit komt veel minder vaak voor”, zegt Hol. In Nederland raakten in 2020 zes mensen besmet met dat virus.
Terug in het lab bepalen we dan welke bacteriën er op je huid zitten
Maartje Inklaar onderzoeker
In mei lieten Amerikaanse en Afrikaanse onderzoekers in Zambia opnieuw zien dat malariamuggen worden aangetrokken door carbonzuren, waaronder boterzuur, een stof die aanwezig is in stinkkazen. De carbonzuren worden geproduceerd door bacteriën op de menselijke huid. „Dit soort stoffen zou je in muggenvallen kunnen stoppen”, zegt bioloog Marieke de Swart, die vergelijkbaar onderzoek doet bij Wageningen University. Maar daarvoor heb je meerdere stoffen nodig. „Zo’n val werkt het beste bij een geurmengsel dat aantrekkelijker is dan mensen.”
Vaak zijn dit soort studies kleinschalig, met enkele tientallen deelnemers. Dat is op Lowlands wel anders. „We hopen dat drie- tot vierhonderd mensen willen meedoen in de drie dagen dat we er zijn”, zegt Hol. „Dat maakt het een aantrekkelijke onderzoekslocatie. Als wij hier in Nijmegen een advertentie plaatsen om vrijwilligers te werven, hebben we maanden later misschien honderd deelnemers. En, laten we eerlijk zijn, het is voor ons ook een goede manier om grote groepen kennis te laten maken met ons onderzoek.”
Muggenmagneet
Op Lowlands geeft Schinkel me de volgende instructie: „Nu mag je even iets tegen de muggen zeggen door deze gaatjes heen. Muggen worden aangetrokken door CO2 dus dan activeer je ze.” Na wat liefkozende woorden van mij, start Schinkel een timer van drie minuten en filmen de onderzoekers met minicamera’s het gedrag van de insecten. In totaal landt zeventien keer een mug op mijn arm. Daarmee pak ik op dat moment de leiding in het ‘muggenmagneetklassement’ dat te zien is op een monitor, maar ik ben dan nog een van de eerste deelnemers van de dag. Een uur later ben ik ruimschoots verslagen.
Als de drie minuten voorbij zijn, maakt Schinkel de wand waar mijn arm tegenaan zat schoon en gaan de muggen terug naar een donkere ruimte om uit te rusten. Later vandaag mogen ze weer aan de bak. Ik ga door naar onderzoeker Maartje Inklaar die me een wattenstaafje geeft waarmee ik een halve minuut over mijn onderarm strijk. „Terug in het lab bepalen we dan welke bacteriën er op je huid zitten.”
Eerder heb ik al een uitgebreide lijst ingevuld met dertig vragen over onder andere mijn bloedgroep, hoeveel ik de afgelopen twaalf uur gedronken heb en wat, of ik vannacht bij iemand heb geslapen, of en welke drugs ik heb gebruikt, of ik op dit moment menstrueer, of ik DEET heb gebruikt en wanneer ik voor het laatst gedoucht heb. Vervolgens moest ik blazen voor een alcoholtest en werd mijn temperatuur opgenomen.
Ze zullen hun resultaten met heel veel mitsen en maren moeten opschrijven
Jeroen Spitzen onderzoeker
Een onderzoek op een festival heeft zo zijn beperkingen. Omdat een aanvraag voor een ethische commissie weken de tijd kost en de aanmeldperiode kort is, kozen Hol en collega’s ervoor proefpersonen niet te laten bijten. Maar je kunt je afvragen of een mug die landt, daadwerkelijk gebeten zou hebben. „Dat is een heel goed punt”, zegt De Swart, voorafgaand aan het festival. „Het wordt vaker in studies gebruikt, maar landen is niet hetzelfde als overgaan tot voeden.”
Bovendien zijn de onderzoekers afhankelijk van de eerlijkheid van de deelnemers. „Stel dat ze een effect van bepaalde drugs of bloedgroep vinden”, zegt haar collega Jeroen Spitzen, „hoe weet je dan dat die vragen eerlijk zijn beantwoord? Ze gaan geen bloed afnemen.”
„Ze zullen hun resultaten met heel veel mitsen en maren moeten opschrijven”, zegt hij. Desondanks kijken de Wageningse onderzoekers uit naar de resultaten. „Omdat ze waarschijnlijk veel mensen kunnen includeren, is het een mooie kans om bijvoorbeeld het effect van warmte te herbevestigen”, zegt Spitzen.
„Het was helemaal geweldig”, zegt Hol met schorre stem de maandag na Lowlands aan de telefoon. „Uiteindelijk hebben 529 mensen meegedaan. Op ieder moment van de dag stond er een rij.” Het onderzoek verliep volgens Hol goed, al dreigde de warmte roet in het eten te gooien. „Vrijdag aan het einde van de middag moesten we eerder stoppen omdat het 40 graden in de keet was. De muggen vlogen zelfs naar de plekken waar koelelementen stonden. De Lowlandsorganisatie heeft toen een zeil op het dak gelegd, een koelinstallatie geïnstalleerd en een extra raam aan de achterkant geplaatst. De rest van het weekend verliep een stuk koeler.”