‘Danoontje perzik”, zei mijn collega. We schrijven een jaar of zes geleden, in het Utrechtse restaurant waar ik destijds in de bediening werkte. Hij was verantwoordelijk voor de wijnkaart en organiseerde een proeverij voor het personeel, eigenlijk allemaal mensen die net als ik weinig tot niets van wijn wisten. Wel zo handig om een beetje te weten wat je verkoopt aan tafel.
Als student dronk ik liever bier. Dat is goedkoper. Consistenter ook. Het moet wel heel raar lopen wil een koud pilsje uit de tap niet lekker smaken. Dat is met wijn wel anders. Ik had wijn nog nooit heel lekker gevonden. Ook niet heel vies trouwens. Het smaakte vaak gewoon een beetje gemiddeld. Naar wijn.
Tot dat moment. Want verrek. Het smaakte inderdaad naar Danone. Naar perzik. Vol. Romig. Ik twijfel nu ik eraan terugdenk of het echt zo was. Misschien lag het niet zozeer aan de wijn als wel aan het feit dat ik het met zoveel aandacht dronk. Maar allemachtig, wat was het lekker.
Inmiddels besteed ik meer geld aan flessen dan bij mijn inkomen past. Het is iedere zomervakantie weer puzzelen hoeveel wijn ik tussen de kampeerspullen in de achterbak mee naar huis kan nemen. Desnoods vanuit Zuid-Frankrijk met een losse doos met flessen tussen de benen op de bijrijdersstoel, als ik weer eens te gulzig ben geweest. De auto zwaar op zijn assen. Ik bezit inmiddels meer wijn dan zinnig is in de beperkte ruimte van een stadsappartement. En misschien nog wel het belangrijkst: andere mensen krijgen de indruk dat ik er daadwerkelijk verstand van heb.
Ben ik nu een snob? Waar verandert liefhebberij in snobisme? En is er nog een weg terug?
Verfijnde smaak
Het woord snob heeft altijd een negatieve connotatie gehad. Het woord komt van het Latijnse ‘sine nobilitate’, dat op negentiende-eeuwse Engelse scholen werd gebruikt om leerlingen aan te duiden die geen adellijke titel bezaten. Destijds was de term dus vooral een middel van de hogere klassen om hun eigen positie te bestendigen. Tegenwoordig wordt het woord gebruikt om iemand aan te duiden die pretendeert een verfijnde (culinaire) smaak te hebben om zich te onderscheiden en superieur te lijken. De snob is een sociale stijger, wil doordringen tot hogere kringen.

Daarvoor is het relatief onbelangrijk hoe veel of weinig je over een onderwerp weet. Waar het om gaat, is hoe je met die kennis omspringt. Een snob is niet zozeer iets wat je bent, het is meer iets wat je uitstraalt.
Wijn is daarom een perfect snobistisch thema. Wijn consumeren hangt immers aan elkaar van gebruiken en gebaren. Vooral het restaurant, het liefst met uitgebreide wijnkaart en stijve klassieke bediening, vormt een uitstekend theater om de snob uit te hangen.
Verder nog opvallend, maar helaas moeilijk wetenschappelijk te staven: het lijkt erop dat vooral mannen snobs zijn. Het zijn de in lycra gestoken vaders met bierbuik die per se een carbon fietsframe willen omdat dat een paar honderd gram lichter is. Het zijn de amateurgitaristen die vier ruggen voor een gitaar neerleggen omdat B.B. King ook op zo’n model speelde, maar er nauwelijks een noot op kunnen spelen. Ik zal in de rest van dit artikel naar de snob verwijzen als een ‘hij’.
ABC’ers
Er zijn wijnliefhebbers die zweren bij wijn uit één bepaalde streek of druif. Of bij het juist vermijden van een type druif of streek (in mijn tijd in de horeca trof ik veel ABC’ers: anything but chardonnay). De types die neerkijken op flessen met een schroefdop. De types die álle natuurwijn vies vinden, of juist uitsluitend natuurwijn drinken.
Wijnplatform Wine Folly vroeg lezers ooit om hun meest irritante ervaringen met wijnsnobs te delen. De reacties waren even hilarisch als tenenkrommend. Mensen die tijdens een proeverij stennis trappen omdat er iemand aftershave draagt. Een stel dat zijn eigen fles wijn meeneemt naar een bruiloft en die met niemand deelt. Of, naar mijn mening het ergste voorbeeld: een groep mannen die een fles Krug-champagne van een paar honderd euro bestelt om die vervolgens als asbak te gebruiken.

Zoals de auteur van het artikel concludeert: snobisme komt vaak voort uit onwetendheid. De snob dénkt te weten hoe het zit. Maar hij beantwoordt liever dan dat hij doorvraagt. De Amerikaanse psychologen David Dunning en Justin Kruger onderzochten eind jaren negentig die discrepantie tussen zelfverzekerdheid en expertise. Hun bevinding: het zijn vaak de mensen met relatief weinig kennis over een onderwerp die zichzelf overschatten. Ook snobs zijn perfect in hun model (zie hieronder) te vangen. De grote paradox: wie écht veel weet, weet ook hoeveel hij nog niet weet.
Let wel: dat betekent niet dat er geen expertise mogelijk is. Er zijn ook over wijn heus wel zinnige uitspraken te doen, ballonnen die over het algemeen opgaan. Die bevatten alleen zelden de woorden ‘alle’, ‘geen’, ‘altijd’ of ‘nooit’.

Enthousiasme als wapen
Goed, en ik dan? Ik rol in rap tempo naar beneden van de piek in de grafiek. De afgelopen maanden verdiepte ik me nog intensiever in wijn voor de NRC Masterclass Wijn drinken voor beginners, waarin ik de poeha rond wijn ontleed en je een weerwoord aan de wijnsnobs leer geven. Gaandeweg leerde ik mijn eigen snobistische trekjes kennen, maar besefte ik vooral hoe weinig ik uiteindelijk weet. Ik ben, kortom, nog niet verloren.
De ultieme wapens tegen snobisme bleken enthousiasme en nieuwsgierigheid. Wie écht ergens enthousiast over is, kan eigenlijk per definitie geen snob meer zijn. Een snob is te cool voor enthousiasme. Te hooghartig. Weet daar zogenaamd te veel voor. Nieuwsgierig is hij al helemaal niet, dat zou zijn act van alwetendheid ondermijnen.
Snobisme is een doodlopende steeg. Uiteindelijk botst de snob altijd op de eigen vastgeroeste overtuigingen. Wie zichzelf eenmaal heeft overtuigd dat in Zuid-Italië alleen maar bocht wordt gemaakt, zal niet snel geneigd zijn zichzelf van het tegendeel te overtuigen. Voor een snob hangt zijn imago zelfs aan zulke uitspraken.

Het goede nieuws is dat snobisme geen eenrichtingsweg is. Je kunt er nog uit. Voor wie geen wijnsnob wil worden is mijn advies simpel. Drink met open vizier. Bevraag je eigen voorkeuren. Laat je niet afschrikken door mensen die (doen alsof ze) meer weten dan jij. Wijn drinken is geen quiz, er bestaan geen foute antwoorden. Behalve je wijn met ijsklontjes drinken natuurlijk. Dat kan echt niet.
