Wie vult het Mark Rutte-vormige gat in de politiek?

Analyse

Schuivende panelen Wat voor nieuwe premier willen Nederlandse kiezers? Na een lange periode met één premier treden er vaak verschuivingen op. Kiezers kijken naar de dominante thema’s, maar ook naar persoonlijkheden. Partijen hopen daarop in te kunnen haken.

Vrijdag kwam demissionair premier Mark Rutte zoals altijd naar de wekelijkse ministerraad.
Vrijdag kwam demissionair premier Mark Rutte zoals altijd naar de wekelijkse ministerraad. Foto Bart Maat

Zo groot en troebel is het gapende Mark Rutte-vormige gat in de Nederlandse politiek dat iedere ambitieuze politicus zichzelf erin kan zien. Want wie weet op wat voor premier de Nederlandse kiezer zit te wachten, na dertien jaar Rutte aan de macht? Een politicus met bestuurservaring of het tegendeel – een buitenstaander die het systeem openbreekt?

Een beetje van allebei, lijkt de gedachte bij BBB, dat vrijdag oud-CDA’er Mona Keijzer presenteerde als premierskandidaat. Telg van een middenpartij én rebel op de rechterflank. Staatssecretaris in Rutte III én door Rutte ontslagen uit dat kabinet vanwege haar kritiek op het coronatoegangsbewijs. „Ze kent het klappen van de zweep”, zo vatte partijleider Caroline van der Plas het cv van haar gedroomde premier vrijdag samen.

Dát BBB überhaupt een premierskandidaat voordraagt, zegt iets over de bravoure waarmee alle partijen de komende verkiezingscampagne ingaan. De partij peilt in de vorige week gepubliceerde peiling van I&O Research op dertien zetels. Maar na Ruttes aangekondigde vertrek is alles mogelijk, zo is het overheersende gevoel bij veel partijen.

Scheidslijn

„Dit ziet er voor mij uit als een 2002-achtig moment”, zegt Sarah de Lange, hoogleraar politiek pluralisme aan de Universiteit van Amsterdam. „Na hele lange periodes met één premier volgt vaak een grote electorale verschuiving.” Dat hoeft niet meteen te betekenen dat een populistische uitdager van het systeem, zoals destijds de LPF van Pim Fortuyn, de grootste wordt. Wel is de ruimte voor politieke verschuivingen ineens enorm.

Dat gaat verder dan Rutte, vervolgt De Lange. De afgelopen twintig jaar kende de Nederlandse politiek duidelijke verhoudingen, schetst ze. Daarin werd het bestuur met twee korte onderbrekingen (van 2002 tot 2003 met de LPF, en van 2010 tot 2012 met de PVV van Geert Wilders) door een groep partijen links en rechts van het midden gevormd en gesteund.

Daarbuiten ontstond een fluctuerende radicaal-rechtse flank die het goed deed bij verkiezingen, maar zelden aanschoof bij coalities en tussentijdse deals. „Het was bijvoorbeeld duidelijk dat Wilders nooit meer zou meeregeren zolang Rutte aan de macht was”, aldus De Lange. „Dat had grote gevolgen, want door de grootte van de PVV was het aantal coalities dat wél mogelijk was veel kleiner.”

Dat verandert. VVD-leider Dilan Yesilgöz wil de PVV niet uitsluiten en het landschap is intussen flink verbreed. De laatste jaren tekende zich een scheidslijn af tussen de traditionele linkse en rechtse blokken en een nieuw blok op radicaal-rechts, met kiezers die zelden terugkeerden naar de oude blokken. Maar die scheidslijn is niet zo scherp meer.

Zowel BBB als Nieuw Sociaal Contract, de partij waarmee Pieter Omtzigt zich in de verkiezingsstrijd werpt, kan namelijk op de belangstelling van stemmers rekenen die de afgelopen jaren uitweken naar PVV, FVD en JA21. Tegelijkertijd appelleren ze ook aan de achterban van de middenpartijen: daarin schuilt hun grote kiezerspotentieel.

Peter Kanne, politiek onderzoeker van I&O Research, is dan ook verbaasd over het rijtje namen dat BBB vrijdag als nieuwe aanwinsten presenteerde: niet alleen Mona Keijzer, maar ook de zittende Tweede Kamerleden Nicki Pouw-Verweij (JA21), Derk Jan Eppink (JA21) en Lilian Helder (PVV) krijgen een plek op de kandidatenlijst van BBB.

„Het is een gewaagde keuze van Van der Plas”, zegt Kanne. „Ze leek tot nu toe een gematigde versie van haar populistische voorgangers. Dat zag je onlangs bijvoorbeeld nog, toen ze stelling nam tegen het ‘bangmakerij’ in het asieldebat. Met deze namen lijkt ze dan toch weer een beweging naar radicaal-rechts te maken.”

Het aantrekken van Keijzer noemt Kanne om nog een reden opvallend. „Haar profiel is dat van een stevige dame die durft op te staan tegen de zittende macht, die Rutte durfde te trotseren. Maar tegelijkertijd deed ze dat op een onderwerp – coronabeleid – waarbij ze een minderheidsstandpunt verwoordde. Een meerderheid steunde die coronapas wél.”

Issue ownership

Het is niet verrassend dat BBB het profiel aanscherpt. Van der Plas reageerde vorige maand vol lof op de aankondiging van Pieter Omtzigt dat hij meedoet aan de verkiezingen, maar het kostte haar in interviews moeite om uit te leggen waarom kiezers nog op haar partij zouden moeten stemmen als Omtzigt ook een optie was. „Ik vind dat lastig om te zeggen”, zei ze. „Ik ben een hele gezellige vrouw, dat is altijd leuk.”

Daarmee stipte Van der Plas een belangrijke factor aan nu veel kiezers op drift zijn: de persoonlijkheid van de partijleiders, zeker nu het Torentje vacant is. De vraag is dan wel: wélke persoonlijkheid willen kiezers belonen?

Lees ook: De gang van zaken van de afgelopen dagen kan op het Binnenhof diepe sporen nalaten

Kanne ziet in zijn onderzoek veel behoefte aan een ‘verbinder’, en vermoedt dat BBB daar met Keijzer niet direct van profiteert. „Bij Omtzigt zie je duidelijk een poging om te verbinden en boven de partijen te gaan staan, net zoals Frans Timmermans dat probeert voor GroenLinks-PvdA. Omtzigt verwijst ook naar goede ideeën die hij bij andere partijen ziet, van SP tot BBB. Dat zie ik Keijzer nog niet zo snel doen.” Er is nog iets dat Timmermans en Omtzigt gemeen hebben. Beide leiders willen de aandacht op bestaanszekerheid vestigen. Omtzigt noemde „bestaanszekerheid en de mensen aan de onderkant” bij Nieuwsuur zelfs als topprioriteit.

Politici hopen dat campagnes gaan over de thema’s die kiezers met hun partij associëren. Maar wat het dominante thema is, kan snel verschuiven. Vroeg in de zomer was het migratie, maar dat ziet Kanne verschuiven. „De aandacht verschuift naar sociaal-economische onderwerpen: armoedebestrijding, woningmarkt, gezondheidszorg. Voor veel partijen op de rechterflank is dat geen goed nieuws.”

Concurrentiestrijd

De VVD leek vrijdag al een voorschot te nemen op zo’n campagne. Het verkiezingsprogramma zit vol strenge plannen voor het migratiebeleid, maar de presentatie wijdde Yesilgöz grotendeels aan ‘hardwerkende Nederlanders’ die moeilijk kunnen rondkomen. De VVD verwijst in het programma ook nadrukkelijk naar regionale achterstanden en ongelijkheid, een thema dat de BBB in het voorjaar naar zich toetrok.

Ging de concurrentiestrijd op rechts voorheen vaak tussen partijen die elkaar overtoepten op migratievlak, nu wordt ook profiel gezocht op economische onderwerpen. „De sociaal-conservatieve, economisch-linkse kiezer, van wie altijd gezegd wordt dat die weinig te kiezen heeft, wordt deze verkiezingen bijzonder goed bediend”, zegt De Lange.

De resultaten van die concurrentiestrijd worden nu al voelbaar. Doordat Pouw-Verweij, Eppink en Helder per direct overstappen, stijgt BBB van één naar vier Kamerzetels. JA21-voorman Joost Eerdmans zit straks in zijn eentje in de Kamer. Het zijn de grillige uitingen van een politiek landschap waarin niet alleen kiezers, maar ook politici vluchtig migreren.