Wie gaat voor de ouderen zorgen? ‘De professional trekt de steunkousen aan, de mantelzorger komt stofzuigen’

Een fysiotherapeut die maar zes behandelingen doet, ook als de knie van de patiënt pas na negen sessies weer helemaal in orde is. Of de wijkverpleegkundige die minder vaak in de week langskomt om een oudere te douchen. „We moeten er maar aan wennen”, zegt gezondheidseconoom Jochen Mierau van de Rijksuniversiteit Groningen. „De zorg komt op een lager pitje te staan.”

Aan de vooravond van de begrotingsbehandeling van het ministerie van VWS, woensdag en donderdag, wees de Staatscommissie Demografische ontwikkelingen nog maar eens op het grootste probleem in de zorg: het personeelstekort. Dat is al groot en zal dankzij de dubbele vergrijzing – er komen steeds meer ouderen die steeds ouder worden – alleen maar groeien. Nu werkt één op de zeven werkenden in de zorg, in 2060 zou dat één op de drie moeten worden. „Dat betekent dat in de nabije toekomst bijna alle mensen die de arbeidsmarkt betreden in de zorg nodig zijn, en dan met name in de verpleging en verzorging”, stelde de commissie droogjes vast.

ActiZ, branchevereniging van zorgorganisaties, schreef vorig jaar al aan Kamerleden dat „door de politiek te lang gewacht is met het nemen van fundamentele beslissingen om de zorg voor ouderen toekomstbestendig te maken”.

Alleen: wat zijn dan die oplossingen?

Wie zijn hoop had gezet op migratie: vergeet het maar. De staatscommissie pleit juist voor een beperkte migratie om de welvaart in Nederland te behouden – een pleidooi dat politiek uitstekend aansluit bij de wensen van de formerende partijen PVV, VVD, NSC en BBB. Voor het oplossen van personeelstekorten in de zorg werkt arbeidsmigratie sowieso niet. Die „zijn zo groot dat je die niet structureel oplost met het invliegen van verpleegkundigen en onderwijzers”, zei commissievoorzitter Richard van Zwol. Sterker nog: meer arbeidsmigranten betekent een grotere druk op de zorg. En migranten worden ook ouder, waarmee ze weer bijdragen aan het vergrijzingsprobleem.

Technologische vernieuwingen dan? Ook niet, constateert de commissie. Juist de ouderenzorg (en gehandicaptenzorg) is arbeidsintensief: „Tijd en aandacht voor de patiënt zijn essentiële onderdelen van het werk. De mogelijkheden om tot arbeidsproductiviteitsverbetering te komen, zijn beperkter dan in andere economische sectoren.” Er blijven dus altijd veel handen aan het bed nodig.


Lees ook
‘Personeelstekort in zorg binnen tien jaar bijna drie keer zo groot’

Artsen in het Jeroen Bosch ziekenhuis in Den Bosch bereiden een operatie bij een coronapatiënt voor.

‘Mannen moeten meer gaan doen’

Blijft over: meer mantelzorgers. Maar ook daar voorziet de commissie problemen. Mantelzorg komt vaak van mensen van 50 tot 75 jaar. Maar die groep slinkt. In 1950 stonden tegenover elke 85-plusser 62 mensen tussen de 50 en 75 jaar, in 2021 waren dat er nog maar 14,5. In 2050 daalt dat verder tot 5. Mantelzorg gaat daarnaast ten koste van betaald werk of vrije tijd, kan jaren duren omdat ouderen langer zelfstandig wonen, en de zwaarste zorg komt vaak terecht bij het kind dat het dichtstbij woont. Het leidt allemaal tot overbelaste mantelzorgers.

Toch ziet Robbert Huijsman, hoogleraar management en organisatie ouderenzorg aan de Rotterdamse Erasmus Universiteit, nog kansen. Mantelzorgers zijn nu veelal vrouw, zegt hij, „mannen moeten dat ook veel meer gaan doen. Daar ligt potentieel. We worden allemaal mantelzorger, of we willen of niet. Dat geldt voor alle volwassenen, jong en oud. In veel andere landen is dat al heel normaal.”

Daarvoor is meer nodig dan alleen goede wil, zegt hij. Hij pleit voor extra generatiewoningen („wonen in de tuin van je kind”) en uitgebreider mantelzorgverlof voor werkenden. Zorgprofessionals moeten zorg ook uit handen durven geven en zich meer richten op begeleiding en coaching van mantelzorgers. „De vraag moet zijn: wat doe je nog wel als professional en wat doe je niet meer? De professional maakt bijvoorbeeld het bed op en trekt de steunkousen aan, jij komt stofzuigen, de was doen of helpen bij de kerstviering.”

Ook Anneke Westerlaken, voorzitter van ActiZ, ziet dat mantelzorgers meer kunnen doen. Een paar keer per dag ogen druppelen, kan ook door een partner worden gedaan, of met een speciale druppelbril. „Bij veel verpleeghuizen krijg je tegenwoordig bij de intake al standaard de vraag: ‘En wat kan de familie zelf betekenen?’”


Lees ook
Het gevreesde ‘zorginfarct’ is er al. Wie ermee te maken krijgt? Dat is een kwestie van toeval

Het gevreesde ‘zorginfarct’ is er al. Wie ermee te maken krijgt? Dat is een kwestie van toeval

Schaarste

Toch zullen „die deeloplossingen” – denk ook aan meer preventie en minder administratie – niet het capaciteitstekort oplossen, zegt gezondheidseconoom Mierau. Dan blijft maar één conclusie over: het wordt minder. Mierau: „Want wat is kwaliteit van de zorg als je op de wachtlijst staat of er niemand beschikbaar is? Dan liever wat minder lang wachten op wat minder goede zorg.”

Politiek en samenleving moeten volgens hem discussiëren over het verdelen van de schaarste. „Kijk naar de hoeveelheid zorgpersoneel en hoe je die zo kan inzetten dat we de meeste mensen kunnen helpen. Als je dat niet doet, dan worden die keuzes vanzelf voor ons gemaakt. Dan krijg je steeds langere wachtlijsten, plekken waar helemaal geen aanbod meer is, en mensen met genoeg geld die zelf hun zorg inkopen.”

„De zorg die we gewend waren, is niet meer vol te houden”, zegt ook Anneke Westerlaken van ActiZ. „Dat zou het kabinet ook eerlijk moeten zeggen. Deze moeilijke vraagstukken moeten eerlijk op tafel komen.”

Veel zaken die nu door de zorg worden opgelost, zijn eigenlijk ook geen zorg, maar welzijn, voegt ze toe. „Als je gewend bent aan een praatje met de wijkverpleegkundige omdat je eenzaam bent, kunnen we ook regelen dat je naar een buurthuis kan. De vraag is: wat is zorg en wat niet?”

Het is „een lastige boodschap”, zegt zowel Mierau als Westerlaken. Nederland geeft, vooral dankzij de dure verpleeghuizen, internationaal gezien veel geld uit aan ouderenzorg, terwijl ons land minder is vergrijsd. Onhoudbaar, concludeerde de WRR al in 2021 in een rapport: „De mensen om die zorg te leveren, zijn er simpelweg niet. Dat betekent dat er in toenemende mate een kloof ontstaat tussen de verwachtingen van mensen – de zorg kan blijven groeien – en de gevolgen daarvan.” Met „een meer realistisch verhaal over de zorg krijg je gelijk heel veel shit over je heen”, is ook de ervaring van Mierau. „Maar het is simpel. Geld kan je nog lenen, personeel niet.”


Lees ook
Personeelstekort in de zorg blijft toenemen, concludeert het CBS

Verpleegkundigen behandelen een coronapatiënt in het ziekenhuis.