‘Welvaartsmuseum’ Duitsland komt economisch piepend en krakend tot stilstand

„Dramatisch slecht”, noemde minister Robert Habeck (Economie, Groenen) eind februari de toestand van de Duitse economie. Zijn collega Christian Lindner (Financiën, FDP), noemde de situatie „genant”.

Aanleiding voor de somberte was de prognose van Habecks ministerie dat de Duitse economie dit jaar vermoedelijk slechts 0,2 procent groeit. Eerder werd gerekend op 1,3 groei – na 0,3 procent krimp vorig jaar. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) verwacht 0,5 procent groei in het land.

The Economist bestempelde Duitsland afgelopen zomer eens te meer als „the sick man of Europe”. Eind jaren negentig kwam het weekblad al met die diagnose: in de jaren na de Duitse eenwording was het voornaamste symptoom daarvan de hoge werkloosheid. Destijds trok een hervormingsprogramma, ingevoerd onder kanselier Gerhard Schröder (SPD), het land weer vlot. Vijfentwintig jaar later, aldus The Economist, is de derde economie ter wereld opnieuw het zorgenkind in Europa. Volgens prognoses van het IMF blijft de Duitse groei de komende vijf jaar achter bij die in de VS, het VK, Frankrijk en Spanje.

Op het artikel in The Economist reageerde minister Habeck dit najaar nog gelaten. „Sommige Duitsers zijn vol in de angst-modus”, schreef hij in reactie op het coververhaal, „maar dat strookt niet met de realiteit, en jammeren lost niets op.” De Duitse economie zou snel zijn vorm terugvinden, meende Habeck nog in september. Inmiddels klinken uit Berlijn steeds zorgelijker geluiden, vooral omdat de coalitiepartners het niet eens worden over hoe het tij valt te keren.

Gebrek aan arbeidskrachten

De problemen waar de Duitse economie mee kampt, zijn talrijk. De export lijdt onder stagnerende groei in China. De industrie, die sterk afhankelijk was van gas uit Rusland, gaat gebukt onder hoge energieprijzen. Hoge inflatie houdt de consumptie laag, de dalende koopkracht frustreert werknemers. Hogere rentes weerhouden bedrijven van investeringen.

Volgens Ulrike Malmendier, econoom, hoogleraar aan de Universiteit van Californië in Berkeley en adviseur van de Bondsregering, is het gebrek aan arbeidskrachten het meest bepalend voor de slechte groeiprognose. „In alle lagen van de maatschappij wordt simpelweg te weinig gewerkt”, zei ze in Der Spiegel.

Om de economie een opkontje te geven bedacht de coalitie in Berlijn het Wachstumchancengesetz (groeikansenwet), door critici ook wel de ‘wc-wet’ genoemd. Het is een pakket van belastingverlagingen voor het bedrijfsleven, subsidies voor bedrijven die vaart maken met de energietransitie en het vooruitzicht op snellere vergunningen, zodat minder plannen stranden in de Duitse bureaucratie.

De wet, die bedrijven eerst met een belastingkorting van 7 miljard euro tegemoet zou komen, werd weggestemd door de Bundesrat, die vergelijkbaar is met de Eerste Kamer. Daarin zitten afgevaardigden van de deelstaten, onder wie veel CDU’ers die vinden dat deelstaten te veel van de belastingkortingen zelf moeten opvangen. Op 22 maart wordt over een aangepaste wet gestemd, nu met een omvang van 3 miljard.

Niet alleen de oppositie is kritisch. In de Frankfurter Allgemeine Zeitung noemde de directeur van het Münchener Ifo-Instituut voor economisch onderzoek, Clemens Wuest, de wet „niet eens een druppel op een gloeiende plaat” en „homeopathisch”.

Een recente uitspraak van het constitutioneel hof verscherpt de economische onzekerheid in Duitsland. Het hof oordeelde dat een begrotingstruc van de coalitie onder kanselier Olaf Scholz (SPD) onwettig is, waardoor een klimaat- en transitiefonds van 60 miljard euro in een klap verdampte. Dat fonds was voor de Groenen in de regering juist essentieel om investeringen te kunnen doen. Coalitiepartner FDP echter wil fors lagere belastingen voor bedrijven en houdt vast aan de Schuldenbremse, het wettelijk verplichte begrotingsevenwicht.

Staalkabels bij staalbedrijf ThyssenKrupp in Duisburg (l). Containers in de haven van Frankfurt. De Duitse export lijdt onder stagnerende groei in China
Foto’s Wolfgang Rattay / Reuters en Michael Probst / AP

Onzekerheid

De onenigheid tussen de coalitiepartners maakt de regering weinig slagvaardig en sterkt niet bepaald het vertrouwen in de economie. De Duitse centrale bank, de Bundesbank, verwacht door die onzekerheid opnieuw een krimp van 0,3 procent in het eerste kwartaal van dit jaar. In de Financial Times zei econoom Moritz Schularick dat „je niet kunt klagen dat bedrijven en huishoudens onzeker zijn en niet investeren en geen vertrouwen hebben in de toekomst”, als je „geen plan hebt hoe de Duitse economie er over vijf tot tien jaar uit moet zien.”

Op korte termijn weten veel Duitsers waar ze aan toe zijn: stilstand. Deze week zijn liefst drie grootschalige stakingen aangekondigd. Dinsdag en woensdag leggen in verschillende regio’s bus-, tram- en metrobestuurders het werk neer, donderdag en vrijdag het treinpersoneel van Deutsche Bahn en het grondpersoneel van luchtvaartmaatschappij Lufthansa.

In infrastructuur is de afgelopen tien jaar veel te weinig geïnvesteerd. Wegen en sporen zijn verouderd. Ook aan kinderopvang en scholen is volgens veel economen te weinig aandacht besteed. Maar door de krappe begroting en tanende belastinginkomsten kan die achterstand niet snel worden ingehaald.

Econoom Schularick noemde Duitsland onlangs in de FAZ een „welvaartsmuseum”. Het land is nog altijd welvarend, maar de industrie is verouderd, net als de bevolking, en er is weinig vernieuwingsdrang of ondernemingszin, aldus Schularick. De verdeelde coalitie in Berlijn zal daar niet snel iets aan kunnen doen.


Lees ook
‘Immer gulzige Hans’ Nederland doorbreekt 1.000-miljard-grens. Wat zegt dat?

Bij veilinghal Royal FloraHolland verwerken medewerkers bloemen.