‘Wees zuinig op de infrastructuur die we nu hebben. Die is zoveel waard’

Foto Olivier Middendorp

Interview

Michèle Blom, Rijkswaterstaat Haar laatste jaar als topvrouw van Rijkswaterstaat kan Michèle Blom niets nieuws bouwen vanwege de stikstofcrisis. Ze legt de focus nu op onderhoud van bruggen en wegen. Met andere uitvoeringsorganisaties maakte ze de politiek ook duidelijk wat wel en niet kan. „Lijdzaam past niet in mijn vocabulaire.”

Voor het eerst sinds de oprichting van Rijkswaterstaat in 1798 een vrouw aan de top. En ook de eerste directeur-generaal van die dienst die niet uit de eigen organisatie komt, maar van buitenaf. Scheidend directeur-generaal Michèle Blom (59) vindt het twee belangrijke wapenfeiten, na er zes jaar lang de scepter te hebben gezwaaid. Ze gaat na 32 jaar in rijksdienst de zorgsector in; ze wordt bestuurvoorzitter bij ziekenhuisgroep Isala.

Rijkswaterstaat is als uitvoerende organisatie van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) verantwoordelijk voor het beheer van de Nederlandse rijkswegen, bruggen, tunnels en waterwegen. Dat doet het met 10.000 mensen en een jaarlijks budget van 5 miljard euro, wat Rijkswaterstaat de grootste opdrachtgever voor de Nederlandse bouwsector maakt

De organisatie is onder Blom veranderd. Het traditionele mannenbolwerk is er niet meer, de top bestaat nu voor de helft uit vrouwen. Een doorbraak, zo zegt ze. „Negentig procent van de bouwwereld bestaat uit mannen – ik ben bij overleg met de bouwsector nog steeds vaak de enige vrouw aan tafel.”

Ze heeft de organisatie ook mondiger gemaakt, vindt ze zelf. Bij Rijkswaterstaat zijn ze geen ja-knikkers waar lijdzaam politieke oekazes worden afgewacht. De kunst is juist om aan te geven hoe het wel, of anders kan. Maar ook om duidelijk te maken dat er niet meer moet worden uitgevoerd dan de organisatie aankan. „Daar is de politiek nu ook van doordrongen. Samen met mijn collega’s van andere uitvoeringsdiensten – de landelijke politie, de Belastingdienst, het UWV en de Dienst Justitiële Inrichtingen – hebben we daarvoor gepleit. We zijn gezamenlijk langs geweest bij de Raad van State, het parlement en de departementen. Inmiddels wordt er naar ons geluisterd, het zal nog lang duren, maar het begin is er.”

Blom laat een rijksdienst achter die de ambities aanzienlijk moest bijstellen. 7,5 miljard euro trok het net aangetreden kabinet-Rutte IV in 2022 uit voor asfalt, spoor, nieuwe woningbouw en de ontsluiting ervan. Maar de stikstofcrisis zet inmiddels alles in vertraging. De A4 bij Den Haag, de A6 bij Lelystad en tientallen andere projecten liggen stil omdat de stikstofneerslag bij de bouw gevoelige natuurgebieden zou beschadigen. Of de A15 bij de Duitse grens verbreed en doorgetrokken wordt, bepaalt de rechter. Wat voor Rijkswaterstaat de komende jaren overblijft, is 2 miljard extra voor onderhoud en het instandhouden van het bestaande Nederlandse netwerk van asfalt, waterwegen bruggen en tunnels.

Vrijdag 17 maart stelde minister Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat, VVD) per Kamerbrief alle plannen voor nieuwe infrastructuur in deze kabinetsperiode uit. Hoe kwam die mededeling binnen bij jullie?

„We waren betrokken bij dat besluit. Stikstof heeft ons productieproces verstoord. Vier jaar geleden, toen de rechter na het sneuvelen van het Programma Aanpak Stikstof werkzaamheden aan de Utrechtse ring verbood, heb ik publiekelijk mijn teleurstelling uitgesproken. We hebben er nog steeds last van. Maar de rechter heeft gesproken. Een groot deel van projecten in de planfase is inmiddels stil gelegd. Dat moet later opnieuw worden opgestart. Geen idee wat dat gaat kosten. Maar we kunnen nu wel volop inzetten op het in stand houden van wat we al aan infrastructuur hebben. Ik ben blij met dat extra geld. Toen ik kwam, hadden we voor onderhoud en beheer 1,1 miljard op de begroting, we gaan nu naar 3 miljard. En dat is ook nodig. Veel wegen, bruggen en sluizen zijn aan groot onderhoud toe.”

ProRail liet deze week weten een uitzonderingspositie te willen op stikstofmaatregelen voor de aanleg van nieuw spoor. Wil Rijkswaterstaat dat ook?

„Als er uitzonderingsposities te vergeven zijn, wil iedereen dat wel. Maar dan komt er geen robuuste oplossing voor het stikstofprobleem. Dan gaat iedereen voor zijn eigen hachje. Er moet een goede oplossing komen waar iedereen zijn deel in heeft.”

Voor het interview is afgesproken een ronde te maken langs een aantal onderhoudsprojecten van Rijkswaterstaat in Zuid-Holland. Opgewekt stapt Blom uit de auto bij de verkeerscentrale in Rhoon, het vertrekpunt. Van hieruit worden alle rijkswegen in Zuid-Holland permanent in de gaten gehouden. Zodra ergens een ongeluk plaatsvindt, stuurt het verkeerscentrum een hulpauto en leiden ze het verkeer om met kruisen boven de weg. Binnen zitten verkeerscontrollers voor grote videoschermen, die zijn onderverdeeld in tientallen kleine beelden. Auto’s en vrachtwagens flitsen voorbij.

Foto Olivier Middendorp

Op een van de desks is het rustig. De camerabeelden tonen de lege buis van de Heinenoordtunnel, de eerste van de acht tunnels die Rijkswaterstaat de komende jaren in Zuid-Holland onder handen neemt.

Af en toe rijdt er een fietser door het fietsgedeelte, de autorijstroken zijn afgesloten vanwege onderhoudswerkzaamheden. De eerste verkeerscontroller zit er ontspannen naar te kijken, terwijl het op de schermpjes bij zijn collega’s steeds drukker wordt. De gesloten tunnel zorgt voor veel files in de omgeving, en een kopstaartbotsing maakt het er niet makkelijker op.

De geplande route met Blom is vanwege de files rond Rotterdam inmiddels ingekort. Van Rhoon gaat het rechtstreeks naar de Haringvlietbrug. En zelfs dat wordt nog spannend: het verkeer rond de Hoeksche Waard loopt in rap tempo vast, zo zien de controllers.

Het vraaggesprek wordt vervolgd achterin haar dienstauto, in de file. Blom heeft er haar eigen kantoortje; een iPad aan de stoel voor haar gemonteerd, een leeslampje en een microfoontje er bovenop. De hoogste baas van Rijkswaterstaat brengt zelf ook veel tijd op het asfalt door.

Rijkswaterstaat is een uitvoerder. Voelt het niet soms alsof je bent overgeleverd aan wat het ministerie en de politiek besluiten?

Blom, fel: „Overgeleverd aan de politiek vind ik te lijdzaam. Je moet vooral als uitvoerder ook laten zien wat wel kan. Lijdzaam zijn past niet in mijn vocabulaire. Er moet vooral waardering zijn voor een dienst met 10.000 mensen die ervoor zorgen dat Nederland kan rijden en dat het veilig is op het water.”

Hoe doe je dat, de politiek ervan overtuigen dat het nodig is te investeren in onderhoud?

„Door gewoon feiten te presenteren. Die zijn koppig, je kunt ze niet ontwijken. We rapporteren nu al drie jaar over de staat van onze infrastructuur. Daar is een groot deel van aan het einde van de levensduur, of er al lang overheen. En ja, bestaande werken onderhouden is minder sexy dan iets nieuws aanleggen. Maar mijn mantra blijft: wees zuinig op wat je hebt. Als je dat niet goed onderhoudt, kost dat veel meer geld dan dat wat je met nieuw asfalt kunt opvangen. Voorgaande kabinetten waren vergeten te investeren in onderhoud van de bestaande infrastructuur. Dat had door tekorten geen prioriteit. Dat is nu gelukkig anders.”

Het heette een doorbraak bij het aantreden van het derde kabinet-Rutte, in 2017. Voor het eerst sinds jaren was er weer geld beschikbaar voor nieuwe investeringen in de Nederlandse infrastructuur: spoor, wegen en vaarwegen. Twee miljard was ervoor uitgetrokken en het leeuwendeel was bestemd voor Rijkswaterstaat. Meer asfalt, meer snelwegen, was het adagium. Tot 2030 zou er duizend kilometer asfalt bijkomen. Ambities genoeg, maar het lukte toenmalig minister van I&W, Cora van Nieuwenhuizen (VVD), niet die ambities waar te maken. Aan het einde van Rutte III was er minder asfalt opgeleverd dan onder eerdere kabinetten. In 2019 kwam daar de stikstofcrisis overheen.

De verstandhouding tussen Rijkswaterstaat en grote infra-bouwers liep in het afgelopen decennium de nodige deuken op. Bij een aantal grote projecten ontstond ruzie over de risicoverdeling: wie draait er op voor de meerkosten als een megaproject duurder uitvalt? Heijmans haalde zijn personeel van de bouwplaats op het Zuidadok, de grootschalige verbouwing van station Amsterdam-Zuid. Met BAM en Van Oord schikte Rijkswaterstaat voor 238 miljoen euro na een geschil rond de veel duurdere Afsluitdijk. BAM past inmiddels voor risicovolle projecten met een waarde van meer dan 150 miljoen euro.

U trad in 2017 aan als hoogste baas bij Rijkswaterstaat, met nogal wat oud zeer met de bouwbedrijven. Hoe begin je zo’n kennismaking?

„Ik wilde eerst eens vaststellen wat hier de oorzaak van was. Ik heb een aantal topmensen uit de bouw uitgenodigdbij elkaar te komen. Geen vergadertafel, geen agenda. We zijn onder externe begeleiding 24 uur bij elkaar gaan zitten. Niet meteen schieten, maar gewoon naar elkaar luisteren.

„Op projectniveau wordt er heel veel overlegd, maar zo’n ontmoeting die ‘over de projecten heen’ stijgt, dat was wel iets nieuws op dat moment. Ik weet ook niet waarom, want het lijkt zo simpel: gewoon naar elkaar luisteren! Misschien was het voordeel dat ik niet uit de bouw kwam. Ik kon nog geen oordeel hebben over alles wat er in het verleden gebeurd was.”

Waar gaat het dan over, tijdens zo’n sessie?

„Duidelijk maken waar ieders belang ligt. Dat moet je weten als je wil samenwerken: what makes you tick. Bij ons als opdrachtgever is dat bijvoorbeeld dat we de opdracht die we voor de samenleving hebben zo goed mogelijk kunnen uitvoeren. Dat we een Zuidasdok kunnen bouwen, dat we een Haringvlietbrug kunnen herstellen. Dat van de aannemers is het voortbestaan van hun bedrijven, maar ook dat ze goede mensen kunnen aannemen die interessant werk kunnen doen. Ze begrepen vaak niet wat wij wilden in onze aanbestedingsplanning. Dus dat zijn we gaan uitleggen. Wat er ook uitkwam: veel werk aan infrastructuur gebeurt in de weekenden en ’s nachts, als er minder verkeer op de weg is. De vraag bij de infrabouwers was of het niet mogelijk was om kortstondig een snelweg af te sluiten, zodat al het werk in één keer overdag gedaan kon worden. Dat hebben we voor het eerst bij de A12 gedaan bij Utrecht. Dat levert overdag heel veel overlast op, maar het is ook veel veiliger – je moest eens weten hoe hard 80 kilometer per uur is.Het verkeer dat ’s nachts voorbij raast als de eerste pionnen worden neergezet om een rijstrook af te sluiten, het is levensgevaarlijk werk.”

Na de gesprekken paste Rijkswaterstaat de contractvormen aan. De megaklus aan het Zuidasdok is inmiddels opgedeeld in een aantal kleinere opdrachten. Grote onderhoudscontracten worden steeds minder vaak toegepast, en alleen nog ingezet bij minder complexe projecten.

Is het niet gevaarlijk om als opdrachtgever zo dicht op die marktpartijen te zitten?

„Je moet elkaars belangen kennen – en daar hoef je je ook niet klakkeloos aan over te leveren. Soms zeg je: ‘Ik zie jouw belang, maar daar kan ik je niet mee helpen.’ Je moet je rol blijven kennen. Dat gesprek ‘eroverheen’ gaat ook niet over individuele projecten. Die contractonderhandelingen zijn aan een andere tafel. Maar dit kan wel helpen om tot het inzicht te komen dat wij onze contracten moeten veranderen.

„Ik zie dat we elkaar nu eerder bellen als er iets mis lijkt te gaan. En dat de aannemers zeggen: wij gaan in ons personeelsbeleid ook op vrouwen sturen. Er is nu ook echt wel speciale aandacht voor meer vrouwen in de bouw. Bij bouwbedrijf TBI komt een vrouw in de raad van bestuur. Ook bij andere bouwbedrijven zie je dat er vrouwen in de top terecht komen. Men moet ook wel. Op de universiteiten groeit het aantal vrouwen dat afstudeert explosief, ook in de technische vakken.”

De autorit duurt intussen al een uur, en de Haringvlietbrug is door de lange file nog lang niet in zicht. Het gesprek valt even stil, Blom verstuurt wat appjes en beantwoordt een telefoontje. Volgens de navigatie is er nog zeker een half uur te gaan.

De Haringvlietbrug.

Foto Olivier Middendorp

We kunnen natuurlijk ook niet gaan foeteren op deze file, die komt door onderhoudswerkzaamheden aan een van jullie tunnels.

„Nee, dat doe ik ook nooit. Ik weet heel goed waarom deze file er staat – het is hard nodig. Straks kunnen we overal weer mooi overheen, doorheen en onderdoor. Dat is ook het mooie van mijn werk: we schuiven geen papier door, er wordt écht wat gemaakt. Mijn man is deze week in Engeland. Die belde gisteren: die wegen hier, je weet niet wat je ziet. Het is daar één en al gat. Overal file. En dat is hier niet zo, terwijl wij het drukste wegennet ter wereld hebben.

Het gesprek gaat verder over de gevolgen van klimaatverandering. „Het hele hoofdwatersysteem moet op orde zijn. Nederland ligt voor 65 procent onder water. 70 procent van het bbp wordt in gebieden onder water verdiend. Als we niet in staat zijn om water vast te houden, of er te veel van is omdat we het niet droog gepompt krijgen, gaat het mis. We zeggen wel eens bij ‘RWS’: dankzij ons behouden wij Nederland op de kaart.”

Rijkswaterstaat is wel een trotse organisatie hè?

Blom lacht. „Misschien zitten we te lang in de auto. Maar toch even over die trots en passie. Tijdens de coronacrisis kon ik nergens naartoe, maar kreeg ik wel appjes van familieleden en vrienden die overal Rijkswaterstaat-voertuigen tegenkwamen. Bij werkzaamheden aan tunnels, bij de Afsluitdijk, bij de Markerwadden. En overal waar ik kom zijn mensen zo gedreven aan het werk – en vaak onder gevaarlijke omstandigheden.

„Gisteren is nog een van onze verkeersregelaars naar de keel gegrepen omdat iemand op de weg het blijkbaar te veel werd. Als je me érgens boos over kunt krijgen dan is dat het wel. Net als met die boerenacties. In het pikkedonker van alles en nog wat op het asfalt storten en in brand steken. En het dan ook nog gewoon laten liggen, middenin de nacht. Echt levensgevaarlijk – daar kan ik me enorm over opwinden.”

Zijn er dingen die u had willen doen, maar die niet zijn gelukt?

„De oplevering van de Afsluitdijk had ik graag meegemaakt. die had ik graag afgerond willen zien. Ik kom zelf uit Noord-Holland en ik houd van de rechte lijnen en het open uitzicht. Wacht maar tot het straks af is, mensen zullen niet weten wat ze zien.”

Dan is toch de Haringvlietbrug in zicht. Door uitgesteld onderhoud bestaat de vrees dat brugdelen naar beneden komen door de trillingen van het verkeer. Auto’s mogen er met minimale snelheid over één rijstrook heen. De brug gaat deze zomer zeven weken dicht voor grootschalig onderhoud. Onder meer de 700 ton zware ‘klep’, die open kan om schepen door te laten, wordt dan geplaatst. Aan de voet van de brug legt Blom met enthousiaste gebaren uit hoe het contragewicht de klep van de brug omhoog haalt. „Vorige week goed opgelet hè!” grapt de voorman van aannemersbedrijf TBI – Blom was er onlangs voor een werkbezoek. „Ik kan hier zo komen werken”, reageert Blom lachend.

Na het bezoek stapt Blom weer in de auto. „Ik hoop niet dat dit verhaal te veel over mij gaat. Het moet over 225 jaar Rijkswaterstaat gaan”, roept ze nog terwijl haar chauffeur de deur achter haar sluit. „Hoe minder over mij, hoe beter.”