‘We zijn vorig jaar getrouwd, maar ik wil gaan latten’

Jur Hendriks en Inge van Vuuren hadden eerder andere partners. Ze wonen nu zeven jaar samen en zijn „vreselijk gelukkig”, maar Inge woont liever apart. „Ik heb soms nauwelijks tijd om mijn eigen gedachten af te maken.”

Jur: „Wat ook superrelaxed is, is dat we sinds kort een stacaravan hebben. We gaan niet meer met vakantie, maar naar Noordwijkerhout.” Inge: „We leven best zuinig. Voor spullen kijken we op Marktplaats, ook voor kleding.”
Jur: „Wat ook superrelaxed is, is dat we sinds kort een stacaravan hebben. We gaan niet meer met vakantie, maar naar Noordwijkerhout.” Inge: „We leven best zuinig. Voor spullen kijken we op Marktplaats, ook voor kleding.”

Foto David Galjaard

Inge: „Sinds vijf jaar ben ik uitvaartbegeleider. Daarvoor was ik jarenlang manager bij callcenters en helpdesks. Op mijn 28ste maakte ik mijn eerste uitvaart mee en ik dacht: wauw, wat mooi, wat heftig. Vier jaar later overleed mijn beste vriendin door zelfdoding en zij kreeg een afscheid dat niet bij haar paste, vond ik. Ik heb best veel dierbaren verloren en voelde dat ik daar iets mee wilde. In 2015 heb ik ontslag genomen, ik had genoeg van het steeds weer invullen van Excel-sheets, ik wilde met mensen werken.”

Jur: „Ze ging een opleiding tot uitvaartbegeleider doen. Ik had die switch niet zien aankomen.”

Inge: „Ik deed al vrijwilligerswerk in een hospice en ik -assisteerde weleens bij uitvaarten. In 2017 ben ik begonnen als zzp’er bij uitvaartorganisaties. Dat was even wennen. Je moet elk moment klaarstaan. Ik was ook bang om dingen te vergeten. En dan is het ook nog eens een sector waar voor elke gemeente andere regels gelden. Dat gaf een enorme druk.”

Jur: „Ze mag mijn uitvaart ook regelen. Nabestaanden staan weleens aan de deur met een bos bloemen. En -afgaand op wat die tegen haar zeggen, geloof ik dat ze het heel goed doet.”

Inge: „Elke uitvaart is anders. Soms regelen mensen bijna alles zelf, een andere keer doe ik het meeste. Daar heb je veel vaardigheden voor nodig: planmatig werken, financieel inzicht, gesprekstechnieken, gevoel voor tekst, mensen bij elkaar houden. Maar dat maakt het vak juist leuk.”

Jur: „Na een uitvaart drinken we vaak een borrel ’s avonds en vertelt Inge wat ze die dag heeft meegemaakt. In het verleden, toen ik nog kopersbegeleider was bij het aannemersbedrijf waar ik werk, vertelde ik soms bijna vergelijkbare verhalen over de ervaringen die ik had met de -kopers. Onlangs ben ik daar werkvoorbereider geworden en nu houd ik me weer echt bezig met de bouw.”

Latten

Inge: „We vormen een samengesteld gezin, we hebben beiden een dochter uit een eerdere relatie. Mijn dochter woont bij ons.”

Jur: „Mijn dochter woont in Drenthe, maar ik heb wel -elke dag contact met haar.”

Inge: „Jur en ik hadden al verkering op de middelbare school, maar toen werd hij verliefd op zijn ex-vrouw en dat ging uit toen hij mij weer tegenkwam. Onze moeders waren vriendinnen, zodoende hoorden we wel veel over elkaar.”

Jur: „Vorig jaar zijn we getrouwd.”

Inge: „Als mijn dochter het huis uit is, wil ik niet meer samenwonen, maar gaan latten. In een huis naast of -boven Jur. Samenwonen is nooit een echte behoefte van me geweest, ook al is het met Jur heel fijn.”

Jur: „Aanvankelijk moest ik erg aan dat idee wennen. We wonen nu zeven jaar samen. Ik vind het een lastig vooruitzicht dat Inge niet meer hier in huis zou wonen. Maar misschien is het ook wel fijn om een eigen stek te hebben.”

Inge: „Ik heb altijd meer alleen gewoond dan samen. Ik vind een eigen huishouden fijner. Er is altijd verschil van aanpak tussen partners. Er gaat zó veel tijd verloren aan overleg… Is de hond al uit geweest? Staat het vuil al aan de straat? Die waan van de dag maakt het leven niet echt sexy. Maar het belangrijkste is dat ik gewoon graag -alleen ben. Ik heb nu soms nauwelijks tijd om mijn eigen gedachten af te maken.”

Jur: „Als we apart gaan wonen, hebben we dat niet meer. De kwaliteit van de relatie zal dus stijgen.”

Inge: „Hoe we het in de praktijk gaan invullen, zien we wel.”

Jur: „,Toen de rente zo laag was, hadden we het idee om een verdieping op mijn huis te zetten waar Inge dan zou gaan wonen. Maar nu de rente stijgt, hebben we dat idee even geparkeerd.”

Stacaravan

Inge: „Wat we na ons pensioen gaan doen? Leuke dingen. Ik zou graag naar concerten en musea willen. Een paar jaar geleden zijn we bijvoorbeeld een paar keer samen een dag naar Amsterdam geweest. Naar de Albert Cuyp, geluncht, daar werd ik wel blij van.”

Jur: „Ja, onze tijd samen delen.”

Inge: „Nu zijn we vaak te moe van ons werk om de weekenden echt samen leuk te maken. En tijd voor mezelf, dat wil ik ook na mijn pensioen. Nu mediteer ik elke dag.”

Jur: „Ik speel gitaar. Aan het begin van de coronaperiode heb ik mezelf een gitaar gegeven en les genomen. Nu maak ik elke zondag muziek met vrienden. Het is -onwijs leuk om van elkaar te leren. Die uren vliegen voorbij.”

Inge: „Ja, daar kom je altijd heel blij vandaan.”

Jur: „Wat ook superrelaxed is, is dat we sinds kort een stacaravan hebben. We gaan niet meer met vakantie, maar naar Noordwijkerhout.”

Inge: „We leven best zuinig. Voor spullen kijken we op Marktplaats, ook voor kleding. Voor mijn werk moet ik er altijd netjes uitzien en laatst heb ik een nieuwe broek van 180 euro voor 40 euro kunnen kopen.”

Jur: „En we houden van lekker eten, maar dan wel thuis.”

Inge: „En in plaats van de cv stoken we nu een pellet-kachel.”

Jur: „Of we gelukkig zijn? Vreselijk gelukkig. Dat staat volkomen los van de wens om te gaan latten.”

Inge: „Dat we dat soort dingen kunnen bespreken, heeft onze band alleen maar versterkt.”