N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Woord Iedereen lijkt maar wat graag ontgoocheld te worden, ziet Gawie Keyser. Ook nu ‘we’ weer verloren hebben op het Eurovisie Songfestival.
Iedereen is ontgoocheld in het dagelijks leven: na de voetbalwedstrijd, het gelopen blauwtje in de kroeg, de mislukking bij de kapper, de vals gezongen repetitie op het Eurovisie Songfestival, de slechte film in de bioscoop, een avondje Voetbal Inside, het interview met een minister op het Binnenhof en ga zo maar door. Het woord zelf maskeert evenwel wat dieper onder de oppervlakte ligt. Teleurstelling, woede, haat, wanhoop. Het overkomt je, je bent het en daarmee is de kous kennelijk af.
Interessanter is begoocheld, een woord dat de daad zelf en daarmee ook het hele punt aangeeft. Begoochelen, of lang geleden ‘beguichelen’, is bijvoorbeeld wat de knotsgekke keizer Caligula deed toen hij in het jaar 40 een schijnaanval op Britannia zou hebben geleid, nota bene vanaf Katwijk aan Zee waar hij zijn schepen wat rondjes op de Noordzee liet varen. Om vervolgens zijn manschappen te bevelen weer aan land te gaan om schelpen te verzamelen, die hij later triomfantelijk als ‘schat’ in Rome presenteerde. Historici verschillen van mening over wat waar is van dit verhaal, maar dichter en vertaler Abraham Bogaert schreef er in 1721 over toen hij guichelstrijd gebruikte om de harlekinade van Caligula in te kleuren.
Goochelen komt van keukelen, een voortzetting van het Middelnederlandse kokelen dat ook kokelaer of tovenaar mogelijk maakte. Taalkundige bronnen wijzen er verder op dat goochelen afkomstig is van kukelen. Dat woord heeft de klinker van guichelen (spotten) geërfd, een klanknabootsende variant van giechelen (zie Bogaerts’ guichelstrijd).
Een rits andere Kamerleden was ontgoocheld door de ontgoocheling van Caroline van der Plas
Hoe dan ook, je kunt iemand bégoochelen of — wat momenteel in de mode is — het gebeurt met je. Toen de Oekraïense leider Volodymyr Zelensky uitgerekend op de dag van de Dodenherdenking voor een bliksembezoek in Den Haag arriveerde, reageerde BBB-leider Caroline van der Plas ontgoocheld, waarna precies hetzelfde gebeurde met een rits andere Kamerleden die haar ontgoocheling ontgoocheld hekelden.
Wát een mentale tovenarij in het publieke discours, wát een nimmer eindigende guichelstrijd of huichelstrijd, hoewel dat laatste nog niet echt een woord is.
Het synoniem – gedesillusioneerd – werpt licht op ontgoocheld. Iemand bedondert ons; dat heeft te lang geduurd; nu hebben we het allemaal door; we zijn boos; en we gaan er iets aan doen. Dat is een wassen neus, omdat ontgoocheld ons verder weg van de kern brengt. Wie het woord gebruikt, zegt niet precies genoeg wat bedoeld wordt.
Beloning
De ironie is dat we niets liever willen dan vrijblijvend te worden begoocheld. Je leest een thriller of bekijkt een spannende serie – juist voor de plottwist die ontnuchtert, die je de ogen opent. Dat zien we als een beloning, zelfs als reden waarom we lezen of kijken.
Dit alles is wel heel vlug en vluchtig, wat onze huidige staat van zijn misschien goed schetst. Een teken aan de wand is dat ik mij al weken verheugde op het Songfestival. Ik kon niet wachten op mijn lot, de onvermijdelijke deceptie als gevolg van de verschillende acts, voorop onze Mia en Dion. Wel maakte ik mij zorgen, want ik hoorde dat ze inmiddels toonvast zongen. Gelukkig ben ik nu toch ontgoocheld.