‘We zijn allebei idealisten, dat helpt’

Sandro: „We hebben het eigenlijk een beetje te druk.” Jan: „Zacht uitgedrukt.” Sandro: „We runnen een galerie voor kunst die de man als thema heeft, MooiMan geheten, waar vooral Jan zich mee bezighoudt. En ik ben druk met de stichting LGBT Asylum Support, die lhbtiq+-vluchtelingen bijstaat. Dat geeft steeds meer werk: in het begin was het een uurtje per dag, nu steek ik er per week tachtig tot negentig uur in.”

Jan: „Vanaf de zijlijn kijk ik mee met Sandro’s vluchtelingenwerk. Ik heb, behalve koken, de meeste huishoudelijke taken op me genomen, want daar komt Sandro toch niet aan toe. Daar heb ik inmiddels vrede mee. Sandro zegt bijna elke dag dat het vluchtelingenwerk te zwaar is, hij slaapt er ook regelmatig slecht van.”

Sandro: „Ik voel me niet altijd gemakkelijk bij het feit dat mijn vrijwilligerswerk zo veel beslag op ons legt.”

Jan: „Maar het is hard nodig als je weet wat er allemaal in asielzoekerscentra gebeurt: discriminatie, poging tot doodslag, verkrachting, suïcide. Dan denk je als vluchteling dat je veilig bent in Nederland…”

Sandro: „Het werk voor roze vluchtelingen is begonnen toen we in 2013 met onze galerie onderdeel waren van het Nederland-Ruslandjaar. We zouden ook nog met kunstenaars als Erwin Olaf en Hans van Manen een reizende expositie in Rusland organiseren. Maar dat land werd steeds homovijandiger en uiteindelijk moesten we het plan afgelasten. Maar we hadden al wel een expositie geregeld met homokunstenaars uit Rusland. Die zijn inmiddels allemaal naar het buitenland gevlucht.”

Jan: „Per jaar legt Sandro zo’n 16.000 kilometer af naar asielzoekerscentra, naar zittingen.”

Sandro: „Vorig jaar waren er 640 meldingen van onveilige situaties in azc’s. Ik rapporteer, schrijf brieven, overleg met instanties en hou contact met vluchtelingen.”

Jan: „Ik zou het een goed idee vinden als elke vluchteling bij aankomst in Nederland moet verklaren dat hij artikel 1 van de Grondwet onderschrijft. Want ze nemen de normen en waarden uit hun eigen land mee en in sommige landen is het legaal om een homo te doden.”

Mannenkunst

Sandro: „Jan en ik hebben elkaar ontmoet in 1985, bij de organisatie van Roze Zaterdag in Groningen. Ik deed een opleiding tuinarchitectuur en mijn stage ging niet door. Omdat ik wat om handen wilde hebben, ben ik die organisatie gaan helpen.”

Jan: „In 1987 zijn we gaan samenwonen. En in 2001 getrouwd.”

Sandro: „Ik kwam in de tuinarchitectuur terecht omdat mijn ouders het geen goed idee vonden dat ik naar de kunstacademie ging. Maar omdat ik goed was in tekenen en presenteren, en niet in cijfers, kreeg ik van een docent het advies alsnog naar de kunstacademie te gaan. Dat heb ik gedaan. Maar ik kreeg al snel veel opdrachten en toen ben ik gestopt met mijn studie.”

Jan: „We hebben altijd allebei ons eigen grafische bedrijf gehad. Sandro heeft een jubileumboek gemaakt voor museum Kröller-Müller, deed veel affiches en huisstijlen, ik heb veel wiskundig tekenwerk voor uitgeverijen van schoolboeken gedaan, maar ook boekopmaak. Daarnaast maakte ik zeefdrukken.”

Sandro: „En sinds 2006 hebben we dus een galerie.”

Jan: „In ons eigen huis, dat is groot genoeg. Ik steek zo’n zestig uur per week in de galerie: contacten met kunstenaars en musea, werk afleveren, kunst terugbrengen bij de kunstenaar. Daarnaast handel ik de nalatenschappen van een aantal kunstenaars af.”

Sandro: „De galerie komt voort uit het feit dat we in de jaren negentig een aantal jaar de FlikkerAgenda hebben gemaakt, later werd dat de Homogenda die tachtig kunstafbeeldingen bevatte. Zo kregen we veel contacten met mannelijke kunstenaars. Toen een mannenkunstgalerie in Amsterdam stopte, hebben wij die overgenomen en naar Groningen verplaatst.”

Jan: „Helaas gaat de verkoop moeizaam, want ‘mannen’ verkopen is lastig. We hebben een paar goede beurzen gehad, maar de laatste jaren zijn we blij als we uit de kosten zijn.”

Sandro: „Vorig jaar stonden we op de KunstRai en zelfs daar verkochten we nauwelijks. Terwijl de kosten voor een stand en overnachtingen erg hoog zijn.”

Jan: „Maar met de galerie gaan we door, we hebben er gewoon lol in.”

Idealisten

Jan: „Ik ontspan ’s avonds met muziek, een boek, een glaasje wijn. De poezen op de bank. En ik brei graag.”

Sandro (tilt zijn broekspijp op): „Kijk, mijn roze sokken zijn door Jan gebreid. Zelf heb ik geen tijd voor ontspanning. Ik ben ’s avonds nog steeds bezig met apps en mails en rapporten schrijven en lezen.”

Jan: „We leven van mijn AOW en pensioentje, bijna 1.800 euro netto per maand. En soms komt daar een verkocht kunstwerk bij.”

Sandro: „Ik kom niet meer toe aan betaald werk. Ik heb vorig jaar niets verdiend. Tijd voor vakantie hebben we niet, want het vluchtelingenwerk dendert maar door.”

Jan: „Onze laatste vakantie was in 2019, maar ook toen ging Sandro gewoon door met het werk.”

Sandro: „We prijzen ons gelukkig dat we veel samen zijn, dat we voldoende financiële middelen hebben en dat we successen boeken met de vluchtelingen. We zijn allebei idealisten, dat helpt.”