N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Bonnie Tu, topvrouw Giant Giant, de grootste fietsenproducent ter wereld, bestaat vijftig jaar. Vanuit Taiwan probeert bestuursvoorzitter Bonnie Tu (73) fietsen vrouwvriendelijker en duurzamer te maken. „In het begin lachte iedereen ons uit.”
Als je hogerop wilt komen, dan kun je bij de Giant Group het beste de fiets nemen. Er slingert een fietspad rondom de voet van het hoofdkantoor in Taichung, Taiwan, naar een stalling op de derde verdieping.
Auto’s moeten in de kelder blijven; fietsers hebben voorrang – ook als je dit bedrijf wilt leiden, zegt Bonnie Tu, de 73-jarige bestuursvoorzitter van de grootste fietsfabrikant ter wereld. „Mijn opvolger zal in ieder geval ook een fietsliefhebber moeten zijn. Anders kun je dit werk niet doen.”
Giant startte in 1972 als een Taiwanees familiezaakje en werd groot toen het de productie van het Amerikaanse fietsmerk Schwinn voor zijn rekening nam. Nadat Schwinn koos voor een Chinese fabrikant, ontwikkelde Giant een eigen fietsmerk en groeide uit tot een wereldspeler met ruim 12.000 werknemers.
King Liu, de oprichter van Giant, is de oom van Bonnie Tu. Ze volgde hem in 2017 op als bestuursvoorzitter. De Britse krant The Guardian noemde haar de godmother of cycling (de peettante van fietsers). „Een vreselijke bijnaam. Zo’n groot ego heb ik echt niet. Ik zie mezelf eerder als de fee uit Assepoester; ik probeer te helpen, maar ik weet niet zeker of de toverspreuk werkt.”
Giant Group produceert ruim zes miljoen fietsen per jaar – ook voor andere merken – en levert de 80.000 YouBike-deelfietsen die je in bijna alle Taiwanese steden vindt. Ongeveer een derde van de omzet komt uit e-bikes. Giant heeft fabrieken in Taiwan, Nederland, Hongarije, de VS en China. Een nieuwe fabriek in Vietnam is in aanbouw.
In de jaren tachtig kwam Giant naar Europa, via een joint venture met het Nederlandse Koga Miyata. De EU is de belangrijkste afzetmarkt en Tu leidt nu een bedrijf met een jaaromzet van 2,7 miljard euro. Giant is een van de weinige fabrikanten die zelf zijn fietsframes maakt – de carbon-frames worden in de fabriek gesponnen van rollen zwarte koolstofvezel en daarna geschilderd.
De Taiwanese fietsfabriek is in verband met corona nog niet te bezoeken. NRC sprak Tu eind september op het hoofdkantoor in Taichung, in de aanloop naar het vijftigjarig jubileum van het bedrijf. Het feest beperkte zich hoofdzakelijk tot Taiwan. Alle aandacht van het bedrijf gaat naar het bijhouden van de wispelturige fietsmarkt, die door de pandemie kampt met ernstige leveringsproblemen. Ook bij Giant.
Sinds de coronacrisis zijn fietsen in Europa moeilijk leverbaar. Ziet u al verbetering?
„We kampen nog met lange wachttijden voor onderdelen en logistieke problemen. Er zijn lichtpuntjes, zoals de wachttijd bij Shimano, de Japanse leverancier van versnellingen en remmen. Daar was de wachttijd 22 maanden, nu 18 maanden. Nog steeds lang, ik weet het.
„Onze magazijnen puilen uit, er ligt drie keer zoveel voorraad als in 2019, voor corona. Omdat sommige onderdelen ontbreken, kunnen we de fietsen niet leveren. De andere onderdelen moeten net zolang bewaard worden tot we complete sets van fietsen hebben die we wel kunnen verkopen. In de logistiek trad een domino-effect op toen het vrachtschip Ever Given in 2021 het Suez-kanaal blokkeerde. Daar stonden ook containers van ons op. Daarna volgden problemen met stakingen in de havens, een gebrek aan vrachtwagenchauffeurs en torenhoge prijzen van containervervoer. Vroeger duurde het verschepen van een fiets van Taiwan naar Europa drie weken, nu is drie maanden heel gewoon.”
Hoe zag de Taiwanese fietsindustrie er vijftig jaar geleden uit?
„Toen we net begonnen stond onze fabriek nog op een andere locatie in Taichung. Als ik er voor aandeelhoudersvergaderingen kwam, vroeg ik: hoe kan het toch zo stil zijn in onze fabriek? Die stilte bleek geen goed teken: we hadden amper orders – maakten minder dan drieduizend fietsen per jaar – en leden de eerste jaren verlies. Iedereen lachte ons uit.
Lees ook dit stuk uit 2021: Nieuwe fietsketting nodig? Wacht dan maar even 55 weken a.u.b.
„Maar mijn oom, King Liu, zag tijdens een zakenreis hoe goed het just-in-time-principe van Toyota werkte, en besloot het ook toe te passen in de Taiwanese fietsindustrie: al je belangrijke toeleveranciers in een straal van 50, 60 kilometer, waardoor je zo min mogelijk voorraad hoeft aan te houden. Dat werkte: onze toeleveranciers groeiden mee en zijn later met ons meegegaan naar China.”
Veel Taiwanezen kiezen nog voor een scooter in plaats van een e-bike. Waarom?
„Een kwestie van cultuur, denk ik. Mensen in Taiwan begrijpen nog niet dat een elektrische fiets hun scooter kan vervangen. China wel, maar dat zijn eigenlijk geen elektrische fietsen – het zijn eerder kleine elektrische brommers waarbij je helemaal niet meer hoeft te trappen. Elektrische stepjes, zoals je die in steden als Parijs veel ziet, zijn ook niet ons ding. Dat is geen echte fiets.”
Voor het vijftigjarig bestaan belooft u dat Giant duurzamer zal worden. Wat bedoelt u daarmee?
„De fiets is al duurzaam op zich, maar we willen onze CO2-uitstoot verkleinen. Dat gaat verder dan groene energie inkopen, zodat je kunt zeggen dat je CO2-neutraal bent. We willen de hele waardeketen van de fietsindustrie verduurzamen en hebben daarvoor de medewerking van dealers en toeleveranciers nodig.
„In Europa zijn veel zorgen over de hoeveelheid verpakking die we gebruiken [karton en kunststof], maar dat is maar een klein onderdeel van het probleem. Het hele maak- en ontwerpproces moet verbeterd worden, tot en met de chemicaliën die nodig zijn voor het aanbrengen van de verf.”
Een van de pijnpunten: de levensduur van de batterij van e-bikes is beperkt, maar reparatie of verversen is niet altijd mogelijk. Hoe gaat Giant daarmee om?
„We ontwikkelen zelf de software die de batterij regelt, en onze accu’s blijven in vergelijking met concurrenten vrij lang stabiel. Maar we zijn verantwoordelijk voor de hele keten. Dus als ze uiteindelijk toch vervangen moeten worden, raden we klanten aan de batterij te recyclen. We kunnen geen nieuwe fietsaccu’s blijven produceren, want dat levert een groot milieuprobleem op. Daarom onderzoeken we hoe we de fietsaccu kunnen verversen [nieuwe batterijcellen erin], in overleg met onze leverancier, Panasonic.”
Wat zijn uw eigen toekomstplannen?
„Ik ben 73 jaar, ik kom nog elke dag op kantoor. Ik zal in ieder geval niet zo lang doorgaan als mijn oom. Hij ging pas op zijn 84ste met pensioen. Ik wil eerst mijn ervaringen doorgeven. Giant heeft een eigen merk voor vrouwen, Liv, en wil een inspiratie zijn voor vrouwen die het fietsen ontdekken, ook op latere leeftijd.
„Ik merkte als klein kind op de fiets naar school hoeveel vreugde en zelfvertrouwen je daaruit kunt halen. Het merk van mijn eerste fiets was Xingfu, Chinees voor ‘gelukkig’. Zo voelde ik me ook. Dat basale gevoel van jezelf voortbewegen, zelf alles onder controle hebben… Aziatische vrouwen leren tijdens hun opvoeding dat ze prioriteit moeten geven aan hun familie. Fietsen geeft je vrijheid; het is goed voor je fysieke en je mentale gezondheid.
„De sportfietsenindustrie is vrijwel alleen gericht op producten voor mannen. Dat is jammer, in plaats van te vechten om een groter marktaandeel in de bestaande markt, kun je beter de afzetmarkt vergroten. Andere bedrijven zien niet dat ze de helft van de bevolking mislopen.”
Lees ook: Hoe e-bikefabrikanten de reparatie van je fietsaccu dwarsbomen
Taiwan kent relatief weinig vrouwelijke ceo’s. Bent u de uitzondering die de regel bevestigt?
„Nee, de maakindustrie telt meer topvrouwen. Velo, leverancier van onze fietszadels, zit ook hier in Taichung en heeft ook een vrouwelijke ceo, Stella Yu. Queen of the saddles, noemen ze haar.
„In grote organisaties is het misschien moeilijk om als vrouw aan de top te komen, maar in kleinere bedrijven is het gebruikelijker. Toen Giant begon, bestond het bedrijf uit familie en vrienden, de meeste aandeelhouders werkten ook in het bedrijf.
„Taiwanese maakbedrijven begonnen in de jaren zeventig vaak als een fabriekje aan huis. Als mannen op pad gingen om zaken te doen, hielden vrouwen de verantwoordelijkheid over de productie en zagen toe op de fabriek. Dat doen we nog steeds. Taiwanese vrouwen spreken bovendien beter Engels dan de mannen.”