‘We hebben geen middelen om ons leven in Syrië opnieuw op te bouwen’, zeggen Syrische vluchtelingen na dertien jaar opvang in Jordanië

Er is haast geen muur in de bruidssalon die niet bedekt is met jurken: gekleurde voor verlovingsfeesten, witte voor bruiloften. Het is eind van de ochtend in Zaatari, het grootste Syrische vluchtelingenkamp in Jordanië, en Safa Jamal Rashid (41) heeft de deuren van haar salon geopend. De eerste klanten komen op afspraak binnen.

„Wie hier binnenstapt, komt meteen in een andere sfeer en krijgt een feestelijk gevoel”, zegt Rashid, terwijl ze een voor een de jurken uit haar collectie toont, die worden verhuurd. „In mijn boetiek worden de zware omstandigheden in het kamp even vergeten.”

Net als veel Syrische vluchtelingen in Zaatari komt Rashid uit de zuidelijke provincie Daraa. Daar opende ze – opgeleid als tekenares – een bruidsstudio. Zowel de studio als haar huis zijn volledig verwoest tijdens de Syrische burgeroorlog.

In 2011 werd de opstand tegen het Assad-regime, tijdens de Arabische Lente, deels ontketend in Daraa. Na zeer gewelddadige onderdrukking van de protesten en de opkomst van verschillende oppositiegroepen sloeg de opstand in 2012 om in een bloedige burgeroorlog. Miljoenen Syriërs vluchtten in de daaropvolgende jaren de grenzen over.


Golfplaten caravans

Dertien jaar later bestaat het kamp, uitgestrekt over 5,3 vierkante kilometer, uit witte, golfplaten caravans, die de oorspronkelijke tenten al kort na de oprichting vervingen. Het kamp ligt midden in de Jordaanse woestijn: de zomers zijn er moordend heet, de winters koud. Er is beperkt elektriciteit en water.

Sommige huisjes hebben een kleine binnenplaats, waar bewoners bomen hebben geplant of schommels hebben neergezet. Op verharde, rechte wegen door het kamp wordt druk gefietst en op brommertjes gereden. En er is een „basiskamp” waar hulporganisaties kantoor houden, dat met een hek is afgeschermd van de rest van het kamp.

Op het hoogtepunt van de vluchtelingenstroom uit Syrië, in 2014 en 2015, verbleven er in Zaatari 125.000 vluchtelingen. Inmiddels zijn dat er nog zo’n 70.000, van wie de meesten er al sinds 2012 wonen. Zaatari is daarmee nog altijd een van de grootste vluchtelingenkampen ter wereld.

Het Zaatari-kamp in Jordanië, met zeventigduizend Syrische vluchtelingen is het een van de grootste vluchtelingenkampen ter wereld.

Foto Rachel Corner

Sinds december vorig jaar, na de val van het Syrische regime van Bashar al-Assad, is internationaal de nadruk komen te liggen op terugkeer van Syrische vluchtelingen. Het gros van de Syrische vluchtelingen, circa 5,5 miljoen, woont nog altijd in Jordanië, Libanon, Turkije, Egypte en Irak, vaak in precaire omstandigheden.

Jordanië wordt vaak geprezen om de opvang en behandeling van grote groepen vluchtelingen. Volgens de Jordaanse regering zijn er ongeveer 1,4 miljoen vluchtelingen in het land, waarvan het overgrote deel Syriërs betreft. Dit aantal is exclusief Palestijnse vluchtelingen die geregistreerd staan bij de VN-organisatie UNRWA; velen van hen hebben in de loop van decennia de Jordaanse nationaliteit gekregen.

De meeste inwoners van Zaatari komen het kamp niet of nauwelijks uit

De meeste Syrische vluchtelingen in Jordanië, circa 560.000, zijn geregistreerd bij UNHCR, de VN-organisatie voor vluchtelingen. Behalve door UNHCR wordt Zaatari bestuurd door het Syrian Refugees Affairs Directorate (SRAD), dat onder het Jordaanse ministerie van Binnenlandse Zaken valt.

In Syrische vluchtelingenkampen als Zaatari en het verderop gelegen, op twee na grootste kamp Azraq, is de situatie voor de meeste vluchtelingen na ruim een decennium nog altijd uitzichtloos. Dat geldt ook voor Jordaanse steden en dorpen, waar het gros van de Syrische vluchtelingen woont en nog altijd in de marge leeft.

Nadir Rashid (25) staat met zijn twee spelende dochters van twee en vier in het Zaatari-kamp tussen de golfplaten caravans.

Foto Rachel Corner

Werkloosheid

Geregistreerde Syrische vluchtelingen in Jordanië hebben toegang tot basisonderwijs en basale gezondheidszorg en ze mogen werken in bepaalde sectoren, waaronder de landbouw en de bouw. Maar de meeste inwoners van Zaatari in de arbeidsgeschikte leeftijd zijn werkloos – slechts 3 procent heeft een werkvergunning – en komen het kamp niet of nauwelijks uit.

De kleine groep werkenden en ondernemers op de informele markt in het kamp, zoals bruidssaloneigenaar Safa Jamal Rashid, moeten toestemming krijgen om het kamp te verlaten. Rashid doet geregeld inkopen in de Jordaanse hoofdstad Amman, vergezeld door haar 24-jarige dochter, die eveneens een salon in het kamp heeft geopend, en keert dan met een set goed verpakte bruidsjurken per bus terug.

In een rechte straat dwars door Zaatari zijn talloze winkels gevestigd. De straat draagt de bijnaam Sham-Élysées, een woordspeling op het Parijse Champs-Élysées en Sham, dat verwijst naar Syrië of Damascus. Winkelier Abu Ali, een vijftiger met een tweedehandswinkel, vertelt dat zijn inkomsten sterk zijn teruggelopen sinds de val van Assad. „Door de onzekerheid over de toekomst durven inwoners minder uit te geven.”

Abu Ali in zijn winkel aan de zogeheten Sham-Élysées, een woordspeling op het Parijse Champs-Élysées en Sham, dat verwijst naar Syrië of Damascus.

Safa Jamal Rashid, eigenaar van de bruidssalon in het Zaatari-kamp met haar 14-jarige dochter Faten, die meehelpt in de salon.

Foto’s rachel corner

Sinds de val van Assad zijn circa twaalfduizend vluchtelingen uit Zaatari teruggekeerd naar Syrië, vertelt UNHCR-woordvoerder Yousef Taha in een kantoortje in het kamp. Zowel UNHCR als de Jordaanse regering benadrukt dat terugkeer naar Syrië uitsluitend vrijwillig dient te gebeuren. Wel publiceert UNHCR op zijn website verhalen over ‘hoopvolle’ terugkeer.

Uit een regionale enquête van UNHCR onder Syrische vluchtelingen van afgelopen februari blijkt dat de overgrote meerderheid ooit hoopt terug te keren naar Syrië. Slechts 27 procent zegt dat in de komende twaalf maanden te willen doen, vanwege zorgen over de nieuwe autoriteiten en de algehele veiligheidssituatie. „De situatie in Syrië is instabiel. Diverse vluchtelingen die zijn teruggegaan hebben bovendien de aanwezigheid van landmijnen gerapporteerd”, zegt Taha.

Voor het gros van de Syrische vluchtelingen is een keuze voor terugkeer hoogst onzeker

Zes op de tien ondervraagden zou graag een zogeheten go and see-bezoek brengen aan Syrië, om bijvoorbeeld te kijken hoe hun voormalige huis of woonplaats erbij ligt, en de veiligheidssituatie in te schatten. Op dit moment is dat voor Syriërs in Turkije mogelijk. Ook Rashid wil dat: „Een reis naar Daraa hoop ik wel te maken, maar in de komende jaren wil ik in Jordanië blijven, en een salon openen buiten het kamp.”

Maar Syrische vluchtelingen in Jordanië die via de enige geopende grensovergang naar Syrië oversteken, verliezen daarmee hun asielstatus in Jordanië. Een uitzondering vormen Syrische studenten, professoren, ondernemers en investeerders; zij mogen wel op en neer. Maar voor het gros van de Syrische vluchtelingen maakt het strenge exitbeleid een keuze voor terugkeer hoogst onzeker.

De winkelstraat in het Zaatari-kamp, bijgenaamd de Sham-Élysées.

Foto Rachel Corner


Lees ook

Voor veel jonge Syrische vluchtelingen in Nederland is het nog niet ‘het juiste moment’ om terug te keren

Zwaar gebombardeerde gebouwen in de stad Homs in Syrië, 9 januari 2025.

Opvang in de regio

Het afgelopen decennium heeft Nederland, net als andere EU-landen, ingezet op „opvang in de regio”: het ondersteunt landen als Jordanië bij de opvang van (Syrische) vluchtelingen, onder meer via financiële steun aan UNHCR. Door het verbeteren van de situatie van vluchtelingen in „de regio” zou de komst van vluchtelingen naar Europa kunnen worden ingeperkt, was het idee.

De onafhankelijke evaluatiedienst Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie (IOB) van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken kwam in maart 2024 in een evaluatie van het beleid tussen 2016 en 2021 tot een andere conclusie. Opvang in de regio heeft een „politiek motief”, aldus de evaluatie, maar „het bewijs voor een causale relatie tussen hulp en doormigratie is zwak”. Ook stelt de evaluatie dat „de Nederlandse steun aan opvang in de regio […] niet effectief [heeft] bijgedragen aan het verbeteren van perspectieven voor vluchtelingen uit Syrië en hun gastgemeenschappen in Libanon en Jordanië”.


Lees ook

Dubbele signalen van minister Faber over terugkeer van vluchtelingen naar Syrië

Een verwoest huizenblok in Homs, een stad waar hevig werd gevochten tijdens de Syrische burgeroorlog.

Afgelopen februari stelde Human Rights Watch dat EU-opvanglanden go and see-bezoeken voor Syriërs moeten faciliteren. Ook Nederland overweegt een go and see-regeling, al sprak toenmalig minister Marjolein Faber (Asiel, PVV) zich uit tegen de regeling. In juni bepaalde het demissionaire kabinet dat asielaanvragen van Syriërs niet meer automatisch worden goedgekeurd, maar individueel worden beoordeeld, vanuit het idee dat veiligheidssituatie in Syrië is verbeterd sinds de val van Assad.

Lekkende daken

Ondertussen staan de levensomstandigheden van Syrische vluchtelingen in landen als Jordanië verder onder druk: UNHCR kampt met grote financiële tekorten. Vooral door Amerikaanse opschorting van financiering, de grootste donor van UNHCR, had de Jordaanse tak van de organisatie eind mei nog maar 22 procent van zijn budget voor 2025 ontvangen.

„We kampen al jaren met teruglopende financiering, maar de huidige situatie is ongekend”, aldus woordvoerder Taha. Hij somt de gevolgen voor Zaatari op: de zorg voor duizenden gehandicapten in het kamp is opgeschort, gezondheidsklinieken moeten sluiten en restauraties van wooneenheden blijven uit. Nu al kampen veel families met lekkende daken in de winter. „De caravans in het kamp hebben een levensduur van vijf jaar, en dringend onderhoud nodig.”

Haneen Fayyad, thuis in het Zaatari-kamp. Fayyad is studente business administration aan de Jordaanse Zarqa-universiteit.

Foto Rachel Corner

De helft van de bevolking van Zaatari is onder de achttien. Veel kinderen en jongvolwassenen hebben hun jeugd grotendeels in het kamp doorgebracht. Haneen Fayyad (21) was negen jaar toen ze met haar ouders, zussen en broer voor het geweld uit Daraa vluchtte. „Van mijn kindertijd herinner ik me vooral dat ik met vriendinnen op het platteland rondom ons huis speelde.”

Natuurlijk wil ik niet voor eeuwig in dit kamp blijven

Haneen Fayyad
studente

Sinds twee jaar studeert Fayyad met een Franse studiebeurs business administration aan de private Jordaanse Zarqa-universiteit. Ze vormt daarmee een uitzondering: slechts enkele uitblinkende jongeren uit het kamp krijgen een dergelijke kans. „Het is mijn droom om de komende jaren in Jordanië mijn studie af te maken, en daarna in de Verenigde Arabische Emiraten te werken.”

Als student aan een Jordaanse universiteit mag Fayyad individueel heen en terug naar Syrië. Maar Umm Fayyad, haar moeder, vindt dat veel te riskant: „Het is onveilig, en wie weet gaan toch ineens de grenzen dicht. Bovendien is ons huis in Syrië volledig verwoest. We hebben geen andere keus dan de komende jaren in Jordanië te blijven.”

Haar zorgen gelden voor veel families in Zaatari: er heerst onzekerheid over de veiligheidssituatie in Syrië en zij hebben vaak geen huizen om naar terug te keren. Eind mei voerde de nieuwe Syrische regering gesprekken met mensenrechtenorganisaties over de reconstructie van verwoeste huizen. Concrete wederopbouw kan echter nog lang duren. „Natuurlijk wil ik niet voor eeuwig in dit kamp blijven”, zegt studente Fayyad. „Maar we hebben geen geld of middelen om ons leven in Syrië opnieuw op te bouwen.”