Wat zegt het sentiment van de belegger over de gezondheid van banken?

Analyse

Twee weken bankenstress De beurskoersen van banken schieten deze maand op-en-neer. Wat zegt dat over de gezondheid van de financiële instellingen?

Twee weken van onrust en crisis in de internationale bankwereld
Twee weken van onrust en crisis in de internationale bankwereld

Het jaar was zo goed begonnen voor de belegger met bankaandelen in zijn investeringsportefeuille. In de eerste tweeënhalve maand van het jaar wisten de aandelen van financiële instellingen, na jarenlang onderpresteren ten opzichte van andere bedrijven, eindelijk weer eens de weg naar boven te vinden.

Maar sinds de dag dat duidelijk werd dat het niet goed ging met Silicon Valley Bank (SVB), is het weer onzekerheid troef en stuiteren de bankaandelen op en neer. De ene dag zijn financiële instellingen de winnaars op de beurs, de dag erna de verliezers – maar per saldo gaat de weg omlaag.

Ten opzichte van 8 maart, de dag voor het eerste slechte nieuws over SVB bekend werd, sloot de Europese bankenindex vrijdag ruim 17 procent in de min. Daarmee is de winst van de beursgenoteerde Europese banken van begin dit jaar verdampt.

BNP Paribas leverde sinds de val van SVB bijna 21 procent in. De grootste Nederlandse bank, ING, staat op een min van bijna 22 procent. Het Britse HSBC, vooral in Azië actief, staat zo’n 15 procent lager dan voor het begin van de bankenstress.

En deze vrijdag lijkt een nieuwe bank gevonden te zijn waar beleggers zich zorgen over maken: Deutsche Bank. De koers van de bank op de beurs in Frankfurt leverde op één dag ruim 8,5 procent in, waardoor het totale verlies sinds de val van SVB bijna 27 procent bedraagt.

Volgens de president van de Duitse centrale bank, Joachim Nagel, is het geen verrassing dat de beurzen volatieler zijn dan voor de val van SVB en Credit Suisse. „In de week na zulke belangwekkende events, is het vaak een hobbelige weg [op de beurzen]”, reageerde hij vrijdag op de daling van Deutsche Bank, waar hij verder inhoudelijk niet op inging.

Is de volatiliteit alleen een nawee van het falen van twee banken, zoals Nagel suggereert? Of is de onzekerheid van beleggers over hoe stevig de fundamenten van andere banken zijn terecht?

Goed of slecht teken?

Beleggers lijken niet eens meer te weten wat nu goede en wat nu slechte tekenen zijn. Dat is te zien aan de reacties op de rentebesluiten van de centrale banken afgelopen weken. In de week na de val van SVB, toen de crisis bij Credit Suisse net zichtbaar werd, was het de beurt aan de Europese Centrale Bank. Het sentiment op de financiële markten was toen dat het ‘geen goed idee’ zou zijn om de rente verder te verhogen, aangezien het juist de hogere rentes waren die SVB in de problemen hadden gebracht.

Toen de centrale bank van de eurozone stoïcijns de rente verhoogde met een 0,5 procentpunt, gebeurde er vervolgens heel weinig op de financiële markten. Sterker nog: de aandelen van banken stegen. Toen leek opeens de gedachte geworden: is de volharding van de ECB, ondanks de stress van banken, niet juist een teken dat het allemaal wel meevalt bij de (Europese) banken?

Deze week was het de beurt aan onder meer de Amerikaanse centrale bank, de Federal Reserve, om een rentebesluit te nemen. De sentimenten waren vooraf precies andersom dan bij de ECB. Als de Fed zou besluiten om de rente niet verder – of minder snel – te verhogen dan zou dat juist als teken worden opgevat dat het slecht gaat met de banken.

Immers: om de hoge inflatie te dempen, is een renteverhoging nodig. Als de centrale bankiers hun hoofddoel – een lage en stabiele inflatie – opzij zouden schuiven om de bankenstress te verlichten, had dat kunnen worden gezien als een impliciete bevestiging dat de balansen van de Amerikaanse banken er te slecht voorstaan om hogere rentes te kunnen opvangen.

Net als de ECB hield de Fed voet bij stuk. Maar dat leverde aan het einde van de week juist weer rode beurskoersen op. Want toen dook het omgekeerde sentiment weer op: dat de doorgezette renteverhogingen voor nieuwe slachtoffers zouden kunnen zorgen in het bankenlandschap.

Dezelfde gespleten gedachtegang was er deze week over uitspraken van de Amerikaanse minister van Financiën Janet Yellen. De beurzen reageerden afgelopen dinsdag verheugd op uitlatingen van haar over de bereidheid van het ministerie om bij eventueel andere kwakkelende banken op een zelfde manier in te grijpen als bij SVB is gedaan. Dat werd geïnterpreteerd door de markt dat spaartegoeden bij alle soortgelijke banken voortaan worden gegarandeerd, niet alleen tot de grens van 250.000 dollar zoals dat onder het huidige depositogarantiestelsel geldt.

Toen Yellen een dag later op woensdag die interpretatie van tafel veegde door te zeggen dat geen sprake is van permanente uitbreiding van het depositogarantiestelsel, leverde dat lagere beurskoersen op. Maar toen Yellen een dag tegenover het Amerikaanse Congres later herhaalde dat bij zwakke banken wél „hetzelfde instrumentarium” zou worden ingezet als bij SVB, leverde dat níét opnieuw groene borden op op de beurs. Want toen interpreteerden de markten dezelfde uitspraak als twee dagen eerder opeens anders: als Yellen zich genoodzaakt voelt deze ‘geruststelling’ nogmaals te zeggen, is er dan niet toch iets ergs aan de hand bij de banken?

Goed en slecht nieuws

Het is niet alleen de beleggers te verwijten dat de koersen zo heen-en-weer springen: het goede en slechte nieuws over banken wisselt elkaar ook in hoog tempo af. Zo werd de Amerikaanse First Republic-bank vorige week financieel gestut door een consortium aan grote banken met 30 miljard dollar aan stortingen – goed nieuws in principe. Maar deze week volgde slecht nieuws: rekeninghouders bleven hun tegoeden opnemen bij First Republic. De bank zou inmiddels opties onderzoeken hoe te overleven, met opsplitsing of verkoop als opties.

In Europa begon afgelopen beursweek met de verwarring over de redding van Credit Suisse – op zich goed nieuws – wat betreft het lot van een achtergestelde lening aan de bank, zogenoemde coco’s (contingent convertibles). De Zwitserse toezichthouder bepaalde dat de houders van de coco’s van Credit Suisse niks meer zouden krijgen na de overname door UBS, waarmee 16 miljard aan beleggingen in één klap waardeloos werd. Terwijl aandeelhouders, die normaal als eerste alles kwijt zijn bij een faillissement van een bedrijf, nog een overnamesom van 3 miljard frank (3 miljard euro) mogen verdelen.


Lees ook: Met de overname van Credit Suisse krijgt een financieel verschijnsel bekendheid: de coco

Die beslissing bracht direct meer onzekerheid over de buffers van andere banken, waar coco’s een belangrijk, en tot nu redelijk goedkoop, onderdeel van uitmaken. Onder meer de Europese Centrale Bank haastte zich maandag om te zeggen dat in de eurozone wel de gewone volgorde zou worden aangehouden bij falen van een bank: eerst de aandelen waardeloos, dan indien nodig pas de coco’s. Dat stelde beleggers in de loop van maandag gerust, waarna het positieve sentiment over de redding van Credit Suisse op het einde van de dag toch de overhand kreeg.

Maar later in de week sloegen de twijfels toch weer toe: omdat de coco’s nu als risicovoller worden gezien dan eerst, moet het rendement toenemen om de producten aantrekkelijk te houden. Voor Europese banken is dat moeilijk te betalen, gezien hun lage winstgevendheid. En als Europese banken geen coco’s meer weten te verkopen, moeten ze op een andere, nog duurdere manier kapitaal ophalen. Dat is geen goede reclame voor de aandelen van Europese banken.

En dan zijn er ook nog onverklaarbare beursbewegingen. Vrijdag werd het opeens veel duurder om als investeerder te verzekeren tegen een bankroet van Deutsche Bank. Maar zegt dat dan ook dat de bank op omvallen staat? De Duitse bondskanselier Olaf Scholz benadrukte in reactie op de beursduikeling dat Deutsche „fundamenteel is gemoderniseerd en gereorganiseerd. „Het is nu een zeer winstgevende bank”, zei Scholz na een bijeenkomst in Brussel. „Er is geen enkele reden om bezorgd te zijn.”

Volgens analisten geciteerd door de Financial Times is er ook geen precieze reden aan te wijzen voor de daling. „We zien dit als een irrationele markt”, citeert de Britse zakenkrant een beleggingsexpert van Citigroup.

Besmettelijkheid

Hoe het nu fundamenteel met de Europese banken gaat, is moeilijk af te lezen aan de volatiele beurskoersen van afgelopen weken. Een hogere of lagere beurskoers heeft bovendien in principe geen direct effect op de gezondheid van banken. De aandelen die verhandeld worden zijn immers al uitgegeven en gaan van belegger tot belegger. De bank is daarin geen partij meer.

Maar de beurskoersen kunnen wel een besmettelijk effect hebben. Het gevaar is als het wantrouwen overslaat naar de rekeninghouders. Als particuliere spaarders, maar vooral bedrijven met hoge tegoeden hun rekeningen bij een bank leeg halen, kan een gezonde bank zo een kwakkelende bank worden. Zeker gezien het enorme tempo waarin banktegoeden tegenwoordig kunnen worden opgevraagd. Bij SVB verdween in een dag 43 miljard dollar aan spaartegoeden. Bij Credit Suisse werd per dag 10 miljard frank opgevraagd.

Als een bank slachtoffer is van een dergelijke bank run en op zoek moet naar extra kapitaal, dan is een lage beurskoers en weinig vertrouwen in de sector van beleggers wel een écht probleem.

Met medewerking van Egbert Kalse en Maarten Schinkel.