Wat wil minister Ben-Gvir bereiken met zijn bezoek aan de Tempelberg? En vier andere vragen


Israël en Palestina Het omstreden Tempelbergbezoek van minister Itamar Ben-Gvir zegt veel over zijn politieke stijl en visie: die zijn gericht op confrontatie.

De Israëlische minister Itamar Ben Gvir (Nationale Veiligheid, Joodse Kracht) liep dinsdag over de Tempelberg.
De Israëlische minister Itamar Ben Gvir (Nationale Veiligheid, Joodse Kracht) liep dinsdag over de Tempelberg.

Foto Minhelet Har-Habait/AFP

Het was een bezoek met gevolgen. Nu de pas aangetreden extreem-rechtse Israëlische minister Itamar Ben-Gvir (Nationale Veiligheid) in het door Israël bezette Oost-Jeruzalem de Tempelberg bezocht heeft, staat de verhouding met de Palestijnen dusdanig op scherp dat de Verenigde Arabische Emiraten een bezoek van premier Benjamin Netanyahu hebben uitgesteld, en de VN-Veiligheidsraad bijeenkomt.

Vijf vragen over het bezoek.

1 Waarom ligt een bezoek van een Israëlische minister aan de Tempelberg zo gevoelig?

De Tempelberg, Haram al-Sharif in het Arabisch, is zowel voor joden als moslims een van de heiligste plaatsen ter wereld. Tot zijn verwoesting door de Romeinen, in 70 na Christus, stond hier de Joodse Tempel; bij de westelijke muur van het Tempelbergcomplex, de Klaagmuur, bidden dagelijks honderden joden. Op de berg staan sinds het eind van de zevende eeuw de voor moslims belangrijke Al-Aksamoskee en de Rotskoepel, een islamitische schrijn die van verre herkenbaar is aan zijn met bladgoud afgewerkte dak.

Nadat Israël de Tempelberg in 1967 op Jordanië had veroverd, werd het beheer ervan overgelaten aan een Jordaanse stichting. Toen is er afgesproken dat toeristen en religieuze joden de berg wel mogen betreden, maar er niet mogen bidden; dat recht is aan moslims voorbehouden.

Religieuze joden verschillen sterk van mening over het betreden van de Tempelberg. De meeste ultra-orthodoxen zijn van oordeel dat joden de Tempelberg niet mogen betreden, vanwege de heiligheid van de locatie. Religieus-zionistische joden, veelal kolonisten, willen zich de plaats juist toe-eigenen.

In de islamitische wereld geldt dit als een onaanvaardbare provocatie. Het bezoek van Ben-Gvir werd veroordeeld door Saoedi-Arabië, Jordanië, Egypte en Turkije.

2 Wie is Itamar Ben-Gvir?

Voordat hij de politiek betrad namens de partij Joodse Kracht, werd Ben-Gvir al eens veroordeeld voor steun aan Kach, een Joodse terreurgroep met een religieus-zionistische ideologie. Deze groep bepleit onder meer de onmiddellijke annexatie van bezet gebied. De soevereiniteit van de Tempelberg moet van de moslims worden afgenomen en aan het rabbinaat worden gegeven.

Ben-Gvir woont in Kiryat Arba, een van de meer militante Israëlische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever – volgens internationaal recht illegale nederzettingen. Geregeld zei Ben-Gvir dat Palestijnen de Westelijke Jordaanoever moeten verlaten. Naar eigen zeggen is hij inmiddels minder extreem geworden. Alleen Palestijnen die ‘niet-loyaal’ aan het Joodse gezag zijn hoeven nog weg.

Door in zijn eerste week als minister meteen de Tempelberg te bezoeken, zoekt Ben-Gvir bewust de provocatie op. Het zegt veel over zijn politieke stijl en visie: die zijn niet gericht op vreedzaam samenleven met de Palestijnen, maar op confrontatie, met als doel om de Israëlische heerschappij te vergroten.

3 Doen Israëlische politici dit vaker?

Het meest beruchte bezoek van een Israëlische politicus aan de Tempelberg vond plaats in 2000. Toenmalig oppositieleider en kandidaat-premier Ariel Sharon bezocht op 28 september van dat jaar de berg, omringd door honderden agenten van de oproerpolitie.

Net als Ben-Gvir had Sharon het provocatieve effect van zijn bezoek ingecalculeerd: nadat hij het complex had verlaten, begonnen Palestijnse relschoppers stenen en andere projectielen te gooien naar joodse gelovigen bij de Klaagmuur. Sharons bezoek wordt gezien als het startpunt van de Tweede Intifada, de Palestijnse opstand die nog vijf jaar zou duren. Bij deze opstand, onder meer gekenmerkt door Palestijnse zelfmoordaanslagen op Israëlische burgerdoelen, kwamen ruim drieduizend Palestijnen en bijna duizend Israëliërs om het leven.

De afgelopen jaren eisen steeds meer joden dat ze mogen bidden op de berg in Oost-Jeruzalem. In 2014 pleegde een Palestijn een moordaanslag op Yehuda Glick, een politicus van de Likud-partij van premier Netanyahu die meer toegang voor joden tot de berg beijverd had. Glick raakte zwaargewond, maar overleefde de aanslag.

4 Hebben de Palestijnen gelijk met hun vrees dat de Israëliërs de berg willen overnemen?

Sommige uitingen van orthodoxe en nationalistische Joden voorspellen weinig goeds. Zo bestaat er een beweging die de joodse tempel wil herbouwen. Tot begin deze eeuw werd deze Tempelbergbeweging als obscuur beschouwd. Tegenwoordig laten ook sommige ministers zich gelden als messianistische gelovigen. Een groeiende groep ziet de bouw van een derde joodse tempel als de belangrijkste plicht van het jodendom. Sommigen zien de tempelactivisten zelfs als helden die opkomen voor de godsdienstvrijheid.


Lees ook deze reportage over de tempelbeweging: Rode koe is de eerste stap op weg naar de Derde Tempel

Wilde Glick vooral bereiken dat joden naast moslims kunnen bidden, sommige extremere visies behelzen de sloop van de islamitische heiligdommen ten faveure van de tempel. De ene stroming zegt dat dit door goddelijke interventie moet gebeuren, anderen vinden dat God best een handje geholpen mag worden. In 1984 werd Yehuda Etzion opgepakt omdat hij de Al-Aksamoskee wilde opblazen.

5 Hoe groot is de kans dat dit weer uit de hand loopt, zoals in 2000?

Bij voorgaande ongeregeldheden rond de Tempelberg maakte de Israëlische regering doorgaans duidelijk dat de status quo rond de berg niet ter discussie staat. Maar met het aantreden van Netanyahu VI, eind december, bestaat de vrees dat de machthebbers deze keer meer naar escalatie neigen. Netanyahu zelf zegt de afspraken te respecteren, maar Ben-Gvir is duidelijk van plan om de religieuze spanningen aan te wakkeren.

In het verleden voelden Palestijnen zich geregeld genoodzaakt om de Tempelberg te verdedigen door aanslagen op Israëliërs te plegen. Als dit weer gebeurt, zou dat voor Ben-Gvir reden kunnen zijn om Palestijnen in Oost-Jeruzalem en op de rest van de Westelijke Jordaanoever, die onder Israëlische bezetting leven, harder te onderdrukken.