Wat vormt je persoonlijke identiteit? Filosoof Derek Parfit had er een baanbrekende theorie over

Recensie Boeken

Filosofie Filosoof Derek Parfit wilde laten zien dat onze alledaagse moraal a-religieus en rationeel kan zijn. Daarvoor was een grondige herziening nodig van onze opvattingen over persoonlijke identiteit en onze verhouding tot toekomstige generaties.

Derek Parfit in Oxford, 1990.
Derek Parfit in Oxford, 1990. Foto Steve Pyke/Getty Images

Wie filosofie heeft gestudeerd en het vak ethiek heeft gevolgd kent misschien zijn naam, maar buiten de academie is Derek Parfit onbekend. Hopelijk komt daar verandering in door deze biografie van David Edmonds, die al eerder succesvolle filosofieboeken voor een groot publiek heeft geschreven. Ook dit boek over een geniale studeerkamergeleerde is zo boeiend dat je het niet weg kunt leggen, door de combinatie van hersenkrakende filosofie en onthullende, soms pijnlijke anekdotes.

Op grond van zijn baanbrekende werk Reasons and Persons uit 1984 wordt Parfit, die in 2017 op 74-jarige leeftijd overleed, door veel filosofen beschouwd als de belangrijkste ethicus van de twintigste eeuw. Het boek is ongelooflijk ambitieus, maar dat gaat bij hem niet ten koste van de nauwgezetheid van zijn redeneringen. Parfit wil niets minder dan een a-religieuze ethiek ontwerpen. Om dit programma te doen slagen moest hij laten zien dat onze alledaagse moraal rationeel kan zijn. Daarvoor was een grondige herziening nodig van onder andere onze opvattingen over persoonlijke identiteit en onze verhouding tot toekomstige generaties.

Parfit beschouwde gedachtenexperimenten daarbij als het laboratorium van de filosofie. Neem het vraagstuk van persoonlijke identiteit: waardoor ben en blijf je wie je bent, van baby tot bejaarde? Sommige filosofen menen dat dit komt door ons lichaam dat, ondanks alle veranderingen, hetzelfde blijft. Anderen menen dat iemands identiteit psychologisch wordt bepaald door alles wat iemand ooit heeft meegemaakt en gedacht.

Gereproduceerd op Mars

Met een beroemd geworden gedachtenexperiment wilde Parfit aantonen dat beide theorieën niet kloppen. Stel dat we in de toekomst kunnen beschikken over teletransporters die ons met de snelheid van het licht kunnen verplaatsen naar Mars. Op Aarde wordt ons lichaam vernietigd; even zijn we bewusteloos, maar dan worden we wakker op Mars in een gereproduceerd lichaam. Jarenlang gaat dit goed tot ik op een dag bij bewustzijn kom op Aarde. Wat blijkt? Ik ben dit keer niet op Aarde vernietigd, maar wel op Mars gereproduceerd. Er zijn dus twee exemplaren van mijzelf. Welke van de twee ben ik? Ik kan niet identiek zijn met beide. Tegelijk, als ik blij ben dat ik het heb overleefd op Aarde, moet ik natuurlijk ook blij zijn dat ik leef op Mars, dus dat twee personen het hebben overleefd.

Lees ook: Je bent slechts een keten van ervaringen

Wat Parfit met dit gedachte-experiment wil aantonen is dat persoonlijke identiteit, dezelfde blijven door de tijd heen, niet ter zake doet voor wie je bent. Niet je lichaam, niet je verzameling herinneringen is waar het op aankomt, maar de psychologische continuïteit tussen gedachten die meer of minder op elkaar kunnen lijken. We zijn veel minder nauw verbonden met wie we in de toekomst zullen zijn, dan met anderen die nu denken zoals wij. Dit vraagt om een herwaardering van onze relaties met andere mensen. We moeten om anderen evenveel geven als om onszelf, want mensen zullen door gesprekken met ons psychologisch op ons gaan lijken. Als we rationeel zijn, concludeerde Parfit, dan zijn we minder begaan met de rest van ons eigen leven, en meer met het leven van anderen.

Bedachte problemen

Reasons and Persons is een Fundgrube aan dergelijke bedachte problemen. Zo heeft hij ook als één van de eerste filosofen nagedacht over de verplichtingen die de huidige generatie heeft ten opzichte van toekomstige, wat nu een trend is geworden, zoals ‘longtermism’. Wat is dat eigenlijk voor verplichting, vraagt hij zich af.

Stel dat de mensheid te horen krijgt dat we moeten stoppen met vleeseten, omdat anders onze kinderen zullen verschroeien op Aarde. De mensheid slaat dat advies in de wind. Men blijft vleeseten en kinderen verwekken. Voor die kinderen is dat niet slecht, betoogt Parfit, omdat die er anders helemaal niet waren geweest. Het is beter er te zijn dan er niet te zijn. Hebben we dan geen verplichting aan toekomstige generaties? Nee, want je kunt geen verplichtingen hebben aan niet-bestaande wezens. Dit is het zogenaamde ‘non-identiteitsprobleem’. We hebben weliswaar het gevoel dat het niet zorgen voor toekomstige generaties slecht is, maar dat gevoel kunnen we niet funderen op ethische principes.

Het schrijven van Reasons and Persons was een pijnlijk proces. Parfit had in 1967 een tijdelijke plaats als fellow aan All Souls College in Oxford gewonnen, een bevoorrechte positie, want fellows hoeven alleen onderzoek te doen en hebben geen onderwijs- en geen administratieve verplichtingen. In de zeven jaar die hij tot zijn beschikking had publiceerde hij weliswaar een artikel over persoonlijke identiteit, dat meteen een klassieker werd, maar voor All Souls was het te gering voor een permanente aanstelling. Parfit mobiliseerde wereldberoemde filosofen, zoals Rawls, Nagel, Ayer, Hare en Strawson, die ervoor pleitten dat hij nog een termijn van zeven jaar zou krijgen. All Souls accepteerde dit voorstel, mits er dan ook echt een boek zou komen.

Lees ook dit interview met filosoof Bas Haring, over de ziel: ‘Ik krijg kriebel van de ziel’

Permanente aanstelling

Toen dat eindelijk in 1984 verscheen werd het bejubeld als het belangrijkste boek over de ethiek van de twintigste eeuw. Parfit ging verder met zijn project, met als uitgangspunt dat we evenveel moeten geven om anderen als om onszelf. Een wetenschappelijke ethiek moet mogelijk zijn, die objectieve redenen geeft voor hoe te handelen, anders is het leven betekenisloos.

Met de passie van een missionaris werkte Parfit obsessief dag en nacht, ervan overtuigd dat hij en hij alleen die objectieve ethiek kon bedenken. Hij sloot zich op in zijn kamer in All Souls en kwam er alleen uit om ieder jaar goedbetaald college te geven aan Harvard en andere universiteiten in de Verenigde Staten. In Oxford zorgde dat voor ergernis, omdat hij aan zijn eigen universiteit zijn verantwoordelijkheden ontliep. Het geld dat Parfit daarmee verdiende, besteedde hij aan zijn fotografie-hobby.

Talloze versies van zijn magnum opus gingen de wereld over, aanvankelijk als Climbing the Mountain, maar in 2011 verscheen het eindelijk in twee delen van 540 en 825 pagina’s als On What Matters. Trouw aan zijn streven naar objectiviteit betoogde Parfit dat de drie voornaamste ethische theorieën: de plichtethiek van Kant, het utilisme, dat stelt dat je datgene moet doen wat de beste consequenties heeft, en het contractualisme, volgens welke ethiek neerkomt op afspraken, alle drie verschillende formuleringen zijn van één onderliggende theorie, die van Parfit.

De receptie was lauw. Filosofen waren geïntimideerd door de omvang, maar niemand was ervan overtuigd dat een objectieve ethiek, een soort morele wiskunde, waarin het menselijk subject geen fundamentele rol speelt, geloofwaardig is.

Edmonds’ boek illustreert paradoxaal genoeg die conclusie. Ofschoon hij zelf meent dat Parfits megalomane project is geslaagd, laat zijn boeiende boek zien dat het in diens leven uitsluitend draaide om één subject: Parfit zelf.