Wat vindt NRC | Rutte kon zich in dit vierde kabinet niet meer heruitvinden

Vertrek Rutte

Commentaar

De onovertroffen overlever stapt op. Na bijna dertien jaar komt er een einde aan het tijdperk-Rutte. Met een laatste les in politieke tactiek: de demissionaire premier kondigde maandagochtend zijn vertrek aan als VVD-partijleider aan het begin van wat een stevig debat beloofde te worden over de val van zijn vierde kabinet. Met een motie van wantrouwen die hem mogelijk direct had weggestuurd. Maar door zijn aankondiging haalde Mark Rutte nog eenmaal de wind uit de zeilen van zijn opponenten, van wie sommigen weinig anders deden dan hem prijzen voor zijn inzet voor Nederland.

Of hij zal worden herinnerd als briljant politicus of kundig staatsman, zal de toekomst uitwijzen. Rutte wist in elk geval 5.018 dagen elke crisis, elke storm – ook die in een glas water – te overleven. Vríjwel elke crisis: deze laatste over immigratie en asielopvang, van eigen makelij, was er een te veel. Het betekende de val van zijn vierde kabinet en luidde zijn eigen vertrek in.

Rutte leek vergroeid met het premiersambt. Zijn grote kracht was dat hij in een steeds meer versnipperd politiek landschap stabiliteit bracht. Hij wist politieke tegenstanders met charme en inlevingsvermogen in te palmen, vormde zowel met links als rechts kabinetten. Niet de VVD, maar de andere partijen betaalden daarvoor tot nu toe steeds de prijs.

Hij was een verbluffend goede communicator, die feilloos de stemming wist te vertolken van zijn gesprekspartners. Energiek en met humor wanneer nodig, ernstig als het moest. Door zijn optreden, deels doordat hij zolang premier was, groeide het aanzien van Nederland internationaal.

Lees ook: Al in de brugklas volgde Mark Rutte de politiek. Dáár wilde hij aan meedoen

Rutte wist geitenpaadjes te bewandelen, andere ministers de klappen te laten opvangen en ontsprong zelf lang de dans door goed getimede excuses. Hij leek onaantastbaar. Tot april 2021, het debat over de ‘functie elders’-notitie. Toch scheidden de wegen met D66 en de andere coalitiepartijen nog niet, ze zouden een nieuwe coalitie gaan vormen.

Maar steeds vaker zou het zowel op als buiten het Binnenhof gaan over zijn eigen functioneren. Over integriteit en sms’jes. Over de manier waarop is omgegaan met de slachtoffers van het Toeslagenschandaal en van de aardbevingsschade in Groningen.

De VVD-achterban morde openlijk over onder meer stikstof en immigratie. Steeds duidelijker werd ook binnen de partij dat Rutte’s tijd voorbij was – alleen een duidelijke opvolger ontbrak.

Steeds vaker ook bleek dat Rutte IV als doel had de fouten die in vorige kabinetten-Rutte waren gemaakt, te herstellen. En steeds vaker bleek dat Rutte’s kracht – de boel bijeenhouden – een doel werd in plaats van een middel.

Rutte kon zich in dit vierde kabinet ook niet meer heruitvinden. Van zijn grote beloftes om met „radicale ideeën” over een nieuwe bestuurscultuur te komen – ingegeven door een groeiend wantrouwen van burgers in de landelijke politiek – is teleurstellend genoeg niets terechtgekomen.

Wat dat betreft, is het vacuüm dat nu is ontstaan bij zijn partij wellicht een gunstige ontwikkeling. Nederland gaat een verkiezingscampagne in met andere actoren, ook aan de top van sommige andere partijen. Dat kan een broodnodige verandering inluiden.

Lees ook: Vertrek Rutte stort Den Haag in onzekerheid: een nieuw politiek tijdperk is aanstaande