Wat vindt NRC | Problemen op het spoor zijn niets minder dan nationale crisis

Geen stress: het zou een belangrijk argument moeten zijn om vaak met de trein te gaan. De automobilist – die ervaart pas druk! Files, goed opletten, korte lontjes, geen parkeerruimte, verzekeringskosten. De treinreiziger daarentegen: die kan lekker uit het raam turen, straffeloos wegdommelen of een gezellig gesprekje aanknopen met conducteur of medereiziger. Goed voor het klimaat ook! De trein zou een feest moeten zijn.

Het is daarom des te pijnlijker dat NS en vastgoed-neef ProRail vaak tekortschieten, vooral op cruciale, drukke trajecten. Het meest in het oog springend is de hsl-verbinding Rotterdam-Amsterdam. Door constructieproblemen bij viaducten mag er op delen van dit hogesnelheidstraject geen 300 kilometer per uur worden gereden. De snelheidsbeperkingen gelden sinds een jaar, en werden begin juli verlengd. Elders op het spoor, zo bleek in de afgelopen weken, is sprake van renovatiewerk dat uitloopt door een combinatie van slechte planning en een gebrek aan personeel. Tussen Rotterdam en Den Haag was het treinverkeer recent ernstig ontregeld. Rond Amersfoort, Utrecht en Arnhem waren ook de nodige problemen.

En dat gaat dan alleen nog maar over het spoor zelf. Inmiddels is duidelijk dat de NS zich heeft vergaloppeerd bij de aankoop van de Intercity Nieuwe Generatie (ICNG), een op het oog frisse trein die in de praktijk bizar veel mankementen kent. De NS heeft sinds 2016 109 ICNG’s besteld. Daarvan wachten er, zo stelde NRC onlangs vast, 36 op een uitgebreide reparatie, op rangeerterreinen in Duitsland en Polen.


Lees ook

Op het Duitse en Poolse spoor staan de gloednieuwe treinen van de NS te wachten op reparatie

Intercity Nieuwe Generatie (ICNG),  bijgenaamd De Wesp, die rijdt op de Hogesnelheidslijn, hier op Rotterdam CS.

In een klein, dichtbevolkt land als Nederland zou treinreizen geen stressfactor moeten zijn

Er zijn problemen met laswerk, remsystemen, binnendeuren, treeplanken en airco. Vergeleken met de oude treinen zijn de nieuwe wiebelig en lawaaiig. De stoelen zijn kwetsbaar en snel kapot. ICNG-treinen zijn vaak te laat of worden bij tegenslag snel uit de dienstregeling gehaald, ook in de spitsuren. En dat op een traject met tienduizenden reizigers per dag, een van de drukste routes van Nederland. De NS spreekt van kinderziektes, die nu eenmaal horen bij nieuwe treinen. Het NS-personeel weet beter. „NS’ers schamen zich voor deze trein”, zegt een hoofdconducteur in NRC. Begrijpelijk: NS’ers moeten elke dag de stress en frustraties van reizigers opvangen en aan verbijsterde, woedende toeristen uitleggen dat je voor deze hogesnelheidslijn, die maar 80 kilometer per uur gaat, naast je gewone kaartje ook nog een toeslag moet betalen. Het is niet uit te leggen. De ruimte voor gezellige gesprekken is flinterdun.

In een klein, dichtbevolkt land als Nederland zou treinreizen geen stressfactor moeten zijn. Met een goed werkend, betaalbaar treinsysteem wordt het aantrekkelijker om de auto te laten staan, maar ook om elders te gaan wonen dan in de Randstad. Hoe beter de verbindingen, hoe verder weg mensen van hun werk kunnen wonen, zonder zich zorgen te moeten maken over treinen die vertraagd zijn of uitvallen.

Helaas zijn er te veel signalen dat het niet die kant op gaat. Volgens de afspraken met de enige aandeelhouder, de Nederlandse staat, moet de NS winst maken, en dus wordt er bezuinigd. Meer dan 500 banen bij het bedrijf worden geschrapt. Vorige week donderdag kondigde de NS ook een prijsverhoging van kaartjes met 8,7 procent aan. Duurder reizen, in (nog) viezere treinen, zonder de fundamentele problemen op het spoor snel en effectief aan te pakken: het zou alle alarmbellen in politiek Den Haag moeten laten afgaan. Dit is een nationale crisis.