Wat vindt NRC | Nederland moet zich duidelijker uitspreken over drama in Gaza

De humanitaire situatie in de Gazastrook kan en mag niemand onverschillig laten. Steeds als je denkt dat het niet erger kan, doet Israël er toch weer een schepje bovenop. Van de 2,2 miljoen Gazanen zijn er volgens de Verenigde Naties inmiddels naar schatting 1,7 miljoen op de vlucht. Waar naartoe, dat weten ze zelf ook niet. Veiligheid is met de toegenomen Israëlische aanvallen in het zuiden, ook op vluchtelingenkampen, voor Palestijnen haast nergens meer te vinden. Aan alles is tekort: voedsel, water en medische hulp. Doordat er ook niet genoeg brandstof is, kan water niet meer volledig gezuiverd worden – met infecties en in normalere omstandigheden gemakkelijk te behandelen ziektes tot gevolg. Maar normaal is het allang niet meer. In de nog maar enkele functionerende ziekenhuizen is het voor het personeel dweilen met de kraan open. Kinderen, heel veel kinderen, zijn slachtoffer van een oorlog waarin zij geen partij horen te zijn.

Na de gruwelijke aanval op 7 oktober stond buiten kijf dat Israël zich mocht verdedigen. Het recht om terreurorganisatie Hamas hard aan te pakken heeft het nog steeds. Maar inmiddels is op satellietbeelden te zien dat het Israëlische leger niet meer alleen Hamas maar heel Gaza wegveegt. Deze ogenschijnlijke wraakactie is buiten elke proportie en zou in termen van het oorlogsrecht geduid moeten worden als niet toegestaan ‘collectief straffen’. In sommige wijken staat haast geen gebouw meer overeind. Door het bewuste gebruik van zware en dus minder gerichte bommen, vallen in verhouding meer burgerdoden dan in welk ander modern conflict ook.

Zelfs in de Verenigde Staten, Israëls trouwste bondgenoot en wapenleverancier, nemen de zorgen hierover toe. Minister van Defensie Lloyd Austin zei deze week in Tel Aviv weliswaar geen tijdpad te willen voorschrijven, maar Israël wel aan te raden de intensiteit van de aanvallen te verminderen en over te gaan op „meer chirurgische” operaties.

Hoewel het twijfelachtig is of Israël zich iets van de steeds breder gedragen kritiek aantrekt, is het goed dat de VS inmiddels enige voorwaarden aan de steun verbinden. Maar het blijft te weinig. Het waren de VS die in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties al meerdere resoluties die opriepen tot een staakt-het-vuren met hun veto onherroepelijk afschoten. De stemming over een nieuwe resolutie die om een „eind aan de vijandigheden” vraagt, werd deze week vele keren uitgesteld in een poging de VS nu wel aan boord te krijgen. In de Algemene Vergadering van de VN, waarin álle landen een (niet-bindende) stem hebben, is wel al meerdere keren in ruime meerderheid gestemd voor een humanitair, dus tijdelijk, staakt-het-vuren.

Tot twee keer toe onthield Nederland zich daarbij van stemming omdat in de tekst van de resolutie de aanleiding van de oorlog, het drama op 7 oktober, niet genoemd werd. Duitsland en het Verenigd Koninkrijk, twee andere trouwe partners van de VS, onthielden zich ook maar maakten zich afgelopen week in een Britse krant wél sterk voor een „duurzaam staakt-het-vuren” – al is onduidelijk hoe dat gestalte moet krijgen.

Het is beschamend dat Nederland zich, afgezien van het leveren van noodhulp, internationaal op de vlakte houdt. Het conflict dijt steeds verder uit, ook door inmenging van Houthi’s op de Rode Zee. Met Den Haag als officieuze hoofdstad van het internationale recht zou de demissionaire regering onderzoek kunnen gelasten naar mogelijke schendingen van het oorlogsrecht en zich ondubbelzinnig kunnen uitspreken tegen de nietsontziende verwoestingen die het Israëlische leger in de Gazastrook aanricht. Maar de eerste verantwoordelijkheid ligt nog steeds bij Israël. Dat moet heel veel meer doen om onschuldige Gazanen te beschermen. Als bezettende macht heeft het de plicht de bevolking van voedsel en medische steun te voorzien. Ook dat is oorlogsrecht.



Leeslijst