De bevolking van Gaza lijdt al jarenlang, en deze maanden meer dan ooit, onder een dubbel juk. Het Israëlische leger maakt leven vrijwel onmogelijk, met dagelijkse bombardementen, een grondinvasie, en geen blijk van de gave des onderscheids. Niet alleen Hamas is een doelwit in de oorlog, de burgerbevolking lijdt onaanvaardbaar veel door het geweld. Daarnaast is er de dagelijkse onderdrukking door Hamas, dat in 2007 de macht greep in Gaza. Burgers zijn op geen enkele manier vrij en veilig: Israël bedreigt hun lichaam, Hamas hun geest. Slechts één bondgenoot hebben de ruim twee miljoen inwoners: de internationale gemeenschap. Al sinds de oprichting in 1949 krijgen ze hulpgoederen, voedsel en morele steun van UNRWA, de VN-organisatie die Palestijnse vluchtelingen helpt in de landen en gebieden waar ze na de Nakba (‘tragedie’) ofwel de Israëlische Onafhankelijkheidsoorlog, terechtkwamen. Mede door het disfunctioneren van Hamas is UNRWA een informele semi-overheid geworden, met eigen scholen, ziekenhuizen en kantoren. Juist rondom UNRWA is veel internationale ophef, nu Israël de organisatie ervan beschuldigt dat medewerkers betrokken waren bij de terreur van 7 oktober. Het zou om twaalf medewerkers gaan, die in meer of mindere mate zouden hebben meegeholpen. Het onderliggende verwijt: UNRWA is niet de neutrale organisatie die het zegt te zijn, maar een verlengstuk van Hamas. De VS en negen andere landen, waaronder Nederland, hebben de toekomstige financiële steun opgeschort.
Lees ook
Landen stoppen met steun aan VN-hulporganisatie UNRWA. Wat is er aan de hand?
De beschuldiging van betrokkenheid door medewerkers is ernstig, en verdient grondig onderzoek. Daar zijn de VN gelukkig meteen mee begonnen. Aangetekend moet wel worden dat ruim 10.000 inwoners van Gaza bij UNRWA werken, in hoge en lage functies, en dat kan onbedoeld als gevolg hebben dat Hamas-aanhangers in de VN-organisatie terechtkomen. Het opschorten van financiële steun is veel te snel, en een groot risico voor de bevolking. UNRWA is elk jaar afhankelijk van donaties van landen om te kunnen blijven bestaan. Dit jaar zal dat nog wel lukken, Nederland heeft de beloofde 19 miljoen euro al betaald. Maar volgend jaar zijn de problemen in Gaza niet minder serieus, of het jaar erop, of over tien jaar. En geopolitiek bedrijven over de hoofden van burgers die al zo zwaar getroffen zijn, is verkeerd. Demissionair minister Geoffrey van Leeuwen (Ontwikkelingssamenwerking, VVD) had op zijn minst de uitkomst van het onderzoek af kunnen wachten.
Wat de stap nog kwalijker maakt, is dat de Nederlandse regering weet hoe belangrijk UNRWA is voor de burgers van Gaza. Demissionair minister Bruins Slot (Buitenlandse Zaken, CDA), zei eerder deze maand in de Tweede Kamer nog dat „we hen echt keihard nodig hebben om ervoor te zorgen dat de onschuldige mensen in Gaza de hulp krijgen die zij nodig hebben”. De mensen die zich inzetten voor humanitaire hulpverlening in Gaza, zei Bruins Slot, „doen dat echt met een groot risico voor hun eigen leven. Je ziet dat er op dit moment al heel veel humanitaire hulpverleners in dit conflict het leven hebben gelaten.” Dat waren terechte woorden van waardering voor de mensen die hun eigen veiligheid minder belangrijk vinden dan die van de bevolking van Gaza. Dat de Nederlandse regering de steun aan UNRWA zomaar opschortte, is een verkeerd signaal aan andere donorlanden, die nu ook voorwaarden kunnen verbinden aan hun steun. Het is een verkeerd signaal aan moedige hulpverleners. En een verkeerd signaal aan de bevolking van Gaza.