Wat vindt NRC | Met de munitieleveranties helpt Washington Oekraïne en koopt het tijd voor Europa

Na vier maanden wachten hebben de Verenigde Staten hun wapenleveranties aan Oekraïne vorige week eindelijk hervat. De herbezinning van de Republikeinen in het Huis van Afgevaardigden, die verantwoordelijk waren voor het oponthoud, komt geen seconde te vroeg. Want de positie van Oekraïne in zijn overlevingsstrijd tegen Rusland is dit jaar zienderogen verslechterd, vooral als gevolg van het ernstig tekort aan munitie. Niet alleen duwen de Russen sinds de val van het industriestadje Avdiivka in het oosten van Oekraïne de frontlijn langzaam maar zeker voor zich uit, de belegerde steden, de civiele infrastructuur, de Oekraïense burgers en hun fronttroepen hebben de afgelopen maanden zwaar geleden onder de verwoestende werking van vele duizenden Russische raketten, drones, glijbommen en artilleriegranaten. De Oekraïense verdedigers schoten letterlijk tekort om alle aanvallen te kunnen pareren.

De hervatting van de Amerikaanse leveranties is uiteraard goed nieuws voor Oekraïne. Het betekent op de eerste plaats dat de Oekraïense strijdkrachten hun burgers de komende tijd beter zullen kunnen beschermen. Daarnaast zullen zij er alles aan doen om hun verzwakte positie langs de duizend kilometer lange frontlijn te stabiliseren en de Russische opmars te stoppen.

Dat Oekraïne in die benarde positie is gekomen is niet alleen te wijten aan onverantwoordelijk gedrag in het Amerikaanse Congres. De steenrijke Europese bondgenoten van Oekraïne, die met hun gezamenlijke economieën in alle opzichten superieur zijn aan Rusland, moeten het zich aantrekken dat zij niet in staat zijn een land te helpen dat in het hart van hun continent met de ondergang wordt bedreigd door een losgeslagen agressor in Moskou. Het is te hopen dat Europa ruim twee jaar na de massale Russische invasie de juiste lessen trekt over de urgentie van het probleem dat het Kremlin vormt; niets wijst erop dat dat probleem in de rest van de jaren twintig zal verdwijnen.

Met de hervatting van de Amerikaanse leveranties koopt Washington vooral tijd. Niet alleen voor Oekraïne, vooral ook voor Europa. Met aangevulde voorraden 155mm-granaten, Patriot-raketten en ander oorlogsmaterieel kan Oekraïne zichzelf waarschijnlijk de rest van dit jaar verdedigen. De komst van F-16’s, komende zomer, zal daarbij helpen. Maar het zou een onvergeeflijke en historische vergissing zijn als Europa de ondersteunende rol van Washington in 2025 niet kan overnemen.

Oekraïne kreeg nog meer goed nieuws uit Washington. President Joe Biden gaf eindelijk toestemming voor de levering van Atacms, raketten met een bereik van 300 kilometer. Ze bleken zelfs al te zijn gebruikt voordat de Amerikanen de levering bevestigden. Kennelijk ziet Biden in dat bewapening van Oekraïne niet automatisch tot escalatie van de oorlog leidt.

Met deze langeafstandsraket kan Oekraïne eindelijk alle Russische doelen in bezet gebied aanvallen, ook diep verborgen op de Krim, zoals de brug naar het vasteland. Alleen al de wetenschap dat Kyiv de raket kan inzetten tegen aanvoerlijnen, militaire vliegvelden, geavanceerde radarinstallaties en troepenconcentraties heeft directe consequenties voor de Russische operaties en de planning van hun offensief.

De Amerikaanse leveranties betekenen allerminst dat Oekraïne gered is. Deze zomer wordt een nieuw Russisch offensief verwacht, wellicht richting Charkiv. De rest van dit jaar zal Kyiv alle zeilen moeten bijzetten om de huidige posities te behouden. Voor een eigen tegenoffensief, gericht op herovering van de bezette gebieden, is een veel grotere inspanning nodig. Het is te hopen dat Europa zich nu wel op tijd voorbereidt.