Als de olympische vlam dit weekend dooft, na 329 sportevenementen, blijft een waardevolle les overeind: vier de helden. De prachtbeelden van Parijs zijn fraai, maar de reden waarom drie miljard mensen wereldwijd televisie- of streaminguitzendingen kijken (150.000 uur in totaal), zijn de GOAT — de Greatest of All Time.
Ze heten Biles, Duplantis, Van Rouwendaal, Marchand, Ledecky, Djokovic, Bouwmeester, Lopez. Ze hebben unieke dingen gedaan. Hoger gesprongen dan een mens ooit gesprongen heeft (Duplantis). Alles gewonnen wat je met tennis kunt winnen — Grand Slams en de Spelen (Djokovic). In je eentje meer gouden medailles hebben dan serieuze sportlanden met tientallen miljoenen inwoners opgeteld (Marchand).
Je kunt makkelijk doorgaan met de superlatieven. De succesvolste zeilster ooit. (Bouwmeester). De succesvolste olympiër uit sportgek Amerika (Ledecky). Als enige op vijf Olympische Spelen achter elkaar een gouden medaille winnen. De Cubaanse worstelaar Mijaín Lopez deed het – op zijn 41ste.
Rolmodellen zetten aan tot bewegen. Dat is belangrijk in een wereld waar stilzitten de norm is geworden. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) waarschuwde in juni dat 31 procent van volwassenen en 80 procent van de jongeren wereldwijd onvoldoende beweegt. Dat zorgt voor meer zieken, grotere druk op zorgstelsels en torenhoge economische schade. Zorgelijker: meisjes (85 procent) zijn nog vaker „fysiek inactief” dan jongens (78 procent). De wereld heeft meer Bilesen en Bollen nodig. Representatie maakt uit.
Daar ligt een verantwoordelijkheid voor al die regeringsleiders en staatshoofden die met rood aangelopen hoofden ‘hun’ olympiërs aanmoedigen. Investeer in sportfaciliteiten, op school en in de openbare ruimte. Maak bewegen makkelijk en aantrekkelijk.
Eerder dit jaar liet NRC in een serie artikelen zien dat de bewegingsarmoedepandemie in Nederland ook het gevolg is van slecht beleid. In een olympisch jaar met gebalde vuisten op de eerste rij zitten is een mooi symbool, maar het echte verschil kunnen zij in de drie tussenliggende jaren maken. Hetzelfde geldt voor het enthousiaste tv-kijkende publiek: aanvaard dat sportveldjes en voetbalkooien enig lawaai maken, ook na acht uur ’s avonds.
Of de urban-sporten (3X3 basketbal, freestyle skateboarden) vanaf nu onderdeel worden van het olympische establishment zal moeten blijken, maar de populariteit en het podium laten wel zien dat je overal kunt sporten – ook zonder eenvoudige toegang tot groot zwembad of kunstgrasveld. Dat stimuleert en enthousiasmeert.
Eveneens aanstekelijk: de voorbeelden van sportief gedrag. Sifan Hassan die zei dat ze het „jammer” vond toen het even leek dat haar concurrent werd gediskwalificeerd, waardoor zij zelf zilver in plaats van brons zou winnen. Biles en landgenoot Jordan Chiles die breed lachend een diepe buiging maken voor de Braziliaanse Rebeca Andrade, die goud won bij het turnen op de vloer. Elkaar wat gunnen en respect hebben voor grootste prestaties, ook van je directe tegenstander. Ondanks de peperdure tv-contracten, atleten die influencer zijn op sociale media en enorme belangen is de olympische oergedachte van baron De Coubertin niet geheel morsdood. De Spelen hebben toch een ander karakter dan, zeg, de Champions League.
Simone Biles had de afgelopen dagen haar status om haar nek gehangen, niet in de vorm van al haar medailles maar met een hanger in de vorm van een witgouden geitje ingelegd met 546 diamantjes. Koester de GOAT. Ze zorgen ervoor dat sport fonkelt.