Wat vindt NRC | Het luchtalarm loeit vandaag niet voor niets

Precies 1 minuut en 26 seconden klinkt vandaag, zoals op elke eerste maandag van de maand, het luchtalarm. Even staat Nederland stil. Niets aan de hand, twaalf uur. De maandelijkse test van het Waarschuwings- en Alarmeringssysteem.

Daar komt, als het aan de minister van Justitie en Veiligheid ligt, na een paar keer uitstel van executie nu echt een einde aan. De WAS-palen zullen worden vervangen door NL-Alert, de luide doordringende piep die op de mobiele telefoon binnenkomt. Met, zoals voorstanders van dit systeem plachten te zeggen, een bijbehorend ‘handelingsperspectief’. Waar het luchtalarm alleen de instructie geeft om ‘naar binnen te gaan, en ramen en deuren te sluiten’, kan een NL-Alert ook in het tekstbericht melden wát er gebeurt en waar. En belangrijker, of je misschien juist niet moet thuisblijven maar moet vluchten, zoals in het geval van overstroming.

Tot het einde van het luchtalarm werd al in 2006 besloten. Voortschrijdende techniek maakte het overbodig, was en is het idee. Het statische systeem met de 4.278 masten bereikt bovendien niet alle inwoners: in hele kleine kernen staat er geen, in wijken die na 2000 zijn gepland werden geen nieuwe WAS-palen neergezet, en de verbeterde isolatie van huizen en kantoren maakt dat binnen het geluid vaak niet te horen is.


Lees ook
een reportage over het belang van het luchtalarm

Groningen

Terecht zwelt de kritiek nu niet alleen bestuurlijk, maar ook politiek en maatschappelijk aan. Want hoewel het bereik van NL-Alert is verbeterd, is het niet dekkend. De minister gaat ervan uit dat iedereen áltijd zijn telefoon heeft aanstaan of binnen handbereik heeft. Dus ook ’s nachts in de slaapkamer. In de operatiekamer. Op school, waar mobieltjes net zijn verbannen.

Nederland telt bovendien 2,5 miljoen inwoners die moeite hebben met lezen en het gebruik van een computer of smartphone. Heeft industriegebieden waar omwonenden grotere risico’s lopen, en werknemers soms uit veiligheidsoverwegingen geen mobiel op zak mogen hebben. De burgemeesters uit de veiligheidsregio’s rondom Chemelot in Limburg, de kerncentrale in Borssele, en de havens van Rotterdam waarschuwen dat NL-Alert „geen volwaardig alternatief” is.

Ondertussen waarschuwt de NCTV voor cyberaanvallen en de kwetsbaarheid van vitale – digitale – infrastructuur, waarschuwen de energiebedrijven voor stroomtekorten. Zorgen over een te grote afhankelijkheid van buitenlandse techbedrijven nemen toe, en er zijn geen Nederlandse smartphones.

Wat als er een stroomstoring is? Telefoonantennes blijven een paar uur werken, áls ze een back-up batterij hebben. Daarna vallen ze uit. Mobieltjes kunnen niet meer opgeladen. De website crisis.nl, waarop de overheid haar informatie publiceert, kan niet meer bezocht.

Dan de WAS-paal met zijn zeven dagen noodaccu. Met zijn oude, maar zelfstandig functionerende, via radiosignalen door een mens aangestuurde, analoge en dus moeilijk te hacken systeem. Ja, misschien weet de burger niet meer wat hij moet doen als de sirene gaat. Uit een peiling in 2023 bleek dat dat voor 58 procent van de ondervraagden gold. Maar de overheidscampagne is al twintig jaar niet meer uitgezonden.

Nederland heeft een uitstekend waarschuwingsstelsel. Met NL-Alert, dat ook kan worden ingezet bij minder acute gebeurtenissen waarbij de overheid alleen wil informeren. En de WAS-paal bij acuut gevaar. Iedereen die de sirene op een ander moment hoort loeien dan op de eerste maandag van de maand, weet dat er iets mis is. Samen bereiken ze de meeste mensen. Beter mee verlegen dan om verlegen.