Nog geen anderhalf jaar geleden leek het game over voor de Nederlandse concurrentie. Het was mei 2022 toen een ongenaakbaar Ajax de landstitel nog maar eens prolongeerde, de 36ste uit de clubgeschiedenis. De recordkampioen had in financieel en sportief opzicht zó’n grote voorsprong op belagers als PSV of Feyenoord, dat alleenheerschappij onontkoombaar leek. In alles was Ajax de grootste: begroting, eigen vermogen, transferbudget, salarissen, stadion, sponsorgelden, status en media-aandacht. Het succes lachte Amsterdam toe, samen met de jaarlijkse miljoenen uit de Champions League.
Zelden zal een voetbalclub zijn leidinggevende positie in zo’n korte tijd hebben verkwanseld als Ajax in het afgelopen jaar. Met verbazing en ongeloof volgt de internationale voetbalwereld de ontmanteling van het roemrijke instituut. Een ontluisterende reeks negatieve records, zoals twee maanden zonder ook maar één zege, bracht Ajax onder hoofdtrainer Maurice Steijn in de kelder van de Eredivisie. Gelet op het programma – zondag wacht PSV – lijkt de bodem nog niet bereikt.
Lees ook
Maurice Steijn won de strijd met Sven Mislintat, maar verloor de oorlog bij Ajax
Wat de vrije val nog schrijnender maakt is dat Ajax in de zomer 115 miljoen euro uitgaf aan nieuwe spelers – andere clubs kunnen daar alleen maar van dromen. Even pijnlijk is dat Feyenoord en PSV, decennialang opererend in de schaduw van Ajax, momenteel hun fans vermaken met het frivole soort voetbal waarop de Amsterdammers altijd het patent claimden.
In de zoektocht naar verklaringen over de aftakeling is vaak gewezen op het schandaal rond oud-directeur voetbalzaken Marc Overmars, die begin 2022 moest opstappen na het sturen van grensoverschrijdende berichten aan vrouwelijke collega’s. Daarna werd zichtbaar hoe broos het fundament onder de successen was. Iets meer dan één seizoen later heeft Ajax veel weg van een slagveld, met slachtoffers in alle geledingen. Drie hoofdtrainers verloren hun aanstelling, net als de directeur voetbalzaken (Sven Mislintat) en de voorzitter van de raad van commissarissen (Pier Eringa).
De timing van de ellende die Ajax heeft laten ontstaan had niet slechter gekund. Aan het eind van dit seizoen liggen tientallen miljoenen euro’s extra klaar voor de nummers 1 en 2 van de Eredivisie, met gegarandeerde deelname aan een nieuw opgezette Champions League. Al voor het ingaan van de wintertijd lijken die plekken buiten bereik voor Ajax.
De club zal grondig moeten onderzoeken wat er allemaal is misgegaan. Vaststaat dat Ajax niet voorbereid was op het vertrek van Overmars en succestrainer Erik ten Hag, zoals er ook geen plan was voor vervanging van de belangrijkste bestuurders. Een cruciale fout in elk bedrijf – maar zeker in een branche waarin belangrijke mensen zelden langer dan een paar jaar bij een werkgever blijven.
Daarnaast leert het verleden dat Ajax zijn grote successen behaalde dankzij zijn jeugdopleiding, niet door het smijten met miljoenen. In dat verleden ligt ook hoop: elke gouden periode begon met een diepe crisis. Toen een piepjonge Johan Cruijff in het seizoen 1964-65 debuteerde eindigde Ajax als dertiende, voorlopig nog het dieptepunt. De rest is geschiedenis.
In het licht van maatschappelijke problemen is een bedrijf dat zichzelf door eigen keuzes en wanbeleid in de problemen brengt een bijzaak. De gevolgen zijn in de eerste plaats voor Ajax, en zo hoort het ook. Andere clubs staan klaar om de fakkel over te nemen aan de top, zo als PSV, Feyenoord en AZ. Tegelijk is de kapitaalintensieve en beursgenoteerde topclub Ajax ook een beetje publiek bezit, of wordt door veel mensen zo beschouwd. Wat bij Ajax gebeurt straalt tot ver buiten de grenzen uit over de Nederlandse sport.