Wat vindt NRC | De casus Waternet laat een democratisch tekort zien

Samenwerkingsverbanden

Commentaar

Aangetaste, verzwakte en kapotte noodkeringssluizen. Waterkeringen die niet aan de norm voldoen. Noodpompen in slechte staat, een van de twee grootste is zelfs kapot en de ander mogelijk niet te redden. Onderhoud aan dijken, bruggen en sluizen dat zeven jaar achterloopt op het schema en geen financiële reserves. Als je bedenkt dat veiligheid een van de kerntaken van een waterschap is, dan staat het water aan de lippen in Amstel, Gooi en Vecht.

Alleen, zo blijkt uit een reconstructie van NRC, het waterschap heeft het ook nauwelijks voor het zeggen bij de uitvoering van de eigen taken. Die zijn overgeheveld naar Waternet, een stichting waarin de uitvoerende watertaken van Amstel, Gooi en Vecht, en die van de gemeente Amsterdam (onder meer riolering) zijn samengevoegd.

Wat Waternet vooral deed, was innoveren. Het wilde een ‘ultrasexy watercyclusbedrijf’ worden. De kerntaken werden letterlijk uit het oog verloren – in 2019 wist niemand bij het bedrijf welke gemalen of dijken onderhoud nodig hadden. De regio mag van geluk spreken dat er geen overstromingen hebben plaatsgevonden.


Lees ook: Waternet probeerde een ‘ultrasexy’ bedrijf te zijn, maar daar hebben de dijken weinig aan

Het roept de vraag op: waar was het algemeen bestuur van Amstel, Gooi en Vecht? De gemeenteraad van Amsterdam? De volksvertegenwoordigers wier rol het is te controleren wat bestuurders doen?

Tegen NRC zei het waterschap „geen grip” te hebben op de organisatie. „Een spelletje mikado”, noemde een van de gekozen bestuursleden het. Zij bonkten nog op de deur van Waternet, de Amsterdamse gemeenteraad lijkt zich niet te hebben gerealiseerd – of geïnteresseerd te zijn geweest in – wat er gebeurde bij het samenwerkingsverband.

Het laat zien hoe gebrekkig de democratische controle is op een vierde, ongekozen, bestuurslaag die als een spinnenweb over Nederland ligt – al heeft Waternet een ingewikkeldere bestuursconstructie dan de meeste samenwerkingsverbanden.

Alle gemeenten werken samen met andere be-stuurs-la-gen (zoals waterschappen en gemeenten). Onder meer openbaar vervoer, afvalverwerking, belastinginning, jeugdzorg, energietransitie en woningbouw worden samen geregeld. Gemiddeld hebben gemeenten 33 samenwerkingsverbanden, concludeerde twee jaar geleden de Raad voor Openbaar Bestuur (ROB), een onafhankelijk adviesorgaan van de regering.

Met bijbehorende dilemma’s. De ROB waarschuwde voor de „incongruente lappendeken” van „formeel niet-bestaande organieke bestuurseenheden”. Waarop volksvertegenwoordigers – en burgers – slecht zicht hebben. Waar vraagstukken snel worden gedepolitiseerd, omdat vastligt wat de financiële bijdrage van alle leden is en raadsleden niet kunnen meepraten over de verdeling van het geld. Waardoor sturing wélke keuzes nu (politiek) belangrijk worden gevonden, gering is. Kortom, tekenen bij het kruisje.

Het is de directie van Waternet natuurlijk aan te rekenen dat het de kerntaken heeft laten verslonzen. Ja, die zijn misschien minder sexy dan een viscamera of YouTube-filmpjes. Het is echter niet voor niets dat al sinds 1255 bestuurlijk wordt gezorgd voor stevige dijken, werkende gemalen en functionerende sluizen.

Zorgelijker is dat de volksvertegenwoordigers er nu achter komen dat de kas leeg is en de mogelijkheid iets te kunnen veranderen, gering is. Dat moet niet alleen een les zijn in Amstel, Gooi en Vecht.