Wat vindt NRC | Besluit legalisering online gokken moet worden teruggedraaid

Pleisters plakken. Meer dan dat lijkt het demissionaire kabinet niet te kunnen doen sinds drie jaar geleden de online gokmarkt gelegaliseerd is en letterlijk duizenden Nederlanders diep in de (financiële) problemen zijn gekomen. Symptoombestrijding is het enige wat het kabinet weet te verzinnen. Of moet de term hier eigenlijk zijn: pleisters láten plakken?

Want zo zou je de opmerkelijke vraag van demissionair minister van Rechtsbescherming Franc Weerwind (D66) aan de banken het best kunnen omschrijven. Hij verzocht de banken of zij een oogje in het zeil wilden gaan houden bij het groeiende leger problematische gokkers en om zo nodig een goklimiet voor klanten in te stellen. Klinkt sympathiek: de bank die toch al ziet waar mensen hun geld aan uitgeven inzetten als een verlengstuk van de handhaving. Maar het is de verkeerde weg, zeggen de banken zelf ook: „Drie jaar geleden is deze markt opengezet, dan zien we problemen ervan in en dan wordt het bij de banken neergelegd. Dat is de omgekeerde wereld.”

Je kunt je de discussie binnen de muren van het ministerie voorstellen. Banken moeten toch al maatregelen nemen om financiering van terrorisme en witwassen tegen te gaan? Kunnen ze dan ook niet helpen om gokken tegen te gaan? Nee dus, al was het maar omdat financiering van terrorisme en witwassen illegale handelingen zijn, en het nu het kabinet zelf is geweest dat online gokken legaal heeft gemaakt. Banken willen inzetten om burgers te verhinderen iets legaals te doen (hoe schadelijk ook) is onwenselijk, onethisch en simpelweg onjuist.

Daarbij zou het van fatsoenlijk beleid getuigen als de politiek maatregelen neemt om de puinhoop die het zelf gecreëerd heeft met het openen van de gokmarkt te herstellen. Halfslachtig reparatiebeleid als het inperken van de reclamemogelijkheden voor online gokbedrijven zet totaal geen zoden aan de dijk.

Zolang dat niet is gebeurd is het de overheid die burgers tegen zichzelf moet helpen beschermen. Daartoe is wetgeving in de maak, onder meer om goklimieten in te kunnen voeren, maar blijkbaar moet het jaren duren voordat die effectief is. Onzin, spoedwetgeving is altijd een optie, als de nood maar hoog genoeg is. En dat lijkt hier overduidelijk het geval.

Het verzoek aan de banken gaat ook voorbij aan de privacyregels. Banken wordt de facto gevraagd mee te kijken met de besteding van al hun klanten om vervolgens de probleemgokkers eruit te pikken en ze een limiet op te leggen. Maar daarvoor moet dus wel de privacy van de klant geschonden worden. Een gevaarlijke route, zulke van overheidswege opgelegde restricties op een private betaalrekening. What’s next, na gokken?

Hoe dan wel het gokprobleem op te lossen? Door goed te evalueren waar het probleem zit met online gokken en daarnaar te handelen. Zonder last en ruggenspraak, dus om te beginnen zou de overheid zelf de eigen gokbedrijven Holland Casino en de Staatsloterij en aanverwante goksites moeten laten schieten. Leg daarna de verantwoordelijkheid waar die hoort: bij de gokbedrijven, en leg hen strenge regels op over onder welke voorwaarden zij mogen functioneren. Maar nog beter zou het zijn dat de overheid erkent dat het actief stimuleren van een sector die alom als verslavend bekendstaat een verkeerde keuze geweest is. Het terugdraaien van de legalisering van online gokken lijkt dan ook de enige juiste route.