Negentien verhuisdozen heeft de Hoge Raad er al mee gevuld. Afkomstig van burgers die zich ‘autonoom’ wanen, geen belasting, premies of boetes willen betalen en zich afmelden voor de verplichtingen van het ‘burgerschap’.
President Dineke de Groot toonde zich er vooral verlegen mee, in Trouw en bij Nieuwsuur. De Hoge Raad als het negatief van Ter Apel, afmeldcentrum voor het Koninkrijk – vreemder moet het niet worden. De Groot ‘trok aan de bel’ omdat dit vermoedelijk burgers in schuldsituaties betrof die zich zulke standaardbrieven lieten verkopen. In de illusie dat de hoogste rechter een magische uitweg biedt.
Met het luiden van die klok deed de Hoge Raad wat de rechtspraak zich eerder voornam. Maatschappelijke knelpunten, ook wel ‘buikpijndossiers’ geheten, melden. Een uitvloeisel van de Toeslagenaffaire waarin onhoudbare jurisprudentie, schrijnende casussen en institutionele spanningen verborgen bleven. De Hoge Raad kón hier ook alleen signaleren – geen van de brieven betrof een concrete zaak. De negentien dozen zijn juridisch irrelevant: niet ontvankelijk, verkeerd adres, onbestelbaar. Retour of in de shredder?
Intussen voelt iedereen aan dat dit te eenvoudig is. Hier wordt een kloof zichtbaar tussen staat en een groep (afgehaakte) burgers, die op ongeveer 10.000 personen wordt geschat. Dat is deels uiting van een vertrouwenscrisis. Deels laat het ondermijning zien van het contract burger-overheid. Maar ook van slachtofferschap van een sociaal-economisch kwetsbare groep, die gevoelig is voor digitale nepinformatie en daarmee van oplichting en misleiding.
Vorige maand verbood de rechtbank Limburg deze groep nog langer ‘evident onjuiste’ informatie te verspreiden, waarmee velen bezwaar tegen hun aanslag aantekenden. Eerder was een procesgemachtigde al de rechtszaal uitgezet, wegens ondeskundigheid, het „geen enkele notie hebben” van procedures. Kortom het „maken van brokken voor z’n klanten”.
Intussen vullen zich dergelijke dozen ook bij de Belastingdienst, het staatshoofd, de Raad van State, deurwaarders. De AIVD rapporteerde dat van „anti-institutioneel extremisme” ook agressie verwacht kan worden. Valt hier wat aan te doen? Dit zijn immers óók vrije burgers die mogen geloven wat ze willen, dat vrij mogen uiten en wier toegang tot de rechter niet dáárom beperkt mag worden. Het verstoppen van bestuur of rechtspraak met papier, het smoren van zittingen in onzin, dat alles is te verhinderen.
Maar vertrouwen laat zich niet afdwingen, laat staan opleggen. ‘Afgehaakte’ burgers uit hun zelfgekozen isolement lokken is een taak voor politiek en bestuur. Dergelijk wantrouwen moet democratisch ‘uitzieken’, in dialoog, met tegenspraak en onderling respect. Er is al één partij die een „nieuw sociaal contract” belooft. Van de rechtspraak mag hier zorgvuldigheid en neutraliteit worden gevraagd, als laatste instantie met geloofwaardigheid, maar ook als schild tegen de chaos.
De wet laat bij lichamelijke of psychische klachten de rechter toe een burger onder curatele te stellen – een bewindvoerder neemt dan de financiële beslissingen. Dat behelst de zorgplicht – elkaar behoeden voor maatschappelijk afglijden. Maar de negentien dozen gaan over interne emigratie – bewust hier wonen, de rechten incasseren maar de burgerplichten verwerpen. De consequentie van burgerschap is dat de gevolgen uiteindelijk dan ook voor éigen rekening zijn. Tegelijk is er ook een collectieve inspanningsplicht om het niet zover te laten komen.
Leeslijst