Wat staat er op het spel voor de landelijke partijen?

Provinciale Statenverkiezingen Peilingen wijzen op grote verschuivingen bij de Provinciale Statenverkiezingen, komende woensdag. Voor alle partijen is de inzet hoog: wordt BBB de grote winnaar? Wat blijft over van FVD? Kan Volt op provinciaal niveau succes boeken? En wordt de minderheid van de coalitie in de Eerste Kamer nog kleiner? De stand van zaken bij de 17 landelijke partijen.

Pvda-leider Attje Kuiken flyert met partijgenoten in Dordrecht.
Pvda-leider Attje Kuiken flyert met partijgenoten in Dordrecht.

Foto Robin van Lonkhuijsen/ANP

Provinciale Statenverkiezingen

VVD Het draait nog helemaal om Mark Rutte

Op de uitslagenavond van de Provinciale Statenverkiezingen in 2019 dachten VVD’ers nog dat ze nét de grootste partij waren gebleven in de Eerste Kamer, en ze vierden dat succes. Ook Mark Rutte. Pas ’s nachts bleek dat FVD de grootste was. Dat zal de VVD zo goed als zeker niet nóg eens overkomen. Als de exitpolls op een krappe overwinning duiden zal Rutte vast nog even wachten met het feestje. Dat deed hij tot 2019 ook altijd, Rutte wilde zeker weten dat het goed zat.

De VVD heeft deze keer een ouderwetse campagne gevoerd: het ‘tweestrijd’-idee, dat het bij deze verkiezingen zou gaan tussen VVD of GroenLinks/PvdA, werd ook al in 2012 gebruikt. Toen was eerst de SP van Emile Roemer de Grote Tegenstander, maar die zakte weg in de peilingen na een zwak optreden in een debat. Daarna was het de PvdA van Diederik Samsom, met wie Rutte onmiddellijk na de verkiezingen ging samenwerken in het kabinet-Rutte II. Uit 2010 zijn de slogans waar de VVD deze keer weer mee kwam, zoals ‘Werken moet lonen, misdaad niet’. Ook uit die tijd: het stevig vasthouden aan de oude, vertrouwde VVD-thema’s economie en veiligheid.

Mark Rutte deed, anders dan bij de verkiezingen in coronatijd, voluit mee aan de campagne. In de afgelopen twee weekenden was hij bijna de hele dag op straat om flyers uit te delen. CDA-leider Wopke Hoekstra had veel moeite die kwijt te raken, Rutte stond vaak al snel met lege handen en moest vragen om een nieuw stapeltje. Bijna altijd verdrongen mensen zich om met hem op de foto te gaan. Hij kreeg ook weer etenswaren toegestopt – loempia’s, donuts – die hij zo snel mogelijk aan een andere VVD’er gaf. Rutte wil niet etend in beeld komen. Hij maakte een uitzondering voor een bitterbal, toen de VVD een eigen filmpje opnam in Dordrecht.

Edith Schippers, lijsttrekker voor de Eerste Kamer, was een tijdje ziek waardoor ze niet aan de campagne op straat meedeed. In het ‘tweestrijd’-debat zondag met PvdA en GroenLinks maakte ze een onwennige, nerveuze indruk.

Bij de VVD draait het dus nog steeds helemaal om Rutte. Wat er voor hem op het spel staat: zijn vierde kabinet. Dat komt onder druk te staan als er voor de coalitie in de Eerste Kamer een nog kleinere minderheid overblijft. Rutte dénkt, zei hij zondag, dat het goed komt.


Lees ook: De campagne voor de Provinciale Staten- en waterschapsverkiezingen was dit weekend in volle gang

VVD-leider Mark Rutte lacht hard als hij grapt dat boodschappen duur zijn bij de groenteboer. Foto Phil Nijhuis/ANP

BBB Een grote sprong voor jonge partij

De BoerBurgerBeweging (BBB) staat er in bijna alle provincies goed voor. In Friesland, Groningen, Drenthe, Overijssel en Gelderland lijkt BBB andere partijen op 15 maart ver achter zich te laten, volgens een peiling van onderzoeksbureau I&O Research. In Noord-Brabant, Flevoland en Zeeland zou de partij nét de grootste kunnen worden – mogelijk ook in Zuid-Holland en Noord-Holland.

Als het gaat om de meeste zetels in de Eerste Kamer lijkt er een ‘driestrijd’ tussen BBB, VVD en het blok GroenLinks-PvdA te komen.

Ook bij de waterschapsverkiezingen is de verwachting dat BBB het goed gaat doen. De boeren worden dan sterker vertegenwoordigd in de waterschappen; deze beroepsgroep heeft daar al 2 vaste zetels.

Deze verkiezingen kunnen een enorme sprong betekenen voor de jonge partij (2019) die nu 1 Tweede Kamerzetel heeft, die van partijleider Caroline van der Plas. Het doet denken aan de opkomst van de LPF in 2002, of die van Forum voor Democratie (FVD) bij de vorige Provinciale Statenverkiezingen.

BBB trekt veel proteststemmers die boos zijn over de stikstofaanpak van het kabinet, en de ‘achterstelling’ van regio’s: het verdwijnen van ov, scholen en winkels of het gasdrama in Groningen.

BBB wil besturen in de provincies, maar zal dan met andere partijen colleges moeten vormen. FVD slaagde daar in 2019 nauwelijks in en werd buitengesloten, maar BBB is een andere partij die aansluiting kan vinden bij zowel rechtse als middenpartijen, en op thema’s bij links. Met 500 kandidaten, van wie een groot deel politiek onervaren is, zal BBB een weg moeten vinden in de bestuurscultuur.

In provinciebesturen kan BBB gaan botsen met het kabinet over het stikstofbeleid. VVD-minister Christianne van der Wal (Natuur en Stikstof) heeft al gezegd dwang niet te schuwen, en dat provincies die dwarsliggen geen geld krijgen voor hervorming van de landbouw.

Met een grote overwinning van BBB, en een verlies van coalitiepartijen, is mogelijk dat het kabinetsdoel – halvering van de stikstofuitstoot in 2030 – weer ter discussie komt te staan. Dat zou de lopende onderhandelingen tussen het kabinet en de boeren over een Landbouwakkoord over de toekomst van de sector moeilijker maken.

Als die onderhandelingen mislukken, kan het kabinet een ‘plan B’ voor de landbouw maken. Maar daartegen zullen boze boeren, en mogelijk ook BBB, zich waarschijnlijk verzetten, richting de volgende Tweede Kamerverkiezingen in 2025, of eerder.

Caroline van der Plas bezoekt tijdens de campagne de manege waar Britt Dekker haar paarden heeft staan. Foto Robin van Lonkhuijsen/ANP

CDA ‘Bestuurderspartij’ hoopt weer dat verlies meevalt

Wopke Hoekstra denkt deze dagen vaak terug aan de peilingen voor de gemeenteraadsverkiezingen van vorig jaar. Volgens de cijfers zou het CDA toen gehalveerd worden. In Buitenhof zei de CDA-leider zondag: „Uiteindelijk hebben we wel wat verloren, maar is de uitslag beter uitgepakt dan verwacht.”

In de slotpeiling van I&O Research, van dit weekend, heeft het CDA na de verkiezingen 3 zetels over in de Eerste Kamer – dat zijn er nu nog 9. Het onderzoeksbureau merkt wel op dat ongeveer een kwart van de oud-kiezers van het CDA nog geen keuze heeft gemaakt en alsnog weer bij de partij kan uitkomen.

Wat Hoekstra zondag zei, klinkt bij meer CDA’ers. Van verlies gaat iedereen wel uit, maar zo’n groot verlies? Peilingen zijn maar peilingen, het kan altijd nog meevallen.

Maar wat is een meevaller? Bij de gemeenteraadsverkiezingen halveerde het CDA inderdaad niet. Maar de partij verloor 240 raadszetels en de verkiezingskaart die voorheen op plekken grotendeels CDA-groen kleurde, kreeg andere kleuren. Bolwerken verdwenen. En in 11 van de 20 gemeenten waar BBB een ‘bondgenootschap’ sloot met lokale partijen – BBB deed niet zelf als partij mee – verloor het CDA en groeide zo’n lokale partij.

De uitslag liet dus een verschuiving zien: een waarin het CDA haar positie als grootste partij op sommige plekken kwijtraakte. De peilingen laten nu hetzelfde beeld zien voor de provincies.

Vier jaar geleden werd het CDA de op twee na grootste partij in de Provinciale Statenverkiezingen – alleen FVD en VVD kregen meer stemmen. Die positie wisten de christen-democraten in de coalitieonderhandelingen te verzilveren: in elf van de twaalf provincies zit het CDA in het bestuur en levert de partij gedeputeerden (alleen in Noord-Holland niet). Dat is betekenisvol voor het CDA, van oudsher goed geworteld in alle bestuurslagen.

De partij probeert deze campagne twee dingen: een uitgesproken geluid tegen polarisatie laten horen en zich nadrukkelijk profileren als partij voor stad én regio, met het plan „Voor heel Nederland”. Belangrijker dan de peilingen, zei Hoekstra zondag, „is dat we met goede bestuurders blijven werken aan een toekomst voor iedereen.”

Voor het CDA staat dat woensdag op het spel: ziet de kiezer de partij nog als één die nodig is voor stabiel landsbestuur?

CDA-leider Wopke Hoekstra flyert in Den Bosch. Foto Rob Engelaar/ANP

PvdA-GroenLinks De grootste worden in de senaat is het eerste doel

Samen de grootste worden is bij deze verkiezing hét doel van GroenLinks en de PvdA. Omdat de twee linkse partijen na de verkiezingen in de Eerste Kamer een gezamenlijke fractie gaan vormen, kunnen zij volgens de opiniepeilingen groter worden dan de VVD.

In de campagne gingen GroenLinks en PvdA gretig mee in de door de liberalen gewenste tweestrijd tussen de VVD en links, in de hoop zo kiezers van bijvoorbeeld D66 en Volt te verleiden tot een strategische stem. Als de linkse combinatie niet de grootste wordt in de senaat, mag de campagne als een mislukking worden beschouwd.

Qua zetelaantal lijken GroenLinks en PvdA samen niet te winnen ten opzichte van de Statenverkiezingen van 2019 – toen werden ze met 14 zetels al wel de grootste, maar vormden ze nog geen vast bondje. Het ‘1+1 = 3’-effect, waar de warme voorstanders van de linkse samenwerking op hopen, lijkt voorlopig uit te blijven.

Zelfs als GroenLinks en PvdA de grootste worden, is het nog afwachten hoe groot hun invloed straks is. De linkse partijen presenteerden zich als de partijen waar Rutte IV afhankelijk van is én blijft in de Eerste Kamer, maar door het voorspelde verlies van de coalitie is het nog spannend of GroenLinks en PvdA genoeg zetels halen om een meerderheid over links te kunnen leveren. Als dat niet lukt, staan ze mogelijk met lege handen. Lukt het wel, dan zullen GroenLinks en PvdA hun stempel willen drukken op het kabinetsbeleid. In de campagne maakte de linkse combinatie hun onderhandelingsinzet al duidelijk: er mag niet bezuinigd worden, en het klimaatbeleid moet ambitieuzer.

De campagne was ook een test voor de linkse samenwerking: partijleiders Jesse Klaver (GroenLinks) en Attje Kuiken (PvdA) stonden overal samen op het podium. Ze stralen eenheid uit, maar veel zal afhangen van de uitslag. Als GroenLinks aanzienlijk beter scoort dan de PvdA en meer senatoren krijgt in de gezamenlijke fractie, dan is nieuwe onrust bij de sociaal-democraten over het verbleken van het eigen profiel niet uitgesloten.

Interessant is ook of Paul Rosenmöller (GroenLinks) of Mei Li Vos (PvdA) de senaatsfractie mag gaan leiden. En of de samenwerking de voorbode is van een gezamenlijke Tweede Kamerlijst in 2025, of al eerder als het kabinet valt. Als de linkse partijen dan samen de grootste worden, kunnen ze pas echt succesvol de machtsbalans in Den Haag veranderen.

GroenLinks-leider Jesse Klaver flyert in Rotterdam. Foto Ramon van Flymen/ANP

PvdD Besturen lonkt

Gestaag en vrijwel geruisloos groeit de Partij voor de Dieren (PvdD) door: volgens de I&O Researchpeiling van 7 maart staat PvdD op 5 zetels in de Eerste Kamer (2 meer dan vier jaar geleden). De PvdD lijkt op gelijke voet met D66 en JA21 te komen en groter te worden dan het CDA (gepeild op 3). Dat maakt de PvdD een van de weinige partijen die kan spreken van een geslaagde campagne.

De Partij voor de Dieren heeft woensdag vooral wat te winnen: de mogelijkheid om mee te besturen. Dat lukte voor het eerst in 2022: de PvdD maakt inmiddels deel uit van de coalitie in de gemeente Arnhem. Die optie kan er ook in de provincies komen: met name in Noord- en Zuid-Holland en Noord-Brabant, waar de PvdD lijkt te verdubbelen. In Noord-Holland strijdt PvdD mee om de grootste te worden (naast BBB, GL, VVD en PvdA).

Freek Jansen, Thierry Baudet, Pepijn van Houwelingen en Ralf Dekker van Forum voor Democratie tijdens een campagnebijeenkomst in het Evoluon in Eindhoven. ROB ENGELAAR

FVD Ontmaskering

Door de coronacrisis is Thierry Baudet „uit The Matrix gestapt” [film waarin mensen in een schijnwereld leven], zei hij zondagavond in een congreszaal van Ahoy met zeshonderd sympathisanten. De oorlog in Oekraïne, klimaat, stikstof: hij ziet nu in dat „het systeem ons over alles voorliegt”.

Vier jaar geleden werd Forum voor Democratie (FVD) de grootste in de Provinciale Statenverkiezingen. Nu staat de partij op groot verlies. Zelf trekt Baudet de betrouwbaarheid van „peilers van de staat” in twijfel en zegt te blijven geloven in een goede uitslag. Al hint FVD er ook al op dat tegenstanders verkiezingsfraude als „nucleaire optie” tegen FVD zullen inzetten. Baudet in Ahoy: „Bij het sluiten van de stembussen kan het grote vervalsen beginnen.”

Ook meebesturen, waar Baudet vier jaar geleden aan dacht, viel tegen. De partij radicaliseerde én implodeerde. Ze verloor Staten-, Eerste en Tweede Kamerleden en plaatste zich met plannen voor „Forumland”, een eigen parallelle samenleving, steeds nadrukkelijker buiten de maatschappij. De partij zegt vooral nog te willen „ontmaskeren”.

D66 Hopen dat de linkse concurrenten winnen

Op twee manieren kan D66 de verkiezingen verliezen. Allereerst natuurlijk door eigen kiezers te verliezen. Dat is ten opzichte van de klinkende overwinning bij de Tweede Kamerverkiezingen van twee jaar geleden bijna onvermijdelijk.

Een (grote) nederlaag voor de coalitie als geheel is mogelijk nog pijnlijker. Dan komen de door D66 zo zwaarbevochten afspraken uit het regeerakkoord in gevaar.

Met een overwinning voor rechts zullen de regeringspartners VVD en CDA het ambitieuze klimaat- en stikstofbeleid ongetwijfeld willen afzwakken. Om die reden zette D66 zich in de campagne af tegen de partijen die op deze thema’s de kabinetsplannen willen frustreren: BBB en JA21.

Het paradoxale voor D66 is dat men hoopt dat het blok GroenLinks/PvdA straks de grootste (oppositie)fractie in de Eerste Kamer wordt, zodat het kabinet de komende jaren voor zijn plannen de noodzakelijke meerderheid ‘linksom’ zal moeten zoeken. Tegelijkertijd zijn het juist deze partijen die kiezers van D66 wegsnoepen.

Drukte op de Markt in Helmond waar PVV voorman Geert Wilders campagne voert. Foto Rob Engelaar/ANP

PVV De grote klap is uitgebleven

Onder PVV’ers in Den Haag en de provincies heerst optimisme: hun partij staat in de peilingen op winst, in Limburg wordt de deur naar een plek in het provinciebestuur zelfs al opengehouden.

Het kan verkeren. Vier jaar geleden waren de uitslagen zo slecht dat partijleider Geert Wilders zich tegenover journalisten moest verdedigen: hij zou desnoods met een rollator in zijn eentje tot de laatste snik doorgaan, mocht de PVV verder en verder gedecimeerd worden.

Die grote klap is uitgebleven. Ondanks de drukte op de rechterflank weet de PVV zich te handhaven en zelfs weer te groeien. Wilders trok op sociale media de aandacht door boodschappen te doen voor Nederlanders die door de stijgende boodschappenprijzen getroffen zijn. Hij was afgelopen weekend aanwezig in het Haagse Zuiderpark, op zoek naar de boerenstem. Toch leunde de PVV-boodschap uiteindelijk ook tijdens deze campagne weer op één vast thema: keihard tegen immigratie en asiel. En die boodschap blijft kiezers trekken.

ChristenUnie Leiderswissel kan risico zijn

De ChristenUnie nam een risico door partijleider Gert-Jan Segers in januari, twee maanden voor de Provinciale Statenverkiezingen, te laten plaatsmaken voor Mirjam Bikker. Segers was bekend én populair, over Bikker weten kiezers nog bijna niets. CU’ers zeggen zelf graag dat voor hun achterban mensen veel minder belangrijk zijn dan de boodschap. Op woensdag zal mogelijk blijken of dat echt zo is: in peilingen staat de ChristenUnie, nu met 4 zetels in de Eerste Kamer, op een verlies van 1 of 2 zetels. Al is lang niet zeker dat Segers die 4 zetels had kunnen vasthouden. De partij kreeg in 2019 een restzetel waardoor het resultaat toen veel beter uitpakte dan verwacht.

Bij de SGP valt te horen dat CU-kiezers naar die partij overstappen vanwege de nummer 3 op de CU-lijst voor de Eerste Kamer: Eric Holterhues, die samenwoont met een man. Maar dat is ook niet zeker. Op het najaarscongres van de ChristenUnie, toen de lijst werd vastgesteld, maakte één partijlid bezwaar tegen de kandidatuur van Holterhues, wat leidde tot een pijnlijke stilte. Niemand viel hem bij. Toen na hem een vrouw het voor Holterhues opnam, was er luid applaus.

SP-leider Lilian Marijnissen voert samen met omwonenden actie in Horst aan de Maas. Foto Rob Engelaar/ANP

SP Opgelucht zolang ze maar niet weer verliest

De SP hoopt woensdag voor het eerst in jaren niet te verliezen. De vorige Statenverkiezingen in 2019 verliepen dramatisch: de partij halveerde en zakte van 9 naar 4 Eerste Kamerzetels. Daarna verloren de socialisten nog drie verkiezingen op rij. Volgens de peilingen kan de SP nu de huidige 4 zetels in de senaat vasthouden. Als dat lukt, zal dat bij de partij als een opluchting worden gevoeld, hoewel het dan ook de zoveelste verkiezing op rij is waar de SP – ondanks de grote onvrede in het land – niet weet te winnen.

SP-leider Lilian Marijnissen zette zich in de campagne opvallend scherp af tegen haar linkse concurrenten, de PvdA voorop. Marijnissen kiest er duidelijk voor de SP te positioneren als de linkse partij voor de gewone man en probeert de combinatie van GroenLinks en PvdA weg te zetten als elitair en wereldvreemd, bijvoorbeeld als het om klimaatbeleid en arbeidsmigratie gaat. Het is afwachten of deze strategie de SP in de toekomst weer electoraal succes brengt.

Volt Pan-Europees op provinciaal niveau

Voorzichtig zet de jonge partij Volt zijn eerste stappen in de provinciale politiek. In 8 van de 12 provincies doet de pan-Europese partij mee aan de verkiezingen. In al die provincies kan Volt volgens de peilingen Statenzetels veroveren. Voor een landelijke partij voert Volt een relatief onopvallende campagne, waarbij partijleider Laurens Dassen vrij weinig in beeld is. De campagne die Volt voert, is vooral op sociale media te volgen, waar ook een groot deel van de kiezers zit.

Wat Volt kiezers duidelijk zal moeten maken, is wat de partij op provinciaal niveau te zoeken heeft, terwijl ze juist gelooft in Europese oplossingen. Het antwoord dat Volters vaak geven op dit dilemma, is dat provinciale en Europese politiek uiteindelijk om dezelfde thema’s draaien: landbouw en klimaat bijvoorbeeld. Volt heeft een moeilijke periode achter de rug na de breuk met Kamerlid Nilüfer Gündogan. Ook blijft de Europese doorbraak uit. Een doorbraak in de provincies kan de partij helpen volwassen te worden.

Denk Mikken op maximale winst: Eerste Kamerzetel

Consolideren om te kunnen groeien – dat is het devies van Denk bij de Provinciale Statenverkiezingen van komende woensdag. Vier jaar geleden deed de partij mee in alle twaalf provincies met een bescheiden resultaat: 4 Statenleden in de provincies Noord- en Zuid-Holland, Utrecht en Flevoland. Dit jaar doet Denk alleen in de eerste drie provincies mee. Een strategische keuze die een zetel in de Eerste Kamer moet garanderen, zo beaamt Stephan van Baarle, plaatsvervangend fractievoorzitter in de Tweede Kamer. Provincies met een hoger inwonerstal hebben meer zeggenschap bij de verkiezing van de senaat. En juist in de dichtbevolkte Randstad, zo blijkt uit peilingen, kan Denk op tenminste vier zetels uitkomen.

„Natuurlijk vinden we het provinciale niveau ook belangrijk”, zo zegt Van Baarle, „maar we hebben er voor gekozen om met onze schaarse middelen de meeste politieke invloed te verwerven.” Daarbij houdt Denk ook de blik gericht op de Tweede Kamerverkiezingen van 2025. Bij een forse winst hoopt de partij (nu drie zetels in de Tweede Kamer) zelfs op regeringsdeelname. Van Baarle: „De ChristenUnie heeft bewezen dat ook kleinere partijen invloed kunnen hebben.”

SGP Opkomst kan bepalend zijn

Voor de SGP is het spannend of de partij op eigen kracht de huidige twee Eerste Kamerzetels kan behouden. In de peilingen krijgt ze er 1 of 2. De opkomst kan een belangrijke rol spelen: omdat de SGP de meest loyale achterban heeft die altijd gaat stemmen, profiteert de partij steevast van een lage opkomst. Bij de Statenverkiezingen ligt die meestal rond de 50 procent, maar vier jaar geleden lag die hoger door het mobiliserende effect van nieuwkomer FVD (56 procent). De opmars van de BBB kan de opkomst woensdag opnieuw omhoogstuwen, wat nadelig kan uitpakken voor de SGP. De partij vreest een hoge opkomst meer dan het verlies van kiezers aan de BBB, hoewel beide partijen veel boeren in de achterban hebben.

Als de SGP stemmen tekortkomt, kan de partij hopen op een restzetel. Vier jaar geleden sleepte de SGP de tweede zetel binnen dankzij de steun van FVD-Statenlid Rob Roos in Zuid-Holland. Zo zorgde FVD ervoor dat het rechtse blok in de senaat een extra zetel kreeg.

JA21 Radicaal over asiel en klimaat

JA21, in 2020 ontstaan als afsplitsing van Forum voor Democratie, doet voor het eerst mee aan de Provinciale Statenverkiezingen, in alle twaalf provincies. De partij heeft al wel 33 Statenleden, maar dat zijn overstappers van FVD. Nu is het dus de vraag hoe zij het op eigen kracht zal doen. Peilingen wijzen erop dat JA21 vooral kiezers trekt in Noord- en Zuid-Holland, Utrecht en Gelderland. Bij een tour langs zaaltjes werden vooral landelijke kopstukken naar voren geschoven, zoals Eerste Kamerlid Annabel Nanninga en Tweede Kamerlid Derk Jan Eppink. Fractievoorzitter in de Tweede Kamer Joost Eerdmans trok tijdens de campagne aandacht met een (aangenomen) motie om de asielprocedure af te wikkelen buiten de Europese Unie, het zogenoemde Deense model. De partij presenteert zich als ‘realistisch rechts’, om zich te onderscheiden van andere partijen op de rechterflank. Maar in de praktijk is JA21 over asiel en klimaat even radicaal als FVD en PVV, en staat ze in het stikstofdebat pal naast BBB – de partijen presenteerden samen een alternatief plan. Samenwerking met D66 zit er daardoor alvast niet in.

50Plus Waarschijnlijk ‘afgeslankt’ verder

Als het 50Plus niet lukt om een zetel in de Eerste Kamer te behouden, stopt de subsidie die de partij voor de landelijke volksvertegenwoordiging ontvangt. Zo’n 80 procent van de inkomsten valt dan weg. Sinds lijsttrekker Liane den Haan met de enige Tweede Kamerzetel vertrok, is de partij in de landelijke politiek enkel nog aanwezig in de Eerste Kamer. Het behoud van de twee zetels die de partij daar heeft, lijkt onwaarschijnlijk. In het geval van verlies moet de partij „in afgeslankte vorm verder” tot aan de Tweede Kamerverkiezingen, vertelt partijvoorzitter Gerard van Hooft. De ouderenpartij zetelt nu met 10 Statenleden in 8 provincies, de recentste peilingen van I&O Research hinten op behoud van zetels in slechts 3 provincies. Provinciale lijsttrekkers vertellen aan NRC last te hebben van het onrustige imago dat de partij op landelijk niveau heeft. Ook ziet de partij een hoop kiezers naar de BBB vertrekken.

Belang van Nederland Eerste Kamerzetel lijkt spannend te worden

Een van de nieuwkomers in de Provinciale Statenverkiezingen is Belang van Nederland, de partij die ondernemer en Tweede Kamerlid Wybren van Haga oprichtte na afsplitsing van Forum voor Democratie. De partij boekte vorig jaar een redelijk geslaagde uitslag bij de gemeenteraden: van de 19 gemeenten waar de partij meedeed, werd in 12 ten minste 1 zetel behaald. Het succesvolst was ze in gemeenten in Friesland en Noord-Holland. Met campagneactiviteiten als ‘Borrelen in het belang van Nederland’ probeerde Van Haga de kiezers weer mee te krijgen.

BV NL richt zich in de campagne onder andere op het boerenbelang. Zo stond de partijleider afgelopen maandag bij het boerenprotest in Den Haag op het podium naast FVD en de PVV. De partij doet mee in alle provincies, maar lijkt op een minder resultaat af te stevenen dan bij de vorige verkiezingen. In de laatste peilingen van I&O Research komt de partij in geen van de provincies op een zetel uit. En daarmee lijkt een entree in de Eerste Kamer ook spannend te worden.

Tekst: Lamyae Aharouay, Steven Derix, Pim van den Dool, Marko de Haan, Hanna Hosman, Claudia Kammer, Eppo König, Rik Rutten, Rosa Uijtewaal, Guus Valk en Philip de Witt Wijnen.