Wat merkt de burger van de plannen van het kabinet?

Daar waren ze dan eindelijk, de uitgewerkte plannen van het nieuwe kabinet. Afgelopen vrijdag presenteerde het kabinet-Schoof zijn regeerprogramma. Dezelfde dag kwam, onder meer via NRC, ook de inhoud van de Miljoenennota al naar buiten. Maar wat betekenen de plannen concreet voor Nederlanders in verschillende leeftijdscategorieën? Een paar opvallende ambities en veranderingen – én redenen waarom sommige plannen juist weinig zullen veranderen aan de huidige situatie.

1
Studenten zullen vaker Nederlands horen in de collegezaal

Opvallend aan het regeerprogramma en aan de Miljoenennota is dat onderwijsminister Eppo Bruins (NSC) behoorlijk gaat bezuinigen op het hoger onderwijs. Onder meer door 293 miljoen euro minder uit te geven aan internationale studenten. Als het aan het kabinet ligt, zullen meer studenten en docenten straks Nederlands spreken tijdens colleges op hogescholen en universiteiten. „Met gerichte uitzonderingen voor bepaalde opleidingen voor strategische tekortsectoren, bijvoorbeeld in de bèta en techniek, en met het oog op de regionale omstandigheden”, schrijft het kabinet.

Instellingen zullen moeten kijken welke opleidingen kunnen worden omgezet in het Nederlands en voorlopig zullen er geen Engelstalige bacheloropleidingen bijkomen. Met het vernederlandsen van studies wil het kabinet het aantal internationale studenten in de collegebanken terugdringen.

Langstudeerders kunnen daarnaast een zogeheten langstudeerboete krijgen van 3.000 euro wanneer zij meer dan een jaar langer over hun studie doen. Of en hóé dat doorgaat, is nog onduidelijk. „We werken de langstudeermaatregel uit in overleg met universiteiten, hogescholen en studenten”, schrijft het kabinet daarover. „We kijken daarbij in brede zin naar de uitvoerbaarheid en naar manieren voor instellingen en studenten om langstuderen tegen te gaan.”

Ook andere maatregelen raken studenten: uitwonende studenten gaan erop achteruit door het verdwijnen van de inflatievergoeding, berekende het Nibud. De koopkracht van uitwonende studenten in het hoger onderwijs daalt 6,6 procent, met 113 euro per maand. Voor mbo-studenten is de daling tussen de 95 en 24 euro per maand. Daarnaast krijgen studenten die voor hun studie tijdelijk naar het buitenland verhuizen, voortaan niet meer de vergoeding uitgekeerd die zij anders in Nederland hadden gekregen voor het openbaar vervoer.

Goed nieuws is er wel voor studenten die onder het sociaal leenstelsel hebben gestudeerd. Voor hen stelt het kabinet „vanaf 2027 in totaal 1,4 miljard euro beschikbaar voor een extra tegemoetkoming” bovenop de tegemoetkomingen die al eerder zijn beloofd.

Ook voor middelbare scholieren gaat er iets veranderen: het kabinet stopt met de subsidie die middelbare scholen helpt brede brugklassen op te zetten. In brede brugklassen zaten leerlingen met verschillende basisschooladviezen door elkaar gemengd. Die klassen moest middelbare scholieren langer, soms wel drie jaar, de tijd geven om te kijken wel niveau het beste bij elke leerling past.

Het kabinet hamert ook op „meer focus op lezen, schrijven en rekenen” in de klas, een ambitie die moet worden uitgewerkt in een Herstelplan Kwaliteit Onderwijs. Wat daar precies mee wordt bedoeld en wat scholieren ervan gaan merken, moet de Tweede Kamer komend jaar gaan onderzoeken.

2
Jongvolwassenen moeten straks gemakkelijker aan een huis komen

Dat veel jongeren in Nederland een huis zoeken, was bekend. Om iets te doen aan het woningtekort wil het kabinet-Schoof elk jaar 100.000 nieuwe woningen bouwen, een plan dat het vorige kabinet ook al had. „Voor jongeren is een eigen huis de belangrijke eerste stap naar een zelfstandig leven.”

Of dat aantal haalbaar is, is wel de vraag. Het aantal opgeleverde nieuwbouwwoningen daalde de afgelopen twee jaar juist, onder meer door gestegen bouwkosten en de hogere rente. Bovendien neemt het kabinet ook maatregelen die de gemiddelde prijs van een woning juist kunnen opdrijven. Zo wil het kabinet de overdrachtsbelasting voor beleggers in woningen naar 8 procent verlagen. Dat zou het voor jongeren juist lastiger kunnen maken om ertussen te komen op de toch al overspannen huizenmarkt.

Een andere maatregel die veel jongeren zullen toejuichen: het kabinet wil het aantal flexwerkers terugdringen. Het zijn veelal jongvolwassenen die onzeker flexwerk doen, vaak tot onvrede van henzelf, bleek eerder dit jaar uit onderzoek. „We komen met een wetsvoorstel voor meer werkzekerheid voor flexwerkers met maatregelen om uitzendkrachten, oproepkrachten en tijdelijke werknemers beter te beschermen”, vermeldt het regeerprogramma.

3
De kinderopvang wordt voor iedereen bijna gratis

Hoewel het kabinet het kindgebonden budget verhoogt vanaf 2025, leiden de veranderingen in toeslagen niet voor alle gezinnen tot vooruitgang in koopkracht. In de gunstigste gevallen krijgen ouders 75 euro per kind per jaar extra aan kindgebonden budget.

Alleenstaande ouders zullen juist weinig merken van die vooruitgang. Hoe kan dat? Alleenstaande ouders krijgen nog een extra bedrag bovenop het kindgebonden budget, de zogeheten ‘alleenstaande ouderkop’. Die was tijdelijk verhoogd als compensatie voor de energiecrisis, maar het kabinet gaat deze post weer terugschroeven. Afhankelijk van de specifieke gezinssituatie, zullen de verhoging van het kindgebonden budget en de verlaging van de ‘alleenstaande ouderkop’ elkaar soms min of meer opheffen.

Het kabinet gaat door met het voornemen van Rutte IV om kinderopvang bijna gratis te maken. De eigen bijdrage voor alle werkende ouders wordt 4 procent, evenveel als ouders met de laagste inkomens nu betalen voor kinderopvang. En net als het vorige kabinet wil ook de ploeg van Schoof af van de voorschotten bij Toeslagen. In het plan van Rutte IV, dat het huidige kabinet gaat doorzetten, betaalt de overheid straks direct een groot deel van de kosten aan de kinderopvang. Geen gedoe meer met terugvorderingen achteraf, is het idee.

De vrees is dat als rijkere ouders hun kinderen ook naar de opvang brengen, armere ouders daar last van hebben door langere wachtlijsten

Maar volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau en het Centraal Planbureau kan dit nadelig zijn voor gezinnen met lage inkomens. In het plan wordt kinderopvang voor rijkere gezinnen flink goedkoper dan nu. Dat zal ervoor zorgen dat zij juist vaker zullen kiezen voor kinderopvang, in plaats van voor opa en oma als oppas, zo vrezen de planbureaus. Zij schatten dat de vraag naar kinderopvang met 30 procent toeneemt, vooral door die toenemende druk vanuit rijkere gezinnen. Kinderen uit deze gezinnen zouden hierdoor kunnen concurreren met kinderen uit arme gezinnen om plekken die nu al zo schaars zijn. Het is nog onduidelijk of het nieuwe kabinet iets wil doen om dit te voorkomen.

Goed nieuws voor ouders met een kleine portemonnee is wel dat de financiering van gratis schoolmaaltijden voor kinderen uit gezinnen met een laag inkomen doorgaat. „Voor kinderen en ouders is de school een vertrouwde plek”, staat in het regeerprogramma.

4
Volwassenen, of ze kinderen hebben of niet, gaan iets minder inkomstenbelasting betalen

De energiebelasting op gas gaat, zoals al eerder aangekondigd, met 2,8 cent per kuub naar beneden. Het Nibud becijferde dat een gemiddeld huishouden (dat rond de 1.200 kubieke meter gas per jaar verbruikt) door deze belastingverlaging 33,60 euro op jaarbasis bespaart.

Het kabinet schrijft in de plannen over een „rechtvaardige en betaalbare energietransitie, ook voor huishoudens met een kleine portemonnee en middeninkomens”.

Wat betekent dit? Voor mensen met een laag inkomen zal het kabinet de komende twee jaar 60 miljoen euro opzij zetten om hen te helpen hun energierekening te betalen, enkele miljoenen meer dan in de afgelopen twee jaar is betaald. Een indirecte manier om de energierekening betaalbaarder te maken voor huisbezitters is door hun woningen helpen te verduurzamen, met betere isolatie of een warmtepomp. Daarvoor is komend jaar 578 miljoen euro gereserveerd.

Mensen die met het openbaar vervoer reizen worden iets ontzien: de NS zal de treinkaartjes 6 procent duurder maken, in plaats van de eerder genoemde 12 procent. Het kabinet trekt 40 miljoen euro uit om de prijsstijging te dempen.

De meeste inwoners van Nederland gaan iets minder belasting over hun inkomsten uit hun werk betalen. Er komt een nieuwe tweede schijf in de inkomstenbelasting met een tarief van 37,48 procent, bedoeld voor het inkomen tussen 35.441 euro en 76.817 euro. Het belastingtarief in de eerste schijf (tot 35.441 euro) gaat omlaag van 36,97 procent naar 35,82 procent. Het allerhoogste tarief zal niet worden verlaagd. Daar staat tegenover dat de algemene heffingskorting, een bedrag dat iedereen in mindering mag brengen op de belastingaangifte, omlaag gaat.

Mensen in en rondom Limburg zullen zien dat daar meer werk komt, hoopt het kabinet. Het kabinet-Schoof geeft 15,9 miljoen euro uit voor de Einstein Academie, die honderden mensen moet opleiden voor het bouwen en onderhouden van de Einstein Telescope, die het kabinet naar Nederland probeert te halen. Meters onder de grond in Zuid-Limburg moet die telescoop – bestaande uit drie in een driehoek geconfigureerd tunnels van tien kilometer lang – zwaartekrachtsgolven uit het diepe heelal op gaan vangen.

5
Voor 2030 moeten er 290.000 woningen voor ouderen bijgebouwd zijn

Onrust was er al langer over de nieuwe pensioenwet. Die is ruim een jaar geleden al ingegaan en regelt dat alle pensioenfondsen tussen 1 januari 2025 en 1 januari 2028 overstappen op het nieuwe pensioenstelsel, een monsterklus. Een van de grootste veranderingen door deze wet is dat er straks geen harde zekerheid meer is hoe hoog iemands pensioen wordt. Pensioenuitkeringen kunnen straks makkelijk meestijgen of meedalen met de winsten of verliezen van het pensioenfonds.

Over verandering van de nieuwe pensioenwet konden de huidige regeringspartijen het niet eens worden, dus blijft die intact

Wat doet het kabinet-Schoof hiermee? Over de nieuwe pensioenwet konden de huidige regeringspartijen het maar niet eens worden, en daarom zijn over dit thema geen nieuwe afspraken gemaakt. Het gevolg: de nieuwe pensioenwet blijft intact. Of gepensioneerden (of juist werkenden) er door de nieuwe wet op achteruitgaan, valt nog niet te zeggen.

Zeshonderd miljoen euro trekt het kabinet uit voor het verbeteren van bijvoorbeeld zorg- en verpleegplekken. Ook wil het kabinet 290.000 woningen voor ouderen in 2030 bijbouwen. Een aandachtspunt wordt ook het versimpelen van het zorgsysteem door zorgwetten samen te voegen. „De ouderenzorg is hopeloos versnipperd over verschillende zorgwetten. Mensen raken verdwaald tussen zorgloketten die naar elkaar wijzen voor vergoeding.”

Met de hoogte van het eigen risico voor de zorg is iets opvallends aan de hand. Kabinet-Schoof verlaagt het eigen risico vanaf 2017 van 385 euro naar 165 euro. Daar komt wel een hogere premie tegenover te staan van zo’n 10 euro per maand, om dat te kunnen financieren. Het voordeel van een lager eigen risico is dat ook mensen met lagere inkomens nu gemakkelijker naar een specialist kunnen gaan.

Maar er is ook kritiek op het verlagen ervan: als het straks goedkoper is om naar een specialist te gaan, zal de zorgvraag toenemen in een sector die nu al enorm kampt met personeelstekorten. Hoe die extra vraag zich vervolgens doorvertaalt naar de burger? Nóg langere wachtlijsten.

Met medewerking van Christiaan Pelgrim.