Wat is corona nog in dit land, vier jaar na de eerste patiënt?

Blinde paniek brak er uit, vier jaar geleden, na de ontdekking van de eerste coronapatiënt in Nederland, op 27 februari 2020. Het virus verspreidde zich veel makkelijker dan gedacht, de rampzalige beelden uit China en Italië waren ons voorland. Het startschot voor de wedloop tussen het virus en onze afweer was gelost.

En het was in de intelligente lockdown die volgde nauwelijks voorstelbaar, maar al een paar weken later voorspelden experts: dit coronavirus wordt een endemische ziekte. Het wordt onderdeel van het vaste pakket van luchtwegvirussen dat elke winter rondwaart, waaronder vier milde corona-verkoudheidsvirussen en het griepvirus. Die virussen zijn voor de meeste mensen geen groot probleem, alleen voor kwetsbare ouderen en zieken.


Lees ook
Viroloog Marion Koopmans: ‘Dit coronavirus komt in ons vaste winterpakket’

Viroloog Marion Koopmans: ‘Dit coronavirus komt in ons vaste winterpakket’

Hoe staat het ervoor met het SARS-CoV-2, het ‘nieuwe coronavirus’, vier jaar na die eerste coronabesmetting? Is het inmiddels vergelijkbaar met de andere luchtwegvirussen? Hebben we de wedloop gewonnen? Of is er nog kans op gevaarlijke varianten?

Een ding is duidelijk. Van coronavariant Omikron, met al zijn subvarianten die nu rondwaren, worden mensen minder ziek dan van eerdere varianten. Er belanden veel minder mensen mee in het ziekenhuis, en nog geen 2 procent van alle sterfte komt door Covid-19, tegen 14 procent in 2020, meldt het CBS. Maar wetenschappers zijn het er nog niet over eens of dit komt doordat deze variant intrinsiek minder ziekmakend is dan zijn voorgangers, of doordat nu vrijwel iedereen immuun is dankzij vaccinaties en infecties.

Een grote verrassing

In de loop van de pandemie heeft het virus zich sterk aangepast aan zijn gastheer, de mens. De eerste mutaties maakten het beter overdraagbaar en stabieler. Het oorspronkelijke virus dat sinds eind 2019 vanuit Wuhan de wereld rondging, werd vanaf december 2020 verdrongen door de Alfavariant (de ‘Britse variant’). Die was veel besmettelijker: er waren minder virusdeeltjes nodig om iemand te infecteren. „Een mutatie, 614G, was cruciaal voor de verspreiding, het oorspronkelijke virus was nog niet zo goed in de overdracht tussen mensen”, zegt Bart Haagmans, viroloog in het Erasmus MC in Rotterdam. Daarnaast kwamen ook de varianten Bèta (voor het eerst gezien in Zuid-Afrika) en Gamma (Brazilië) op, met vergelijkbare mutaties in het spike-eiwit, het uitsteeksel waarmee het coronavirus menselijke cellen binnenkomt.

Aan het afweerfront stond het intussen ook niet stil. Er waren in rap tempo coronavaccins ontwikkeld. Op 8 januari 2021 werd de eerste prik gezet in Nederland. In de zomer die volgde werd Alfa verdrongen door de opnieuw besmettelijkere variant Delta (die eind 2020 in India opkwam). „Delta was echt ziekmakender”, zegt Haagmans, „die kon makkelijker cellen in, en zich van cel naar cel verspreiden, wat de overleving van een virus verbetert.”

Delta werd eind 2021 ongekend snel verdrongen door Omikron. Sinds begin 2022 zijn er wereldwijd uitsluitend nog subvarianten van Omikron: eerst BA.1 tot en met BA.5, en daaruit zijn weer nieuwe ontstaan, soms uit combinaties van twee, zoals de XBB-varianten. Op dit moment is JN.1 in Nederland dominant.

Omikron kwam als een grote verrassing: hij had opvallend veel mutaties in het spike-eiwit ten opzichte van zijn voorgangers, veel meer dan alle eerdere varianten onder elkaar. „Dat was de eerste echte immune escape van het virus. Omikron was de eerste variant die zich sterk had aangepast om te ontsnappen aan de afweer”, zegt Haagmans. „Dat was ook te verwachten: eind 2021 was een groot deel van de wereldbevolking immuun.”

SARS-CoV-2 kunnen we scharen bij de mildere coronavirussen die al honderden jaren bij ons zijnLia van der Hoek viroloog

Direct maakten fabrikanten aangepaste vaccins tegen zowel de originele stam als Omikron. Die zijn in het najaar van 2022 in gebruik genomen.

Er zijn aanwijzingen dat Omikron minder diep doordringt in de longen, en smaak- en reukverlies lijkt ook minder vaak voor te komen bij een Omikroninfectie. Ook het risico op langdurige klachten (long covid of postcovid) is lager dan na een infectie met Delta. Maar die mildheid komt toch echt vooral doordat veruit de meeste mensen nu immuniteit hebben opgebouwd, denkt Haagmans. „In Hongkong, waar met strikte maatregelen het virus tot februari 2022 buiten de deur is gehouden en de vaccinatiegraad laag was, veroorzaakte de Omikron BA.2 subvariant een behoorlijke sterfte.”


Lees ook
Gevaccineerde coronapatiënt is minder besmettelijk – en nóg minder na een eerdere infectie

Een vaccinatielocatie in Waalwijk.

Afweer op peil houden

Mogelijk danken we het geweken gevaar dus vooral aan onze sterke afweer. Dan rijst de vraag: hoe houden we die op peil? Is vaccineren nog nodig? Of kunnen we SARS-CoV-2 al beschouwen als een gewoon verkoudheids-coronavirus? Ja, denkt Lia van der Hoek, viroloog in het Amsterdam UMC. „SARS-CoV-2 kunnen we scharen bij de mildere coronavirussen die al honderden jaren bij ons zijn, en die elke winter rondgaan. Er waren er vier, nu zijn het er vijf. Ik zie nauwelijks nog verschil.”

Ze weet het, andere virologen zijn daar nog niet zo zeker van. En inderdaad, het virus is pas net overgesprongen uit dieren naar mensen en zal zich nog wat meer aan zijn gastheer aanpassen, waar de seizoenscoronavirussen al beter zijn geoptimaliseerd. „Maar ook die muteren”, zegt Van der Hoek.

Met haar team ontdekte Van der Hoek één van die vier coronavirussen, NL63, in 2003. In die tijd testten nieuwsgierige virologen die ziek waren zichzelf op dit nieuwe virus met een PCR-test. „Zij meldden zich dan vaak bij mij. De een had alleen een snotneus, anderen hadden akelige koorts en voelden zich echt beroerd, door NL63. Het is dezelfde variatie in de ernst van symptomen als je nu ziet bij SARS-CoV-2. Kwetsbare mensen kunnen ook ernstig ziek worden of in een enkel geval zelfs overlijden door zo’n seizoenscoronavirus.”

In het kielzog van de recente coronapandemie neemt het onderzoek naar de vier mildere coronavirussen een flinke vlucht. „Daaruit leren we wat ons te wachten staat”, zegt Van der Hoek.

Zij ontdekte dat de afweer tegen die coronavirussen jarenlang in stand blijft, óók als de antistoffen ertegen alweer zijn afgenomen in het bloed. Begin februari publiceerde ze een studie waarvoor ze 44 gezonde jonge mannen zeventien jaar lang volgde, sinds 2007. „Elk half jaar gaven ze bloed, en tijdens de afname vertelden ze of ze in de periode ervoor griepachtige klachten hadden gehad; koorts, hoest, keelpijn of spierpijn.” Van der Hoek testte alle bloedmonsters op antistoffen tegen de vier milde coronavirussen (NL63, 229E, OC43 en HKU1).

Foto Getty Images

Vragen over immunisatie

„Een toename in antistoffen betekent dat er recent een infectie is geweest. Soms was een infectie onopgemerkt gebleven, maar bij een flink deel gaf die wel griepachtige klachten.” In die zeventien jaar kregen de deelnemers gemiddeld acht keer een infectie. En of het nu kort of lang geleden was voor iemand opnieuw een infectie kreeg met dezelfde ziekteverwekker, dat voorspelde niet of diegene klachten kreeg. Niet de aanwezige antistoffen, maar de cellulaire afweer van T-cellen en B-cellen die het immuungeheugen vormen zijn wellicht het belangrijkst.

„Dit beantwoordt allerlei vragen over immunisatie”, zegt Van der Hoek. „Moet je zo’n virus elke winter even krijgen? Worden mensen die tien jaar lang geen infectie hadden veel zieker? Nee dus, blijkt uit dit onderzoek. Het lijkt niet uit te maken.”

Dat zou betekenen dat het voor gezonde mensen niet meer nodig is om te vaccineren om ernstige ziekte te voorkomen. Maar Van der Hoek houdt nog een slag om de arm. „Er is één groot verschil: die seizoensvirussen kregen we voor het eerst als kind, SARS-CoV-2 kregen veel mensen pas als volwassene voor het eerst. Mogelijk is die afweer dan anders, of minder langdurig.”

En helemaal vergelijkbaar met de luchtwegvirussen in ons winterpakket is het virus nog niet, vindt haar Rotterdamse vakgenoot Haagmans. „De huidige varianten van SARS-CoV-2 zijn nog wel ziekteverwekkender dan endemische coronavirussen. De meeste mensen merken er niet meer zo veel van, maar ouderen en kwetsbare mensen worden vaker ernstig ziek.” Vaker dan griep en andere luchtwegvirussen richt het coronavirus schade aan in allerlei organen: het kan leiden tot longembolie, een beroerte, hartspierontsteking, leverproblemen en nog meer. Daarnaast kan een infectie nog altijd leiden tot long covid. „Dat is zorgelijk en een duidelijk verschil met de andere virussen, ook met griep”, zegt Haagmans. „Dat rechtvaardigt dat je vaccins moet maken.”

Over de vraag of vaccinaties nodig zijn, en voor wie, buigt zich tot nu toe jaarlijks de Gezondheidsraad. In juni 2023 adviseerden ze dat vaccinatie van risicogroepen nodig was. De boosterprik tegen Covid-19 die 60-plussers en kwetsbaren sinds oktober kunnen krijgen, werkt opmerkelijk goed tegen ernstige Covid-19, berekende het RIVM. Hij is gericht tegen de Omikron subvariant XBB.1.5. Het beschermt ouderen voor ruim 70 procent tegen opname in het ziekenhuis of op de intensive care.

Vaccinatie biedt nog steeds een hoge bescherming aan mensen in risicogroepenCécile van Els vaccinoloog

Een herhaalprik verbetert de afweer op diverse niveaus. Vooral de eerste linie van de afweer, de antistoffen in het slijmvlies van de bovenste luchtweg, wordt erdoor versterkt. Die antistoffen maakt het lichaam na een infectie of vaccinatie, maar ze nemen binnen een paar maanden weer af. Als die afweer op orde is, komt het virus minder makkelijk dieper de luchtwegen in.

„Het is nog moeilijk te voorspellen of we kwetsbare mensen ieder jaar een – eventueel aangepaste – coronaprik moeten aanbieden”, zegt Cécile van Els, vaccinoloog van de Universiteit Utrecht en het RIVM. „Misschien is het niet nodig, misschien juist wel. Het virus verandert nog snel, we leren nog steeds veel over de afweer op de lange termijn. Vooralsnog biedt vaccinatie nog steeds een hoge bescherming aan mensen in risicogroepen.”

Voor het coronavirus is nog geen wereldwijd volgsysteem opgezet zoals voor griep, waarin op het zuidelijk halfrond wordt gekeken tegen welke varianten de jaarlijkse vaccins op het noordelijk halfrond zich moeten richten en vice versa. „Het coronavirus lijkt niet zo regelmatig te veranderen als het griepvirus, en het is ook niet duidelijk of die veranderingen noodzaak geven voor een aanpassing”, zegt Van Els. „Maar er wordt goed in de gaten gehouden waar het heen gaat met de varianten.”


Lees ook
Het coronavirus gaat niet meer weg. Maar zal het ooit een onschuldig verkoudheidsvirus worden?

Samensmelten van SARS-CoV-2 (magenta) met een menselijk celmembraan.

Gevaarlijke variant

Internationale aanbevelingen voor de vaccins worden gegeven door een onafhankelijke adviesgroep van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Die adviseerde fabrikanten in mei 2023 een update van de coronavaccins naar de subvariant XBB1.5. Veel fabrikanten hebben hun vaccins daarop aangepast.

De grootste vrees is natuurlijk dat er weer een nieuwe, gevaarlijke, ziekmakende variant ontstaat, die weer om mondkapjes en maatregelen vraagt. Niet alleen het spike-eiwit verandert steeds bij het virus. Ook in de eiwitten in het binnenwerk van het virus kunnen mutaties ontstaan. Die zouden het in theorie weer ziekmakender kunnen maken. Maar viroloog Haagmans verwacht niet dat dit gebeurt. „In de interne eiwitten zien we niet veel variatie tussen de varianten. Hierdoor blijft de cellulaire afweer die we hebben opgebouwd na infecties in stand, zoals de T-cel-immuniteit.” Die afweerlinie beschermt tegen infectie dieper in de longen.

In december was er een heel hoge piek, maar die is ook snel weer verdwenenBart Haagmans viroloog

Ook van varianten die kunnen ontstaan in andere diersoorten waarin het coronavirus blijft rondgaan, of in mensen met een slecht werkend afweersysteem, bij wie het virus maandenlang in het lichaam kan blijven muteren, zullen niet ziekmakender zijn, verwacht Haagmans.

„Met de nu opgebouwde immuniteit blijken we het virus goed te kunnen beheersen. In december was er een snelle en heel hoge piek van het virus in het rioolwater, en ook in infecties en ziekenhuisopnamen zag je een piek, maar die is ook onverwacht snel weer verdwenen”, aldus Haagmans.

Ook Van der Hoek verwacht dat SARS-CoV-2 mild blijft. „Iemand die heel ziek is, blijft in bed liggen. Dat is te nadelig voor een virus, dan kan het zich niet meer verplaatsen naar het volgende slachtoffer. Vanuit het virus gezien moet de gastheer nog boodschappen kunnen doen, maar wel een beetje hoesten en snotteren. Het zal nooit symptoomloos worden.”

Van SARS-CoV-2 hebben we dus waarschijnlijk niet veel meer te vrezen. Dat op een kwade dag een ander, nieuw virus voor problemen komt zorgen is aannemelijker, denkt Haagmans. Als dat gebeurt, dan kunnen we alleen maar hopen dat het een virus is dat lijkt op SARS-CoV-2. Dan zijn we met onze afweer wat beter voorbereid op de volgende wedloop.


Lees ook
Speuren naar de verklaring voor long covid

Speuren naar de verklaring voor long covid