‘Wat dit betekent?’, vraagt de bewoner bij de informatieavond van defensie. ‘Dat dit huis moet verdwijnen’

Protest in Weerselo tegen de eventuele vestiging van een munitiecomplex van defensie, waarvoor huizen en boerderijen moeten wijken.
Foto Wouter de Wilde

Als je met een drone over het huis van Robert Maat (53) in het noordoosten van Twente zou vliegen, zie je een lappendeken van verschillende tinten groen en bruin. Groene weilanden, bruine landbouwgrond, grijze wegen die de lapjes omkaderen, donkergroene wollige plukjes bos. En verspreid over de deken zie je af en toe een huis of boerderij. In het noorden van de deken ligt het buurtschap Agelo, in het zuidwesten het dorp Weerselo, en het zuidoosten het kerkdorpje Rossum. Die ruimte die hij ervaart is een zegen, vindt Maat. Hij vertelt over de avondwandelingen die hij maakt over het zandpad achter zijn huis, en schiet omhoog als een hert door het groen achter zijn huis hopt. „Kijk! Waar heb je dit nog?”, zucht hij.

Het is de ruimte die de plek geschikt maakt voor een zaak waar Maat helemaal niet op zit te wachten. Hij wijst naar een rijtje bomen een paar honderd meter verderop. Daar wil defensie mogelijk een grootschalig munitiecomplex bouwen. Defensie heeft naast de gemeente Dinkelland, waar Maat woont, zes mogelijke locaties op het oog.

Eind vorig jaar hoort Maat van een oplettende buurvrouw die de krant leest, dat defensie ruimte zoekt voor een munitiecomplex en dat dat wellicht in hun buurt komt. Begin juni organiseert defensie een informatieavond in Zwolle. „Misschien ging ik daar een beetje naïef naartoe”, zegt Maat. „Het depot komt misschien in onze achtertuin. Hoe gaat het eruitzien? Heb ik er last van? Zijn er veel vervoersbewegingen?” Na een algemene presentatie is er een ‘informatiemarkt’ met kaartjes. Maat ziet op een van kaarten zijn huis in ‘veiligheidsgebied A’. Hij vraagt een medewerker van defensie wat dat bekent: „Dat betekent dat dit huis moet verdwijnen”, hoort hij. „Ik dacht: pardon?”, zegt Maat. „Dat was een schok.” Daarna, in een sessie die specifiek over zijn buurt gaat, krijgt Maat uitleg over ‘veiligheidszones’ rond een munitiedepot. In zone A en B, in een omtrek van zevenhonderd meter rond het munitiecomplex, moeten álle huizen verdwijnen. In de hele gemeente Dinkelland zijn dat er dertig.

Geopolitiek

Defensie wil kazernes en depots opknappen en is door heel Nederland op zoek naar meer ruimte voor oefeningen en opslag van materieel. „De geopolitieke situatie verandert en de wereld wordt onveiliger”, zegt Defensie-woordvoerder kapitein Tom van Hout. Voor „geloofwaardige afschrikking” vindt het kabinet een „grotere, beter uitgeruste en goed geoefende krijgsmacht” nodig. Om de benodigde ruimte in kaart te brengen, begon Defensie in juli vorig jaar het Nationaal programma Ruimte voor Defensie. Onderzoek naar een locatie voor een nieuw munitiecomplex is er onderdeel van. Het munitiecomplex heeft een terreinoppervlak van 70 hectare nodig, mag niet in een Natura-2000 gebied vallen, en mag niet doorsneden worden door wegen of onder een laagvlieggebied liggen.

Naast de plaats in de gemeente Dinkelland, waar het huis van Maat staat, onderzoekt defensie zes andere gebieden in drie provincies. In Overijssel gaat het om Dalfsen. In Gelderland om Hummelo, Zevenaar en Zoelen, bij de laatste zou het om twee kleinere complexen gaan in plaats van één grote. In Flevoland onderzoekt defensie locaties bij Dronten en Biddinghuizen.

Robert Maat bouwde zelf zijn huis en schuur. Als het munitiedepot hier komt moet hij dit allemaal achter laten.
– Wouter de Wilde – 01-08-2024

En bijna overal zorgt het onderzoek voor onrust. Robert Maat en zijn buren begonnen een campagne om aandacht te trekken. Ze zijn niet alleen. In Hummelo, waar meer dan honderd huizen zouden moeten verdwijnen, begonnen bezorgde bewoners een petitie. Verschillende gemeentebesturen maakten bezwaar – al hebben niet zij, maar het kabinet de beslismacht. Het college in de gemeente Bronckhorst (waar Hummelo onder valt) vindt de komst van een depot „niet acceptabel”. In Dalfsen was het gemeentebestuur allerminst enthousiast en concludeerde dat een depot „niet mogelijk” is, omdat de gemeente zelf „plannen en ambities” in het gebied heeft. En in Zoelen, waar 66 huizen gesloopt zouden moeten worden, zetten ongeruste bewoners een actiegroep op. Huizen binnen de veiligheidszones zouden in waarde zijn gedaald zeggen inwoners, of zelfs „onverkoopbaar” zijn geworden.

Staphorst wil wel

Eind juli begon de buurt van Robert Maat een online petitie en parkeerde naast de provinciale weg een oplegger met laadbak, bekleed met een groot spandoek met daarop: „Defensie neemt ons te grazen, onze gemeenschap wordt opgeblazen.” Ook op andere plaatsen naast de weg kunnen voorbijgangers niet om spandoeken heen. „Wij wonen in een fantastische buurt, worden wij nu door defensie zomaar weggestuurd?” En: „Ik heb nog zó gezegd: geen bommetje!”

Opvallend genoeg is er één gemeente die een grootschalig munitiecomplex wél ziet zitten – maar zij is niet een van de zeven beoogde locaties. De gemeente Staphorst heeft zich zelf bij defensie gemeld. „Staphorst wil graag iets betekenen voor het landsbelang”, zegt een woordvoerder van de gemeente. „Er is al een munitieopslag in onze gemeente, dus inwoners zijn er bekend mee. We vermoeden dat er ruimte is voor uitbreiding, want het complex ligt bij een bos, wat goed past bij een opslag waar bijna niemand in de buurt mag komen.” Staphorst voldeed niet aan „alle criteria”, zegt Van Hout. „Maar defensie is met Staphorst in gesprek en kijkt wat opties zijn binnen deze gemeente.”

Honkvaste Tukker

Op een kilometer afstand van Robert Maat, woont melkveehouder Rudy Hampsink (58). Ook zijn huis staat in veiligheidszone A. Hampsinks zeventig koeien staan te herkauwen in de stal. Nieuwsgierig likken ze aan de kleding van de verslaggever, schrikachtig zijn ze niet. „We lopen heel veel rond in de stal, ze zijn mensen gewend”, bromt Hampsink. „Aan het gedrag van de koeien herken je de boer.” Dochter Silke Hampsink (19) schudt wat korrels voer door het hooi. Als hij hier weg moet, zegt Hampsink, moet zijn bedrijf ook weg. „Ik weet nog niet zeker of ik het bedrijf wil overnemen”, zegt Silke, die een agrarische studie volgt. „Maar als we weg moeten, is die keus wel gemaakt. Je begint niet zomaar ergens een nieuw bedrijf.” De familie wíl ook helemaal niet weg. „Ik ben een honkvaste Tukker”, zegt Rudy Hampsink.

Het melkveebedrijf van de familie Hampsink, dat ook zou moeten wijken.
Foto Wouter de Wilde

De gemeente Dinkelland berekende dat bij komst van een munitiedepot, twaalf agrarische bedrijven moeten verdwijnen. „Voor het merendeel van deze bedrijven geldt dat ze al voorzien zijn van bedrijfsopvolging”, schrijft de gemeente in de zienswijze die zij naar defensie stuurde. Dat is niet haar enige bezwaar. Over de communicatie met „inwoners, belanghebbenden en de gemeente zelf” is de gemeente niet te spreken. Ze besloot de bewoners zelf op de hoogte te brengen van de informatieavond, omdat defensie dat naliet.

„Als binnen zevenhonderd meter van het gebied huizen moeten verdwijnen, vind ik dat je op z’n minst die mensen zelf kunt uitnodigen”, zegt Robert Maat. „De communicatie is echt superslecht.” Bewoners in en rond de mogelijke munitiedepot-locaties zien al een toekomst voor zich waarin ze moeten verhuizen, of een groot deel van hun buren kwijtraken.

‘Onderzoeksfase’

Defensie ziet dit stadium daarentegen als een „onderzoeksfase”, zegt Van Hout. Defensie heeft er volgens hem juist bewust voor gekozen om in een vroegtijdig stadium over haar plannen te communiceren. Dat dat onrust veroorzaakt, begrijpt Van Hout. „Die onrust zien we breder in het land terug. Nederland is klein en er ligt een enorme opgave. Logisch dat mensen er iets bij voelen.”


Lees ook

Asielzoekers moeten wijken voor defensie: ‘We moeten kunnen afschrikken om een oorlog te voorkomen’

VVD-Kamerlid Silvio Erkens:  „Veel burgers hebben de houding van: niet in mijn achtertuin. Gezien de dreiging waarmee we te maken hebben, vind ik dat eigenlijk asociaal.” Op de foto is vliegbasis De Peel te zien.

Defensie communiceert niet met individuele bewoners uit praktische overwegingen, zegt Van Hout. „Provincies vinden we een logische gesprekspartner en we zijn met gemeenten in gesprek.” Alle uitbreidingsplannen van defensie zijn bij elkaar over meer dan negentig gemeenten verspreid. „Het is daarom niet haalbaar om iedere individuele bewoner aan te schrijven, en de kans is groot is dat je direct belanghebbenden per ongeluk overslaat”, zegt Van Hout. Defensie publiceerde informatie in lokale weekbladen en hield informatiesessies, voegt hij toe. Hij verwijst naar een e-mailadres waar bewoners met vragen terecht kunnen.

„De weging van factoren die meespelen in de uiteindelijk beslissing is me onduidelijk”, zegt Rudy Hampsink. Speelt het aantal te verdwijnen huizen bijvoorbeeld een rol? Het PlanMER, een onderzoeksrapport waarin de effecten op de fysieke leefomgeving bij elk van de mogelijke locaties worden onderzocht, gaat begin 2025 naar het kabinet. „Ook het aantal te verdwijnen woningen per locatie, net als het maatschappelijk draagvlak en het onderzoeksresultaat, is informatie die aan het kabinet wordt voorgelegd”, zegt Van Hout.

Robert Maat denkt dat defensie ervanuit gaat dat het draagvlak voor defensie op het moment groot is. „Neem de oorlog in Oekraïne, daardoor is het ineens niet meer zo ver van je bed”, zegt hij. Maar een grootschalig complex past gewoon niet in een land als Nederland waar gevochten wordt om ruimte, vindt hij. „Waarom geen kleinere depots?” Kleinere depots hebben dezelfde veiligheidszones, zegt Van Hout.

Het is de vraag wat het nieuwe kabinet uiteindelijk beslist. De acties in Dinkelland trokken de aandacht van Kamerleden van BBB en NSC, zegt Robert Maat. Deze maand gaan bewoners bovendien in gesprek met defensie. Rudy Hampsink vindt het actievoeren meer dan logisch. „Áls het depot hier komt, wil je jezelf niet verwijten dat je niet genoeg hebt gedaan om het te voorkomen.”