Wat als de nazi-ideeën met de paplepel zijn ingegoten?

Recensie

Boeken

Duitse romans De Duitse geschiedenis van de afgelopen eeuw verscheurt de generaties – nog steeds, lezen we in aangrijpende romans van Edgar Selge en Bernhard Schlink. Onbegrip en ruzie bepalen de loop van mensenlevens.

Leden van de Vrije Duitse Jeugd op een bijeenkomst in Maagdenburg, 1988.
Leden van de Vrije Duitse Jeugd op een bijeenkomst in Maagdenburg, 1988.

Foto Reinhard Kaufhold/ullstein bild via Getty Images

De twaalfjarige Edgar zit op de eerste rij bij een concert dat bij hem thuis, in de ambtswoning van de gevangenisdirecteur, wordt gegeven. Tachtig gevangenen zitten achter hem. Zijn vader begeleidt aan de vleugel een bekende violist. De tachtig mannen dragen spijkerschoenen, maken lawaai. ‘Ze enteren ons huis als een schip’, schrijft de jonge verteller.

Het huis staat vol met meubels die de gevangenen hebben gemaakt: kasten, stoelen, tafels. Alleen de twee vleugels komen niet uit hun handen. Bach klinkt, Mozart. Edgar gaat op in de muziek, daar draait alles om in het gezin. Zijn broers zijn musici, zijn moeder speelt viool, zijn vader piano.

Edgar Selge (1949) is een in Duitsland beroemde acteur die met deze levendige, autobiografische roman als schrijver debuteert. Hij springt heen en weer in de tijd, wisselt van perspectief, schakelt tussen korte gedachten en dialoog. Vaak kijken we door de ogen van zijn jonge alter ego, die vragen stelt bij wat hij om zich heen ziet gebeuren, aan de keukentafel en op straat. Zijn driftige vader laat hem, soms om voor hem onbegrijpelijke redenen, alle hoeken van de kamer zien. Dan weer zijn we decennia verder in de tijd, zijn de ouders overleden en spreekt hij met een van zijn broers over de familiedrama’s.

Hun familie is ooit gevlucht uit Koningsbergen, Oost-Pruisen, en opgevangen door familieleden in het westen. In melancholieke buien vertelt de vader over de tijd van voor de oorlog, over Berlijn, zijn geboortestad. Over zijn oudere broers die zich in 1914 vrijwillig voor het leger meldden: op de bres voor het vaderland! Hun leven gaven ze ervoor. Dat kan de jonge verteller zich niet voorstellen. Maar wat had hij graag een oorlog meegemaakt: daar teert iedereen op: ‘Iedereen ontleent zijn kracht aan deze tijd’. Alleen Edgar, de jongste, kan niet meepraten.

‘Heel het denken van de vader is in de nazitijd gelegd’, schrijft Selge. Nergens noemt hij hem met zoveel woorden nazi, wel suggereert hij dat hij door die ideologie is gevormd en grote moeite heeft er afstand van te nemen: alles waarin hij heeft geloofd kan toch niet zo fout zijn geweest? Zijn zonen vallen hem hard aan (waarom hebben ze hen ter wereld gebracht, terwijl elders de doodsfabrieken op volle toeren draaiden?), en aan de keukentafel volgt de ene ruzie op de andere. En hoe komt het eigenlijk dat de vader het zo goed kan vinden met zijn gevangenen, veelal hoge officieren uit de nazitijd?

Hun moeder worstelt, nadat ze een expositie heeft gezien over de misdaden van de Wehrmacht in de Sovjet-Unie, met een immens schuldgevoel. Hoe oorlog ouders en kinderen, buren, vrienden uit elkaar drijft, hoe gesprekken uit de hand lopen, of het nu om een oorlog van toen of een van nu gaat – daar excelleert Selge in, dat maakt hij voelbaar.


Lees ook: Deze recensie over Duitse geschiedenis

Verborgen kind

De nieuwe roman van schrijver Bernard Schlink (1944), grootmeester van het morele dilemma en vier jaar ouder dan Selge, belicht hetzelfde thema, maar trekt het door naar onze tijd. Kaspar, een boekhandelaar in Berlijn, komt in De kleindochter thuis en treft zijn vrouw dood aan. Als hij door haar spullen gaat, vindt hij een manuscript en stapels krantenknipsels over weeskinderen in de DDR. Hij leest het manuscript en ontdekt tot zijn verbijstering dat ze, vlak voordat ze naar hem, naar het westen vluchtte, een kind heeft gekregen. Over die dochter heeft ze nooit met een woord gerept. Wie was ze eigenlijk, de vrouw die hij in 1965 hielp om uit de DDR te vluchten, en met wie hij zijn leven heeft gedeeld? Kaspar gaat op zoek naar het meisje, inmiddels een volwassen vrouw en moeder van een dochter. Dat meisje beschouwt hij als zijn kleindochter.

Grote aanhang

Voor het eerste deel van het boek, de tijd voor de val van de Muur, put Schlink, gedetailleerd en bedachtzaam, uit zijn eigen ervaringen: net zoals hij woont zijn hoofdpersoon een Pinksterbijeenkomst bij van de Oost-Duitse jeugd. Bij wijze van uitzondering zijn studenten uit het westen welkom. Iedereen is nieuwsgierig naar het leven aan de andere kant van de muur. Tussen Kaspar en Birgit, west en oost, is het liefde op het eerste gezicht.

Pas in het tweede deel komt de kleindochter uit de titel om de hoek. Het meisje blijkt opgegroeid in een gezin van de ‘völkische Siedler’, nationalistische, veelal neonazistische families, die met de rug naar de rest van het land agrarische bedrijfjes startten, zodat ze van niemand afhankelijk waren. Op bezoek bij haar ‘grootvader’ in Berlijn, constateert ze dat alle boeken die ze bij hem aantreft vol staan met leugens: Hitler wilde helemaal geen oorlog, en de Duitsers hebben de Joden niet vermoord.

Hier raakt Schlink aan zijn kernvraag: in hoeverre kun je iemand van een politiek wereldbeeld en van overtuigingen afbrengen, als die met de paplepel zijn ingegoten? Kan hij zijn kleindochter losweken uit het extreem-rechtse milieu waarin ze is opgegroeid? Kaspar verdiept zich in het Duitse extremisme, oude en nieuwe nazi’s, NPD en de AfD, Autonome Nationalisten en wat dies meer zij. Hij schrikt van hun grote aanhang.

Zijn kleindochter blijkt een groot talent te hebben voor pianospel, hun felle discussies, gevoed door hun diametraal tegenovergestelde wereldbeeld, spitsen zich toe op de muziek: volgens haar zijn Duitse componisten, Bach en Brahms, per definitie beter dan bijvoorbeeld de joods-Amerikaanse Philip Glass. Totdat ze ook Chopin, Dvorak en Grieg – niet-Duitse componisten – mooi blijkt te vinden. Een paar jaar later radicaliseert ze, de extreem-rechtse groep waar ze deel van uitmaakt ‘neemt gasten te grazen’, steekt auto’s in brand, er vallen slachtoffers.

Als er iets is dat Selge en Schlink laten zien, is het wel hoe diep zowel de oorlog als de tijd van de DDR, als spoken uit het verleden, de samenleving blijven verscheuren en in families tot generaties overstijgende conflicten leiden. Er wordt hard geoordeeld en veroordeeld. Onbegrip, ruzie, definitieve breuken – ze bepalen de loop van een mensenleven. Alleen de muziek brengt soms verzoening.


Lees ook: Het verhaal van Nynke van Verschuer over leven in de DDR