Je hoort weleens dat ijzer niet kan branden”, zegt Co, „maar hier zie je het tegendeel”. Co, gestoken in een oranje hesje, werkt bij een bedrijf in het Amsterdamse Westelijk Havengebied en is voordat hij aan zijn dag begon met een collega naar de kade gegaan om naar het brandende schip te kijken. Uit het vrachtschip van 185 meter lang en 32 meter breed komen donkere rookwolken. Kranen halen grijpers vol schroot uit het schip, dat op de kade wordt geblust. In het water varen meerdere blusboten, die richting het schip spuiten.
De brandweer is er sinds het einde van donderdagmiddag mee bezig, even na vijf uur kwam de melding. Hoe de brand is ontstaan is nog niet bekend. De brand is moeilijk te blussen omdat verschillende laadruimen waarin schroot ligt te branden niet goed bereikbaar zijn. De luiken van een van de ruimen van het schip, bouwjaar 2011, zijn verzwakt door de hitte en daardoor dichtgevallen, waardoor het brandende schroot er niet uitgehaald kan worden. De brandweer verwacht nog „lang” bezig te zijn, maar kan de duur niet specificeren.
Ik denk dat er een batterij tussen heeft gezeten
Op de Amsterdam Scrap Terminal (AST) in het Westelijk Havengebied, leveren vrachtwagens schroot aan, dat van daaruit wordt verscheept. „Speerpunt” van AST is het verschepen van verschillende soorten ijzer naar Turkije, schrijft de onderneming, die niet wil reageren, op de website. Het schip lag sinds 9 mei in de haven en was al volgeladen toen de brand ontstond.
Omstanders hebben zo hun eigen ideeën over hoe de brand is begonnen. „Ik denk dat er een batterij tussen heeft gezeten”, zegt een werknemer van een naastgelegen afvalverwerkingsbedrijf die niet met zijn naam in de krant wil. Hij laat net zijn hondje uit op het haventerrein. „En dat die batterij is ontploft.” Het is niet de bedoeling dat er batterijen in schroot – metaalafval – terechtkomen, maar er zit regelmatig afval tussen dat er niet hoort, zei de directeur van een schrootverwerkingsbedrijf vorig jaar in een interview in NRC. „Je moest eens weten hoeveel van wat bij een schrootverwerker terechtkomt géén schroot is. (…) Dat gooien mensen bij de gemeentewerf in de verkeerde bak, of het zit vast aan het oud ijzer dat ze inleveren.” Sorteermachines moeten voorkomen dat zulk afval tussen het schroot blijft liggen, maar er blijft weleens wat achter, denkt de werknemer die zijn hond uitlaat.
Roetdeeltjes
Schroot is net een baal hooi, zegt Co. „Je hebt allemaal van dat dunne draaimateriaal. Het kan gaan broeien als er vocht bij komt.” Er zijn voorbeelden bekend van „metaalbroei” in vrachtschepen, waarbij ijzer dat opwarmde uiteindelijk leidde tot een brand.
Het schip ligt nu nog waterpas in de haven, zegt Co, „maar ik kan me ook voorstellen dat het metaal door de bodem zakt, als het te heet wordt”.
Volgens de Veiligheidsregio Amsterdam bevat de rookwolk die boven de stad hangt geen verhoogde concentraties gevaarlijke stoffen. Er zijn „verschillende metingen” uitgevoerd waaruit dat blijkt. Er werden wel meerdere NL-alerts verstuurd, omdat in de gebieden waar de rook overheen is getrokken, roetdeeltjes zijn gevonden. De brandweer adviseert die „met een sopje” te verwijderen en geen groenten uit de eigen moestuin te eten waar die deeltjes op zitten. De brandweer raadt Amsterdammers die in het gebied van de rookwolken wonen aan om ramen, duren en ventilatieroosters te sluiten. Het Parool meldt dat verschillende scholen buitenactiviteiten staken.
Lees ook
Schroot gaat niet zomaar meer op de schroothoop: waarom metaalafval van cruciaal belang is voor de energietransitie
Burgemeester Femke Halsema van Amsterdam is „zeer geschrokken” nadat een ambtenaar van haar gemeente afgelopen maandag is aangehouden op verdenking van corruptie. De 46-jarige ambtenaar zou adresgegevens uit de gemeentelijke computersystemen hebben gedeeld met derden.
Integriteitsschendingen binnen de overheid liggen altijd gevoelig maar deze is extra heftig. De informatie die de ambtenaar zou hebben gelekt betreft namelijk adressen waarbij later explosieven zijn afgegaan.
Los van de corruptie laat deze zaak zien dat er structuur zit achter de golf aan explosies, vaak met zelfgemaakte vuurwerkbommen. „Met de aanhouding van vanmorgen worden we geconfronteerd met de tentakels van de georganiseerde misdaad en ondermijning in onze samenleving”, aldus Halsema, die zo snel mogelijk een feitenrelaas laat opstellen voor de gemeenteraad.
De arrestatie van de corrupte Amsterdamse ambtenaar staat niet op zichzelf. In maart van dit jaar is een medewerker van de Amsterdamse rechtbank aangehouden en eind april volgde een douanier van Maastricht Aachen Airport. Ook zij zouden vertrouwelijke informatie met criminelen hebben gedeeld.
Vorige maand is een ambtenaar van de Belastingdienst in hoger beroep veroordeeld tot twintig maanden celstraf voor witwassen en het delen van informatie uit de systemen van de belastingdienst met criminelen. Bij de man werd ruim 900.000 euro aangetroffen.
En deze week veroordeelde de rechtbank Rotterdam een uitzendkracht van de gemeente Vlaardingen tot een celstraf van twaalf maanden voor het uitgeven van een aantal ‘gekloonde’ paspoorten. Deze reisdocumenten zijn zeer populair in het criminele milieu, zoals ook bleek bij een soortgelijke zaak in Den Haag. Het gaat namelijk om officiële paspoorten – alleen correspondeert de naam van de gebruiker niet met de foto.
Een van de afnemers was een man die nog een celstraf van twaalf jaar moet uitzitten. „De verdachte heeft een essentiële rol vervuld, coördinerend en initiërend”, stelt een woordvoerder van de rechtbank. „Mensen in het criminele circuit kunnen op deze manier hun leven blijven leven en worden daarin door een ambtenaar gefaciliteerd.”
Corruptie als verdienmodel
Dat burgemeester Halsema geschokt is door corruptie in haar organisatie, valt gezien de ernst van de gebeurtenissen wel te begrijpen. Maar dát ambtenaren van overheidsdiensten worden gecorrumpeerd door criminelen kan gezien al deze voorbeelden toch nauwelijks als een verrassing komen.
Een groot aantal ambtelijke organisaties in Nederland heeft de afgelopen tien jaar te maken gehad met corruptie: van de politie tot de douane, en van de gemeenten Den Haag en Utrecht en Vlaardingen tot de Belastingdienst. In de meeste gevallen worden deze ambtenaren gecorrumpeerd vanwege de toegang die ze hebben tot vertrouwelijke informatie.
Daarbij gaat het vaak om persoonsgegevens – denk aan adressen, kentekens van auto’s of burgerservicenummers. Ook wordt strategische informatie voor de smokkel van drugs bemachtigd, zoals containernummers, vrachtbrieven of informatie over (lucht)havencontroles. Daarnaast verrichten corrupte ambtenaren diensten zoals het afgegeven van een vals paspoort of hulp bij het omzeilen van controles bij havens en vliegvelden.
Deze vormen van corruptie staan vrijwel altijd in relatie tot de omvangrijke drugseconomie in Nederland. Hier geldt wat de wet van Cyrille Fijnaut is gaan heten: grootschalige internationale drugshandel kan niet bestaan zonder corruptie bij bedrijven en de overheid. Fijnaut, emeritus hoogleraar criminologie en strafrecht, waarschuwt al decennia voor corruptie.
Minder gevallen
Deze week publiceerde de Rijksrecherche de cijfers over het jaar 2024. Daaruit kan worden afgeleid dat het aantal corruptiegevallen onder ambtenaren iets daalt. Al is moeilijk te zeggen of dat betekent dat er daadwerkelijk minder corruptie plaats heeft.
Er zijn criminelen die zich exclusief richten op het corrumperen van ambtenaren. De informatie verkopen ze door aan criminele organisaties
Het grotere aantal gevallen tussen 2020 en 2022 heeft waarschijnlijk te maken met het kraken van twee communicatiesystemen die in het criminele milieu heel populair waren: Encrochat en Sky. Berichten die daarmee werden verstuurd, leverden bijzonder veel bruikbare aanwijzingen op voor corruptie en leidde tot een piek in het aantal zaken.
In 2023 vertelde toenmalig algemeen directeur van de Rijksrecherche Arthur van Baaren in gesprek met NRC dat corruptie structureel is veranderd. Het soort zaken waarbij een ambtenaar iets lekt aan een familielid of een buurman neemt af. Maar de problemen van het lekken aan criminele netwerken nemen juist toe. „Het omkopen van ambtenaren is een verdienmodel geworden”, aldus Van Baaren. Er zijn criminelen actief die zich exclusief richten op het corrumperen van ambtenaren. „De informatie die ze zo vergaren, verkopen ze dan door aan een of meerdere criminele organisaties”, aldus Van Baaren. „Dat geeft aan hoe belangrijk bepaalde informatie is voor criminelen en dat ze daar veel geld voor over hebben.”
Lokale politiek
Hoogleraar Fijnaut onderschrijft die stelling. „Corruptie is een groot probleem. Maar gelukkig beperken de meeste gevallen die we nu zien zich tot ambtenaren in uitvoerende posities die toegang hebben tot informatie die bruikbaar is voor criminelen.”
Ondanks zijn zorg over corruptie wijst hij op een positief aspect in de cijfers. „Er zijn op dit moment weinig voorbeelden van corruptie binnen de lokale politiek”, legt hij uit. „Dat zegt iets over de weerbaarheid van het lokale gezag.”
Volgens Fijnaut kunnen lokale politici gezien hun bevoegdheden criminele netwerken op hele andere manieren faciliteren, bijvoorbeeld met vergunningen. „Dat is een vorm van corruptie die nog veel meer zorgen baart en het gezag van de overheid veel harder raakt.”
Lees ook
Het omkopen van ambtenaren is een verdienmodel geworden, waarschuwt de Rijksrecherche
Tassen, meubels, kunstinstallaties, muziek; in het Hof van Cartesius, een culturele broedplaats langs de spoorbaan in Utrecht, kroop al van alles uit het ei.
Maar een vredesduif, dat was voor het eerst.
November 2023. Cultureel ondernemer Marije Lieuwens (47) liep mee met een demonstratie tegen het geweld in Gaza en zag het ongemak. Mensen wíllen zich wel uitspreken over wereldvrede, maar hoe? Eerst iedereen in het geel-blauw, nu weer rood-groen – bijna alsof je tegen die eersten zegt: we zijn jullie oorlog alweer vergeten. En dan dat geruzie over watermeloenen, over de definitie van genocide.
Alles, alles, is zo beladen geworden.
Met wat voor spandoek, welke leus of welke kleuren wilde ze zelf lopen? Ze wist het niet. Een Palestijnse of Oekraïnse vlag? Zo nationalistisch. Het ouderwetse peace-teken? Te verhippiet. Oplands iconische spotprent van het vrouwtje dat tegen een kernwapen schopt? Prachtig, maar ook zo jaren tachtig.
De vredesbeweging, vond ze, had nieuwe beelden nodig. Een iconisch vredessymbool dat recht doet aan deze ingewikkelde tijd. Een beeld dat alle oorlogen en verhalen samenbrengt en dat vooral niet polariseert. Want daar is ze he-le-maal klaar mee.
Ze dacht aan een simpel universeel beeld in zwart en wit, neutrale kleuren. Geen lading, een schone lei. Iets dat oorlogen in brede zin veroordeelt en stemt tot nadenken. Want vrede, wat is vrede? Is dat Trumps vrede? Poetins vrede? Westerse vrede? Wereldvrede? En wat zegt vrede over mensenrechten, wapenhandel, wereldpolitiek? Wanneer is die vrede bereikt?
Marije Lieuwens bedacht de duif-poster in 2023, ze wilde één beeld dat alle oorlogen samenbrengt.Foto Roger Cremers
Ze bedacht een poster met de tekst ‘Peace Now’. Kort en bondig. En aan illustrator Max Kisman, die op dezelfde broedplaats werkt, vroeg Lieuwens: „Jij hebt toch wel eens een duif getekend?” Met een paar pennestrepen stond-ie. De klassieke vredesduif, het olijftakje niet in de snavel maar groeiend uit de w van ‘Now’. Omdat, vond Kisman, vrede kan groeien mits je hem onderhoudt. Lieuwens printte de poster en deelde ’m rond op de broedplaats. Vijftig stuks. En daarna nog eens enkele honderden, voor de vrienden van. Toen die na een week op waren, was de duif definitief uitgevlogen.
Een liedje tegen wapens
Amsterdam, april 2025. „Air-bus schan-de! Bloed aan je han-den!” Met een megafoon in de hand roept Wendela de Vries (61) het clubje vredesbetogers voor Hotel Okura op zoveel mogelijk herrie te maken. Binnen staat de aandeelhoudersvergadering van multinational Airbus Group op punt van beginnen „en dan gaan ze vertellen welke mooie wapens ze maken!”
Even daarvoor had De Vries haar fiets aan de overkant van de straat geparkeerd en uit een big shopper een spandoek gehaald met ‘Stop Wapenhandel’, de onderzoeks- en actiegroep waarvoor ze werkt. Van alle kanten arriveerden betogers, zo’n veertig in totaal. Veel vrouwen van middelbare leeftijd, mannen met een grijs knotje, Birmezen in een Canta en ook enkele jongeren, eentje zwaaiend met een Palestijnse vlag, en betogers met de logo’s van Bij1 en SP Amsterdam. „Oorlogsprofiteurs! Weg uit onze stad!”
Collega-activisten uit Duitsland zijn intussen aangeschoven bij de jaarvergadering om kritische vragen te stellen.
De Vries werkt sinds 2006 voor Stop Wapenhandel, op een kantoortje in Amsterdam in een voormalig kraakpand dat nog de revolutie ademt. Samen met twee andere betaalde krachten, enkele vrijwilligers en een wereldwijd netwerk van onderzoekers bestudeert ze de wapenindustrie. Ze pluist overheidsdocumenten en websites van militaire bedrijven uit om de wereldwijde lobby van wapenleveranties in kaart te brengen en schrijft daarover rapporten die ze onder de aandacht van parlementariërs brengt.
Niet dat De Vries zoals een pacifist volstrekt tegen geweld is, vertelde ze eerder op haar kantoor. Ze kan zich best situaties voorstellen waarin wapens een oplossing kunnen bieden, maar, zei ze er gelijk bij: „Niet heel vaak”. Want het is in haar ogen juist de wapenindustrie die de wereld zo op stang jaagt. Omdat met oorlog zulke grote financiële belangen gemoeid zijn. De Amerikaanse investeerder BlackRock heeft grote belangen in wapenbedrijven „en daarmee invloed” op de Amerikaanse politiek. En Europa exporteert wapens naar Azië en het Midden-Oosten waarmee het Westen „conflicten en repressie versterkt”.
Hoe meer wapens in de wereld, hoe groter de kans op escalatie, is haar overtuiging. En wat ze als kind al niet begreep: dat mensen hun geld verdienen met de dood van een ander. „Het is een aanbodmarkt. Telkens bedenkt de wapenindustrie weer iets nieuws en nóg dodelijkers. Inclusief een financieringsmechanisme, zodat arme landen die wapens met geleend geld kunnen kopen.”
Wendela de Vries werkt sinds 2006 voor Stop Wapenhandel en organiseert demonstraties.
Foto’s Roger Cremers
Liever zou De Vries, die zich antimilitarist noemt, zien dat landen hun energie steken in wapenbehéérsing zoals met verdragen. Maar in plaats daarvan ziet ze vooral sinds ‘Oekraïne’ en ‘Gaza’ de bewapening toenemen. Politiek leiders onderstrepen het belang van een Europees wapenprogramma en inmiddels roept Mark Rutte alle NAVO-landen op 5 procent van hun bruto binnenlands product in defensie te steken. Afschrikking, is het idee. „Maar je hebt het risico dat het fout gaat.”
„Trouwens, is er ook iemand van PINK! aanwezig?” De Vries, megafoon in de hand, kijkt om zich heen. PINK!, de jongerenorganisatie van de Partij voor de Dieren, staat ook als organisator van het protest tegen Airbus Group op de flyer. Maar niemand steekt z’n vinger op. „Nee? Nou, die hebben ’t ook druk, met Gaza. Zeg Joke” – opzij kijkend – „zou jij dan nog een liedje voor ons willen zingen?”
Gratis voor iedereen
Nadat de vredesduif de broedplaats in Utrecht had verlaten, landde hij eerst drie kilometer verderop, in de hal van Bibliotheek Neude. Daar lag-ie in een stapel op een poster in A3-formaat, gratis beschikbaar voor iedereen.
Houd het laagdrempelig, wist Marije Lieuwens, die met een populaire Nijntje-poster in coronatijd al wat lokale bekendheid verwierf. Dus liet ze na het winnen van een pitch, duizend euro, bij een bevriende drukker nog meer ‘Peace Now’-posters printen en stuurde die in doosjes van vijftig stuks naar plekken in het hele land waar interesse was. Boekwinkels, duurzame kinderkledingwinkels. Een zonnestudio in Hoogeveen wilde ’m ook hebben. Een huisarts in Amsterdam-Noord had ’m via de gratis downloadlink in duizendtal uitgeprint, voor in de wachtkamer.
„Goh, wat ben jij toch allemaal aan het versturen?” vroeg de man van de tabakswinkel waar ze de doosjes heen bracht. Ze begon een crowdfundingactie om de druk te bekostigen en stilaan groeide het project uit de klauwen. Een ploegje vrijwilligers hielp met inpakken, de Utrechtse Fietskoeriers met versturen en het Vredesmuseum in Delft nam de poster op in zijn collectie. En telkens als er weer iets gruwelijks was gebeurd in Gaza of Oekraïne, stroomden de aanvragen binnen.
„Heb je weleens wervingsfilmpjes van Defensie gezien?” Bob Steenmeijer (27), voorzitter van PINK!, nipt op een zonnig terras in Den Haag van een ijskoffie. „De boodschap is stoer verpakt. Ze spreken jongeren aan met ‘Generatie D’. ‘Alles uit het leven halen.’ Maar nergens staat dat je bijdraagt aan het vermoorden van mensen.”
Bob Steenmeijer leidt de jongerentak van Partij voor de Dieren en is – zeldzaam in de politiek – tegen herbewapening.Foto Roger Cremers
PINK!, de jongerentak van de Partij voor de Dieren, haalde onlangs het nieuws omdat die in tegenstelling tot de eigen Tweede Kamerfractie – en op de SP na alle andere politieke partijen in de Tweede Kamer – tegen verdere bewapening is. Daar had het zevenhoofdig bestuur amper discussie over gehad. „Gelukkig accepteert de moederpartij ons geluid.”
Steenmeijer, sinds een half jaar voorzitter, wil een „duurzame, rechtvaardige vrede” en daar passen nieuwe miljardeninvesteringen in wapens niet bij. Dat gaat immers ten koste van de verzorgingsstaat en het klimaat. PINK! is ook voor uittreding van Nederland uit de NAVO want „dat dient vooral de belangen van de VS”. En ja, zijn partij is heus vóór Oekraïne en vóór stabiliteit. Maar dan via de diplomatieke weg.
„Maak je toch niet zo druk”, zegt zijn moeder. Maar hij kán niet anders
„Maak je toch niet zo druk”, zegt zijn moeder wel eens. Maar nu Steenmeijer eenmaal alle onrecht ziet, kán hij niet anders meer. Hij studeerde sustainable development en ging gaandeweg inzien „dat alles met alles te maken heeft”. Van dierenleed tot klimaatcrisis tot armoede tot oorlog. „Alles is terug te voeren tot ongelijkheid.”
De overheid moet daar eerlijk over zijn, vindt hij, en dus ook over de gevolgen als je in militaire dienst gaat. Niemand van zijn generatie, oorlog ontwend, staat stil bij wat zoiets betekent. „Terwijl, moeten wij, de pechgeneratie die al geen huis kan kopen, ons straks ook wegcijferen voor de staat?”
Een gebroken geweertje
„No way”, zou Willem de Haan uit Groningen zeggen, tweehonderd kilometer verderop.
Toen Lieuwens’ poster het land over ging, van Ameland tot Maastricht, belandde er ook al gauw eentje achter het raam van De Haan (68), auteur van het binnenkort te verschijnen Vrede als Daad en pacifist van de zuiverste graad.
De Haan – die Lieuwens overigens niet kent – vindt geen enkel wapen gerechtvaardigd. Want waar ligt de grens? „Accepteren we één dode? Twee? Honderd? Duizend? Honderdduizend?” Desnoods, vindt hij, moet een land dat wordt bezet overgaan tot niet-militaire defensie, volgens de jarenzeventigtheorie van ‘geweldloze weerbaarheid’. Waarbij een samenleving wel fysiek is onderworpen maar niet mentaal en verzet pleegt middels sabotage, boycot, stakingen, demonstraties. Vreedzaam protest zoals Gandhi dat in de jaren 20 van de vorige eeuw organiseerde tegen de Britse overheersers.
Willem de Haan draagt sinds zijn 20ste een speldje van een gebroken geweer op zijn kleding.
Foto’s Roger Cremers
Sinds zijn twintigste draagt De Haan dagelijks op zijn revers een speldje met een gebroken geweertje: symbool van antimilitarisme. Geweld vond hij als kind al „iets primitiefs”. Jongens die vochten op het schoolplein, begreep ’ie niks van. En met zo’n achternaam werd hij heus wel eens geplaagd – ‘hé Haantje!’ – „maar dan liet ik dat gewoon van me afglijden”.
In 1979 werd De Haan landelijk bekend als totaalweigeraar: iemand die de militaire dienstkeuring weigert en ook geen beroep doet op de Wet Gewetensbezwaren. Hij kreeg achttien maanden celstraf opgelegd, waarvan hij er twaalf heeft uitgezeten. En toen hij eruit kwam, vertelt hij aan de keukentafel, voelde hij zich toch heel even, nou ja, bijna, een soort volksheld. Hij kreeg steunbetuigingen tot uit Japan en in kerken lagen lijsten ‘solidair met de totaalweigeraar’ waarop je je handtekening kon zetten.
Het waren, begin jaren tachtig, de hoogtijdagen van de vredesbeweging. Wereldwijd was na de Vietnam-oorlog een bewustzijn gegroeid dat oorlog niet altijd gerechtvaardigd is en de angst voor een kernwapenwedloop – Rusland versus het Westen – had in Nederland vele vredesclubjes bij elkaar gebracht. Er was hoge werkloosheid, vertellen de activisten van toen, dus velen hadden tijd genoeg. Vooral vrouwen, geëmancipeerd maar zonder baan, voelden zich aangetrokken tot het vrijwilligerswerk.
De vredesbeweging kreeg een bekende leider, Mient Jan Faber, en tot in de Tweede Kamer werd voor ontwapening gepleit. Door de Pacifistisch Socialistische Partij (PSP), die later opging in GroenLinks, maar ook de humanisten, de katholieken en de PvdA spraken zich openlijk uit voor een vrede zonder wapens. En op het hoogtepunt, 21 november 1981, kwamen 400.000 mensen bijeen op het Museumplein om te betogen tegen de plaatsing van Amerikaanse kruisrakketen in Nederland.
Daarna viel de vredesbeweging stilaan uiteen. Er werden ontwapeningsverdragen getekend waardoor het gevoel van urgentie afnam. De economie trok aan en zowat alle vrijwilligers stapten over naar een betaalde baan. En na de opschorting van de dienstplicht in 1997 voelde oorlog voor velen ‘ver weg’. Dat was iets voor professionals, in voormalig Joegoslavië, in Afghanistan, Irak.
De duif in een loopgraaf
Kerst 2023, had Marije Lieuwens gedacht – dan zal er in Gaza en Oekraïne toch wel een bestand zijn? Want ze was er eigenlijk wel een beetje klaar mee, al dat postzegelplakken. En toen zo’n bestand er niet kwam, dan toch zeker mei 2024? Goed moment om te stoppen met de posters.
Maar de oorlogen gingen door en de duif landde ook op stickers, buttons en vlaggen. Hij werd gespot in Pisa, Bratislava en Parijs. Hij vloog de Noordzee over naar Engeland en Lieuwens, die het bijhoudt op Instagram, trof er zelfs één in een loopgraaf in Oekraïne.
Foto Roger Cremers
Intussen gebeurde ook iets dat ze niet had voorzien: haar vredesduif maakte óók haat los. Ze ontving online dreigementen. Want was dat lieve beestje eigenlijk wel zo onschuldig? Wáárom gebruikte ze niet de kleuren van Palestina? En als ze vóór vrede was, was ze dan niet vóór Poetin? En was er niet ook een Israëlische vredesbeweging die ‘Peace Now’ heette? – „wist ik oprecht niet” – en was ze dan dús niet geheim agent van Israël?
De samenleving verleiden tot reflectie, dat is wat Marije Lieuwens met haar vredesduif beoogt. Laatst, op het Bevrijdingsfestival in Zwolle, hees de voorman van rockband Kane de Peace Now-vlag op het podium. Op hetzelfde moment deden in Zoetermeer, de woonplaats van premier Dick Schoof, honderd mensen in Peace Now-T-shirt een flashmob. In Den Helder stond een groep in hetzelfde shirt te dansen en in Utrecht, Den Haag en Amsterdam lieten kinderen zich erdoor inspireren met tekeningen.
Van de duif zijn er nu bijna 200.000 uitgevlogen en wie erop let, ziet ’m hangen achter tal van ramen. Maar Lieuwens krijgt soms ook berichtjes van mensen die het niet aandurven, angstig voor de reactie van een buurman. En dat heet dus, zegt ze, polarisatie. In haar ogen het grootste probleem van deze tijd.
Een Nieuwe Vredesbeweging
Het idee voor een Nieuwe Vredesbeweging kwam alweer ruim twee jaar geleden uit de koker van inmiddels veelal gepensioneerde oud-vredesactivisten. Decennialang had een groot deel van de beweging op z’n gat gelegen. Maar toen de oudgedienden zagen dat landen in deze tijd hun wapentuig weer afstoften, oorlogszuchtig in plaats van -moe, schrokken ze wakker. Aan de talkshowtafels zagen ze generaals en militair analisten vertellen over het belang van bewapening en in Den Haag hoorden ze amper weerklank. Zelfs de SP hield zich op de vlakte. Want ja, pacifisme… geen onderwerp waarmee je kiezers trekt.
PINK!-voorzitter Bob Steenmeijer ziet het gesprek over vrede in de Tweede Kamer ondersneeuwen door een permanente crisissfeer van politici die over elkaar heen buitelen „om te scoren”. En dat scoren, ziet hij, gaat makkelijker met oorlogstaal. Zwart-witdenken. „Goed of kwaad. Vóór óf tegen. Niets ertussenin.”
„Je trapt op de rem, terwijl iedereen vooruit beweegt”, zegt Willem de Haan. „Het geluid van de pacifist is in tijden van onzekerheid niet populair.” Hij ziet het terug in de reacties op zijn standpunten op sociale media. „Laf”. „Makkelijk praten.” En laatst: „Had jij dan ook zes miljoen Joden aan hun lot overgelaten?”
Tijd voor een tegengeluid, klonk onder oud-vredesactivisten. Maar ze beseften ook dat de beweging was gemarginaliseerd, verouderd, versnipperd. Geen nieuwsmedium dat hen nog serieus nam. De beweging moest verjongen, vernieuwen. En alleen met samenwerking viel iets te bereiken.
Genoeg vredesclubjes wilden meedoen. Stop Wapenhandel, Kerk en Vrede, The Hague Peace Projects, Vredesbeweging Pais, DiEM25, XR Justice Now. En zo nog een tiental. Want sinds de oorlog in Gaza – „het Vietnam van deze generatie” – zag mede-initiatiefnemer Wendela de Vries ook onder jongeren oplaaiend activisme. De clubjes vonden elkaar in hun blik op de wereld: bezorgd over de toekomst, begaan met de onderdrukten en bovenal allergisch voor oorlogsretoriek. ‘De Russen’ in onze voortuin? Kom nou toch!
Over wel of geen wapens leveren aan Oekraïne werden vredesactivisten het aanvankelijk niet eens
Maar niet al die clubjes hadden dezelfde agenda. Over bepaalde thema’s, zoals wapenleveranties aan Oekraïne, bleken ze het niet eens. Géén wapens leveren, vond de één; daarmee vergoelijk je geweld. Alléén verdedigingswapens, vond de ander, anders winnen de Russen. Véél wapens, klonk ook, om het conflict zo snel mogelijk te beslechten. De emoties liepen bij zulke gesprekken hoog op, zag De Vries.
Vrede, wat is vrede? Het antwoord bleek niet meer zo’n helder als in de jaren tachtig. Toen draaide de vredesbeweging op de angst voor één speler: Rusland. En één wapen: de kernbom. Maar nu is het onderscheid tussen ‘de goede’ en ‘de slechte’ niet in elk conflict zomaar te maken. ‘Het gevaar’ lijkt net zo goed te komen van onderzeese internetkabels als uit de lucht – drones, satellieten. Zelfs van binnenuit – complottheorieën. Rusland, China, Israël, ‘bondgenoot’ VS. Wie is nog te vertrouwen? En welke rol speelt het Westen zelf in dat geheel?
Bovendien, wat is het alternatief? Geen van de vredesactivisten, ze zeggen het eerlijk, weet precies het antwoord. Minder wapens, méér diplomatie, werd in de Nieuwe Vredesbeweging de consensus. Want ook in Oekraïne, denkt Wendela de Vries, zijn er momenten geweest dat er ruimte was om met Poetin te onderhandelen. „Die zijn niet benut. En nu, tweehonderdduizend doden later, zijn we nog geen steek verder.”
Maar voor je ’t weet krijg je met zulke woorden het verwijt dat je een ‘Poetin-lover’ bent, „alleen omdat je vóór vrede bent”. Daarom neemt ze bij protesten tegenwoordig vaak een bord mee, waarop Poetin een schop onder de kont krijgt. En inderdaad ziet ze bij vredesbetogingen nu geregeld Forum-aanhangers meedoen, die graag de overwinning van Rusland zien. „Maar dat is zo waar ik níét voor sta.”
Een gesprek over een alternatief voor wapens, dat zou al heel wat zijn. Maar in de samenleving komt zo’n dialoog moeilijk op gang, constateert De Vries als de betoging voor Hotel Okura is afgelopen. En ja, de begin dit jaar gelanceerde Nieuwe Vredesbeweging – ze vouwt intussen haar spandoek weer op – „begint langzaam van de grond te komen”. Maar het vlot nog niet zoals sommigen hadden gehoopt.
Even volhouden nog, denkt Marije Lieuwens. Want bijna, bijna, ze weet het zeker, is de duif geland in het Kamergebouw in Den Haag. En dan hoopt ze dat het gesprek over vrede er toch nog komt. En dat politici de duif in de ogen kijken, en zien dat-ie wat stemmig is.
Je hoort weleens dat ijzer niet kan branden”, zegt Co, „maar hier zie je het tegendeel”. Co, gestoken in een oranje hesje, werkt bij een bedrijf in het Amsterdamse Westelijk Havengebied en is voordat hij aan zijn dag begon met een collega naar de kade gegaan om naar het brandende schip te kijken. Uit het vrachtschip van 185 meter lang en 32 meter breed komen donkere rookwolken. Kranen halen grijpers vol schroot uit het schip, dat op de kade wordt geblust. In het water varen meerdere blusboten, die richting het schip spuiten.
De brandweer is er sinds het einde van donderdagmiddag mee bezig, even na vijf uur kwam de melding. Hoe de brand is ontstaan is nog niet bekend. De brand is moeilijk te blussen omdat verschillende laadruimen waarin schroot ligt te branden niet goed bereikbaar zijn. De luiken van een van de ruimen van het schip, bouwjaar 2011, zijn verzwakt door de hitte en daardoor dichtgevallen, waardoor het brandende schroot er niet uitgehaald kan worden. De brandweer verwacht nog „lang” bezig te zijn, maar kan de duur niet specificeren.
Ik denk dat er een batterij tussen heeft gezeten
Op de Amsterdam Scrap Terminal (AST) in het Westelijk Havengebied, leveren vrachtwagens schroot aan, dat van daaruit wordt verscheept. „Speerpunt” van AST is het verschepen van verschillende soorten ijzer naar Turkije, schrijft de onderneming, die niet wil reageren, op de website. Het schip lag sinds 9 mei in de haven en was al volgeladen toen de brand ontstond.
Omstanders hebben zo hun eigen ideeën over hoe de brand is begonnen. „Ik denk dat er een batterij tussen heeft gezeten”, zegt een werknemer van een naastgelegen afvalverwerkingsbedrijf die niet met zijn naam in de krant wil. Hij laat net zijn hondje uit op het haventerrein. „En dat die batterij is ontploft.” Het is niet de bedoeling dat er batterijen in schroot – metaalafval – terechtkomen, maar er zit regelmatig afval tussen dat er niet hoort, zei de directeur van een schrootverwerkingsbedrijf vorig jaar in een interview in NRC. „Je moest eens weten hoeveel van wat bij een schrootverwerker terechtkomt géén schroot is. (…) Dat gooien mensen bij de gemeentewerf in de verkeerde bak, of het zit vast aan het oud ijzer dat ze inleveren.” Sorteermachines moeten voorkomen dat zulk afval tussen het schroot blijft liggen, maar er blijft weleens wat achter, denkt de werknemer die zijn hond uitlaat.
Roetdeeltjes
Schroot is net een baal hooi, zegt Co. „Je hebt allemaal van dat dunne draaimateriaal. Het kan gaan broeien als er vocht bij komt.” Er zijn voorbeelden bekend van „metaalbroei” in vrachtschepen, waarbij ijzer dat opwarmde uiteindelijk leidde tot een brand.
Het schip ligt nu nog waterpas in de haven, zegt Co, „maar ik kan me ook voorstellen dat het metaal door de bodem zakt, als het te heet wordt”.
Volgens de Veiligheidsregio Amsterdam bevat de rookwolk die boven de stad hangt geen verhoogde concentraties gevaarlijke stoffen. Er zijn „verschillende metingen” uitgevoerd waaruit dat blijkt. Er werden wel meerdere NL-alerts verstuurd, omdat in de gebieden waar de rook overheen is getrokken, roetdeeltjes zijn gevonden. De brandweer adviseert die „met een sopje” te verwijderen en geen groenten uit de eigen moestuin te eten waar die deeltjes op zitten. De brandweer raadt Amsterdammers die in het gebied van de rookwolken wonen aan om ramen, duren en ventilatieroosters te sluiten. Het Parool meldt dat verschillende scholen buitenactiviteiten staken.
Lees ook
Schroot gaat niet zomaar meer op de schroothoop: waarom metaalafval van cruciaal belang is voor de energietransitie