Warmtenet Mijnwater heeft honderden miljoenen euro’s nodig

Warmtenet Het klonk zo mooi: woningen verwarmen met water uit de Limburgse mijnen. Maar het project loopt stroef en heeft meer geld nodig. Provinciale Staten aarzelen.

Een putje in een straat in Heerlen waaronder mijnwaterbuizen liggen. Het bedrijf Mijnwater is van plan op termijn dertigduizend aansluitingen te realiseren.
Een putje in een straat in Heerlen waaronder mijnwaterbuizen liggen. Het bedrijf Mijnwater is van plan op termijn dertigduizend aansluitingen te realiseren.

Foto Peter Hilz/ANP

Het klonk vijftien jaar geleden zo mooi. Het Mijnwaterproject zou een brug gaan slaan tussen het verleden van steenkolenwinning in Limburg en een toekomst vol ambitie. Zo formuleerde Riet de Wit, destijds SP-wethouder in Heerlen, het in 2008 bij de start van het project.

Na het beëindigen van de steenkolenwinning (jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw) liep water in de gangen waar eens de mijnwerkers hun zware werk deden. Dat water leende zich voor verwarmen en verkoelen: in gangen op 700 meter diepte is de temperatuur van het water 28 graden, en in die op 250 meter diepte 16 graden.

Het project had iets sympathieks. In de decennia na de mijnsluiting was bovengronds bijna alles wat eraan herinnerde opgeruimd. Hoe mooi was het dan als ondergrondse gangen opnieuw hun nut bewezen?

Maar vijftien jaar na de start heeft het Mijnwaterproject slechts zo’n tweeduizend aansluitingen. Het gaat om kantoren, bedrijven, instellingen en grotere wooncomplexen in Heerlen en Kerkrade. Een florerend bedrijf is Mijnwater – in overheidshanden – nooit geworden. De financiële verslagen zijn niet openbaar, maar volgens het regionale dagblad De Limburger draait het bedrijf op dit moment elke maand een half miljoen euro verlies.

De vraag die zich nu aandient: wat is er nodig om Mijnwater gezond te krijgen? Gedeputeerde Staten van Limburg, het dagelijks bestuur van de provincie, hebben onlangs besloten 40 miljoen extra te investeren. Maar Dries Lodewijks, lid van Provinciale Staten voor de VVD, voelt een licht ongemak bij het project. „Eigenlijk is het onverantwoord om door te gaan, maar het lijkt ook onverantwoord om te stoppen. Het is kiezen tussen twee kwaden.”

Zwarte cijfers

Mijnwater zette zelf een „masterplan” op waarmee het op termijn zwarte cijfers moet kunnen gaan schrijven. Toen Maarten van Gaans (D66) in de zomer van 2021 aantrad als gedeputeerde van Energie en Klimaat in Limburg vond hij Mijnwater nog een rommeltje. „Het ontbrak aan een strategie en focus. Na een reorganisatie ligt er nu een masterplan dat vol inzet op standaardisatie van de aansluitingen en schaalvergroting.”

Om die schaalvergroting voor elkaar te krijgen, moet er eerst 100 miljoen euro op tafel komen. Daarvan moet de provincie 40 miljoen euro voor haar rekening nemen, het bedrijfsleven de rest. Met volgende investeringsrondes moet nog eens 200 miljoen euro opgehaald worden. Daarmee kan Mijnwater hopelijk dertigduizend aansluitingen realiseren. Gebeurt dat, dan is het niet meer verlieslatend, is de verwachting.

Het vergt dus nog wel wat investeringen. En de provincie heeft al flink wat geld in Mijnwater zitten: 32,5 miljoen euro. Daarnaast heeft ook de gemeente Heerlen een achtergestelde lening van 16 miljoen aan Mijnwater. Het bedrijfsleven toont zich tot nu toe terughoudend. Een uitzondering daarop is Enpuls, een dochter van netbeheer Enexis, dat weer investeert in de Mijnwater-dochter die er onder meer voor zorgt dat het water uit de mijnen tot in de huizen komt. Het is net als de provincie van plan nog meer te investeren. „Verder is er belangstelling vanuit de bancaire sector en ligt er een letter of intent van een bedrijf met een miljardenomzet, waarvan de naam niet genoemd kan worden”, aldus Van Gaans.

Maar geïnteresseerde partijen zullen pas instappen als de risico’s kleiner zijn. Veel is nog ongewis. Gaat het Rijk bijvoorbeeld bijspringen met subsidies? En mogen warmtenetten zoals Mijnwater nu wel of niet in particuliere handen zijn? Volgens extern advies aan Gedeputeerde Staten staat het rendement van Mijnwater „niet in verhouding met de hoge risico’s ”. Onder meer de aanlegkosten van het warmtenet en de energieprijzen kunnen zorgen voor tegenvallers.


Lees ook: ‘Fout’ in de oorlog, aan het werk in de mijn

Vooroplopen in verduurzaming

Volgens Van Gaans hoort de overheid juist in zo’n situatie „haar nek uit te steken” door mee te investeren. Anders komt er volgens hem nooit beweging in de energietransitie. Van Gaans kent het dossier goed. Hij was als politiek adviseur van toenmalig D66-fractievoorzitter Rob Jetten (inmiddels minister voor Klimaat en Energie) nauw betrokken bij de totstandkoming van het Klimaatakkoord in 2019.

Vooroplopen als provincie is wat hem betreft een kwestie van „put your money where your mouth is”. Limburg heeft zich namelijk ten doel gesteld om voor 2030 minimaal zestigduizend woningen van het gas af te krijgen. Bovendien komt bij niet financieren van Mijnwater de leveringszekerheid van de huidige klanten in gevaar.

De investeringen van de provincie lopen via het op verduurzaming gerichte Limburgse Energie Fonds (LEF). Mirjam Depondt-Olivers, lid van Provinciale Staten namens het CDA, wil dat LEF zich terugtrekt uit Mijnwater: „De risico’s zijn groot dat Mijnwater het hele LEF mee zou kunnen trekken. Bijna een derde van het door LEF geïnvesteerde geld zit in Mijnwater. En Mijnwater lijkt bovendien uit te groeien tot een normaal nutsbedrijf, en daar is het fonds niet voor.”

Depondt-Olivers is wel voor provinciale investeringen in Mijnwater, maar niet via het LEF. „Honderdvijftig jaar geleden waren er soortgelijke discussies over betrokkenheid bij de aanleg van waterleidingen, riool en spoor.” Ook toen, zegt Depondt-Olivers, nam de overheid het voortouw.

Van Gaans moet een flinke tijd nadenken als hem wordt gevraagd of hij nu nog zou beginnen met Mijnwater. „Ik zou het misschien eerder in warmtenetten rond industriële complexen zoeken en in kernenergie. Maar Mijnwater is nu al operationeel. Het is een technologie die bewezen werkt.”

De gedeputeerde voelt daarnaast een persoonlijke binding met het project. „Mijn beide opa’s waren als mijnwerker in de Geleense mijn Maurits betrokken bij een eerdere energietransitie. Hoe mooi is het dan om als jonge bestuurder mijn steentje bij te dragen aan een nieuwe transitie?”