
Moeder: „Wanneer laat je een meisje alleen fietsen? We wonen in een middelgrote stad en onze dochter van vijftien wil lid worden van een sportvereniging. Dat moedigen we aan, maar het is dertig minuten fietsen door een plantsoen en een groot stil industrieterrein. Het is twee keer per week, het hele jaar door. Ze fietst er om 19.00 uur naartoe, en om 21.30 uur weer weg. Er fietst helaas niemand anders dezelfde kant op. Omfietsen door een woonwijk is tien minuten extra. Halen kan bij uitzondering, maar meestal niet vanwege onze eigen sportvereniging op hetzelfde tijdstip. Zelf vindt ze het kunnen, maar wij twijfelen. Hoe wegen we af of dit oké is voor een meisje van deze leeftijd? We willen haar niet bang maken, maar ook waarschuwen dat je beter niet in je eentje op afgelegen plekken kunt fietsen. Ik wil niet met tracking werken, want dat geeft schijnveiligheid. Is het verantwoord om haar te laten fietsen, of moeten we zelf andere dingen omgooien? Ze sportte eerst dichterbij en dat fietste ze al drie jaar zelf.”
Brengen en halen
Louis Tavecchio: „Uw 15-jarige bevindt zich in wat wetenschappers ‘de midden-adolescentie’ noemen. Jongeren hebben in deze fase een sterke behoefte aan losmaking en onafhankelijkheid, maar tegelijkertijd nog niet de vaardigheden risicovolle situaties helemaal te overzien. Uw dochter zegt: ‘Ik kijk echt wel uit hoor!’ maar daar gaat het hier natuurlijk niet om; u vreest het gedrag van anderen.
„Alleen in het donker door een afgelegen gebied fietsen is eigenlijk voor niemand een goed idee, en zeker niet voor een 15-jarig meisje. Als mensen worden aangevallen, is het vaak op dit soort plekken. Leg dat uit: ‘Ik wil je natuurlijk niet bang maken, maar we moeten wel realistisch zijn: ik vind dit te onveilig.’
„Als met anderen fietsen geen optie is, en u staat achter haar besluit naar deze vereniging te gaan, zit er niets anders op dan haar afwisselend met uw partner te brengen en halen, of een stuk mee te fietsen. Of uw dochter te vragen de langere route door de woonwijk te kiezen.
„Op een dag moeten we onze kinderen uiteraard loslaten, maar dan zijn ze vaak wat hersenontwikkeling betreft beter in staat rekening te houden met risicovolle factoren.”
Veilige opties doornemen
Tischa Neve: „Vraag als u twijfelt altijd bedenktijd. Zo ziet uw dochter dat u haar wensen serieus afweegt. Of tieners zonder ouders kunnen fietsen, hangt af van hun persoonlijkheid, hun vaardigheden in het verkeer, of ze in gezelschap fietsen, de locatie en het tijdstip.
„In dit geval zouden het afgelegen gebied en het late uur de doorslag moeten geven. U kunt uw dochter uitleggen: ‘Ik snap dat jij daar graag wilt sporten, maar dat je daar in het donker alleen fietst is geen optie voor mij. Dat vind ik echt te onveilig. Ik zou dat zelf al niet doen, dus ik vind het voor jou al helemaal een slecht idee.’
„Laat haar dan eerst eens zelf uitzoeken wat de mogelijkheden zijn om toch veilig op die vereniging te komen. Bespreek waar ze mee komt. Denk mee. Kunnen jullie toch halen en brengen, of meefietsen? Valt er iets te regelen met andere ouders van die vereniging? Is het voor jullie financieel haalbaar om een elektrische gezinsfiets aan te schaffen die ze voor de langere rit door de woonwijken zou kunnen gebruiken?
„Fiets dat langere stuk sowieso eerst eens een paar keer samen voor ze haar besluit neemt. Dertig tot veertig minuten heen en terug is best veel na een lange schooldag en intens sporten.”
Louis Tavecchio is emeritus hoogleraar gezinspedagogiek aan de Universiteit van Amsterdam. Tischa Neve is kinderpsycholoog en opvoedkundige.
Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement.
Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.
