Wanneer doen bezoekjes aan oma meer kwaad dan goed?

Opgevoed Elke week legt Annemiek Leclaire een lezersvraag voor aan deskundigen.


Illustratie Martien ter Veen

Vader: „Mijn moeder had een heftige borderlinestoornis, waardoor de relatie tussen ons altijd complex is geweest. Ik heb haar altijd als dader én slachtoffer gezien. Nu ze dementerend is, is de relatie gek genoeg beter geworden. De stoornis is naar de achtergrond verdwenen. Ze is weer een beetje de oude, op milde dementieklachten na. Onze dochter van veertien maanden is haar enige kleindochter en haar alles. Ze fleurt helemaal op bij de bezoeken en is dan op haar best. Onze dochter is gek op oma.

Zodra mijn moeder mij niet meer herkent, wil ik niet meer op bezoek, omdat dit door ons verleden te belastend is. Ik voel me hiertoe ook niet verplicht. Maar hoe leg ik mijn dochter straks uit dat we niet naar oma gaan terwijl ze er nog wel is? En hoe gaan we ondertussen om met een oma die haar niet meer (altijd) zal herkennen en mogelijk raar gedrag vertoont? Wanneer doen de bezoekjes meer kwaad dan goed?”

Naam is bij de redactie bekend. (Deze rubriek is anoniem, omdat moeilijkheden in de opvoeding gevoelig liggen.) Wilt u een dilemma in de opvoeding voorleggen? Stuur uw vraag of reacties naar [email protected]

Uitleggen

Ruth Van der Hallen: „Neem de tijd om uw kind uit te leggen wat er met oma gebeurt. Er zijn voorlees- en prentenboeken voor jonge kinderen over dementie die hierbij kunnen helpen. Met de tijd zal de dementie van uw moeder zich verder ontwikkelen, maar neemt ook het begrips- en belevingsvermogen van uw dochter toe. Ga het gesprek over oma waar nodig opnieuw aan: ‘Weet je nog dat jij je pop vergat? Dat heeft oma ook, ze vergeet dingen.’

„Omdat uw dochter zo jong is, zal ze ‘leunen’ op u in het interpreteren van deze situatie. Als u er speels mee omgaat, is het voor uw dochter ook lichter. Als u van slag bent, voelt uw dochter dat. Ook daarom is het goed om uw grenzen te bewaken in het contact met uw moeder.

„Ga na wat u zélf nodig heeft om deze band tussen oma en kleindochter in stand te houden. Als het te veel wordt, bouw dan rustig af. Ga iets minder vaak, of iets korter. U kunt uw dochter uitleggen dat oma ziek is en veel moet rusten of u kunt benoemen dat u de bezoekjes moeilijk vindt. Wilt u niet meer op visite maar gaat uw dochter graag naar oma, dan kan een goede vriend of familielid met uw dochter meegaan.”

Zelfzorg

Tamara Luijer: „Uw dochter is nog erg jong, het is de vraag wat zij op dit moment precies meekrijgt van de dementie van oma. Ze gaat in de interpretatie van de situatie vooral af op signalen van u.

„Probeer vooral in te steken op mooie momenten met elkaar en probeer deze vast te leggen zodat uw dochter hier later op kan terugkijken. Bezoek hoeft niet lang te duren, u kunt ook tien minuten op visite gaan. Belangrijk is wel dat u hierbij aanwezig bent, of een andere betrouwbare volwassene, mocht oma onvoorspelbaar gedrag vertonen.

„Een ouder met dementie kan leiden tot een gecompliceerd rouwproces, zeker als sprake is van een verstoorde relatie. U denkt veel na over wat goed is voor anderen, vergeet niet ook stil te staan bij wat ú nodig heeft. Ook omdat uw dochter op u leunt.

„Wanneer uw kind stressklachten laat zien als zij bij oma is, is het verstandig na te gaan of de ontmoetingen in deze vorm nog gewenst zijn. U kunt uw dochter ook tekeningen voor oma laten maken en deze samen op de post doen.”

Ruth Van der Hallen is psycholoog en universitair docent bij Erasmus Universiteit Rotterdam Tamara Luijer werkt als orthopedagoog in de kind- en jeugdpsychiatrie.