Wachttijden bij Veilig Thuis te lang, risico voor veiligheid van kinderen en ouders

De wachttijden bij meldpunt Veilig Thuis zijn nog altijd te lang. Dat blijkt uit een maandag gepubliceerd onderzoek van de Inspectie van Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Kinderen en ouders die een onveilige thuissituatie moeten ontvluchten, moeten te lang wachten voor er iets met hun melding wordt gedaan. Geen van de vijfentwintig onderzochte regionale Veilig Thuis-organisaties lukt het om de meldingen binnen de wettelijke termijn te beoordelen.

Na een melding, van bijvoorbeeld huiselijk geweld of kindermisbruik, moet zo snel mogelijk worden beoordeeld of er acute hulp nodig is. Bij slecht vijf organisaties lukt het om 80 procent van de meldingen op tijd te beoordelen. Per maand worden daarom zo’n 4.200 meldingen te laat beantwoord. Omdat er bij dit soort meldingen vaak sprake is van ‘acute onveiligheid’, noemt IGJ dat „een risico” voor de veiligheid van kinderen en ouders in nood.

Dagen, weken en zelfs maanden

IGJ spreekt van een te lange wachttijd als er na vijf dagen niets is beoordeeld. In sommige gevallen moesten gezinnen meerdere dagen of soms weken wachten tot Veilig Thuis iets voor hen kon ondernemen. Er zijn zelfs uitschieters van enkele maanden, schrijft IGJ.

De regionale organisaties geven verschillende redenen. Zo is er een stijging van het aantal meldingen en vragen, een toename van de complexiteit van de problemen en zijn er meer acute meldingen. Daarbovenop is er een tekort aan personeel bij het meldpunt. Dossiers met een lagere urgentie blijven door de hoge werkdruk nog langer liggen. Dat noemt IGJ ook een risico. De inspectie gaat volgend jaar verder onderzoek doen.



Leeslijst