Waarom we ons steeds weer laten verrassen door de Russen

Op 24 februari 2022, de dag van de Russische invasie van Oekraïne, schreef de toenmalige Duitse defensieminister Annegret Kramp Karrenbauer op X: „Ik ben zo boos op onszelf vanwege ons historische falen. Na Georgië, de Krim en de Donbas hebben we niets voorbereid wat Poetin echt zou hebben afgeschrikt. We zijn [..] vergeten dat onderhandelingen weliswaar altijd op de eerste plaats komen, maar dat we militair sterk genoeg moeten zijn om te zorgen dat niet onderhandelen geen optie is voor de andere kant.”

In de afgelopen maanden waarin de Amerikaanse president Trump niet voor het eerst dreigde de beschermende NAVO-paraplu voor Europa in te klappen, zullen veel Europeanen hetzelfde hebben gedacht. Waarom hebben Europese landen de afgelopen vijftien jaar, waarin de Russische agressie steeds feller en zichtbaarder werd, niets gedaan om hun eigen defensie te versterken? Waarom laten wij ons toch telkens weer door Rusland verrassen?

Met die vraag begint het onlangs verschenen boek Land van het Grote Sterven van de Belgische slavist en defensiespecialist Joris Van Bladel. Daarin beschrijft hij de ontwikkeling van de Russische militaire cultuur en analyseert hij de complexe relatie tussen de Russische staat, het leger en de samenleving. Waar Europese strijdkrachten zich geleidelijk hebben aangepast aan de veranderende eisen van hun eigen samenlevingen enerzijds en de steeds complexere geopolitieke uitdagingen anderzijds, heeft ‘de dood’ in het moderne Rusland nog altijd een centrale plaats in het sociale contract tussen de staat en zijn burgers.

Met de theorie van de Franse historicus François Braudel als leidraad, die de geschiedenis zag als een wisselwerking tussen ‘trage’ en ‘snelle’ ontwikkelingen, betoogt Van Bladel dat Europese politici en analisten te veel focussen op Russische incidenten en provocaties en te weinig aandacht hebben voor de dieper liggende militaire cultuur, die ten grondslag ligt aan het wrede en nietsontziende Russische optreden. Waar westerse burgers individualisme en zelfontplooiing nastreven, worden Russen nog altijd geacht zich op te offeren voor de hogere, militaristische doelen van vadertje staat.

Hypersonische wapens

Dat gebrek aan kennis werkt aan westerse zijde inschattingsfouten in de hand. En dat terwijl de Russische militaire cultuur sinds het einde van de Sovjet-Unie niet eens zo gek veel is veranderd. Onder Poetin zijn de strijdkrachten weliswaar flink gemoderniseerd, maar al zijn gepoch met moderne uitrustingen en ‘hypersonische’ wapens ten spijt, is het Russische leger een groot, wreed en ideologisch gestuurd massading gebleven. „In de modder van de Donbas demonstreert het Russische leger nog steeds de brute, stuntelige en op resultaat gerichte militaire tactieken die sinds de Tsjetsjeense oorlogen – en zelfs de Tweede Wereldoorlog – zo kenmerkend en ‘typisch Russisch’ waren”, aldus Van Bladel. Dat maakt het extra pijnlijk dat Europese leiders zo weinig lessen hebben getrokken uit het verleden en zich zowel militair als politiek nog steeds door Moskou in de luren laten leggen.

Het verschil in militaire cultuur verklaart volgens Van Bladel ook waarom Europese beleidsmakers zo geschokt waren door de invasie: de militaristische instelling van het Kremlin staat eenvoudigweg te ver af van hun eigen leefwereld. Volgens hem kenmerkt de aanloop naar de grootschalige invasie van 2022 zich dan ook een dodelijke mix van „westers ongeloof en Russische bravoure”, gecombineerd met een ondoorgrondelijke besluitvorming in het Kremlin. Wanneer nam Poetin precies de beslissing tot de invasie? Was het een teken van zelfvertrouwen of juist een wanhoopsdaad?

Sluitende antwoorden op die vragen zullen niet gevonden worden, zolang Poetin aan de macht is en de archieven gesloten blijven. Bovendien, schrijft Van Bladel, zijn geluk, toeval en militair talent vaak doorslaggevende factoren waar militaire inlichtingen het laten afweten. Dat gegeven ontslaat westerse leiders echter niet van hun verantwoordelijkheid om zich beter te wapenen tegen toekomstige Russische dreigingen. Hij pleit voor een herziening van het moderniseringsproces, maar ook „een fundamentele verschuiving in de militaire mentaliteit”. Welke stappen de NAVO-landen daarin al zetten, zal in juni zichtbaar worden op de NAVO-top in Den Haag.

Door zijn historische en semi-wetenschappelijke inslag mag Land van het Grote Sterven op het eerste gezicht ietwat taaie kost lijken, dankzij Van Bladels diepgaande kennis van Rusland en zijn beknopte en heldere pen, vormt het een onmisbaar boek voor wie de Russische oorlogsmentaliteit wil doorgronden en een beter begrip wil krijgen van de oorzaken van de oorlog in Oekraïne.

Fictief scenario

Goed getimed is ook het essay Als Rusland wint van de bekende Duitse defensiespecialist en hoogleraar Internationale politiek Carlo Masala. Aan de hand van een fictief scenario, dat door veel militaire analisten als zeer aannemelijk wordt beschouwd, zet hij uiteen waar een Russische winst in Oekraïne in de komende paar jaar toe kan leiden. In Masala’s boek geen ‘eind goed, al goed’ waarin Europeanen koppig willen blijven geloven. In ruim honderd bladzijden beschrijft Masala hoe een ‘perfecte storm’ er voor Europa op de korte termijn uit zou kunnen zien, als we niet snel handelen en onze defensie op orde brengen.

In Masala’s scenario is de oorlog in Oekraïne net beëindigd en heeft Poetin zich teruggetrokken in de coulissen. Zijn opvolger, de jonge, moderne Obmantsjikov lijkt een vreedzame hervormer te zijn. Maar schijn bedriegt: hij besluit zijn strijdkrachten het Estse stadje Narva te laten bezetten om met deze ‘speldenprik-tactiek’ een reactie uit te lokken van de NAVO en zijn artikel 5-principe te testen. Is een aanval op één inderdaad een aanval op allen?

Waar de risico’s voor Moskou beheersbaar zijn (het kan zijn leger immers zo weer terugtrekken), leidt de schaamteloze Russische actie in Europese en NAVO-hoofdkantoren tot kortsluiting in de besluitvorming en tot een internationale kettingreactie van gebeurtenissen. Terwijl Europa worstelt met zijn artikel 5-verplichting, krijgt het tegelijkertijd te maken met een door Rusland kunstmatig gecreëerde vluchtelingengolf aan de zuidflank. Ondertussen trekken de VS zich steeds verder terug in hun isolationistische bubbel en maakt China handig van de gelegenheid gebruik om zijn eigen doelen in de Stille Oceaan te verzilveren.

Als je Masala’s essay uit hebt, besef je hoe reëel zijn scenario is. Als Rusland wint is dan ook een onversneden militaire dystopie met een ijzingwekkend actuele lading.