Het leven van een ufo-meldpuntbeheerder moet frustrerend zijn. Honderden waarnemingen van onbekende vliegende objecten komen elk jaar binnen bij het Belgische ufomeldpunt.be, opgericht door Frederick Delaere en Wim van Utrecht.
Keer op keer zeggen welwillende ufo-sceptici na onderzoek: weer geen bewijs van bezoek door buitenaardsen. Het was toch een vliegtuig, een weerballon, een planeet, de maan, een insect, knutselwerk van een grappenmaker, een meteoor, soms zelfs een droom… Voor de meeste meldingen geldt dat er gewoon te weinig gegevens zijn.
In het duimdikke en rijk geïllustreerde UFO schrijven de twee Vlamingen met humor op wat ze van decennia ufo-jacht geleerd hebben: geduld, en veel nuchtere scepsis. De schreeuwerige cover (‘niet te geloven!’) met een oplichtende ronde ufo strookt niet echt met die boodschap.
We leren waarom ufo’s rond zijn. In 1947 ziet de Amerikaanse piloot Kenneth Arnold vanuit zijn vliegtuig negen sikkelvormige objecten langsschieten. Hij beschreef hun beweging als die van schoteltjes die je over het water keilt. Een journalist schreef vervolgens over die ‘vliegende schotels’ en legde zo de vorm vast van duizenden buitenaardse ruimteschepen die later gespot werden.
1947 is sowieso een rijk ufo-jaar, want dan stort bij een luchtmachtbasis Roswell in New Mexico de spraakmakendste weerballon aller tijden neer. De nogal gewone ‘rubberen strips, aluminium folie, dik papier en stokjes’ die de Roswell Daily Record vermeldt, zijn inmiddels gemythologiseerd tot geheime verzamelingen van ruimteschepen en aliens op sterk water, al decennia onder de pet gehouden door de autoriteiten.
Ook Europa blijft niet ufo-vrij: Frankrijk kende in de jaren tachtig bezoeken van les Martiens, en België was rond 1990 in de ban van driehoekige ufo’s, bij nader onderzoek de lichten van laagvliegende militaire AWACS-radarvliegtuigen.
De recentste ufo-golf speelde zich online af: drie video’s geschoten vanuit Amerikaanse jachtvliegtuigen. De wazige vlekjes zijn te verklaren als twee vliegtuigen en een weerballon, gefilmd onder verwarrende omstandigheden. Onderzoek door het Pentagon leverde teleurstellende resultaten op.
Toch blijven de auteurs geduldig uitrukken. Behulpzaam is een reeks tips: maak foto’s en schetsen, onthoud waar je was, en beschrijf je ervaring zo snel mogelijk, want herinneringen zijn plooibaar. De auteurs beschrijven opgehelderde meldingen, maar ook een paar die ook na uitgebreid onderzoek nog altijd niet verklaard zijn (‘maar niet onverklaarbaar’).
Toch is de ufo-jacht niet meer wat hij geweest is. Juist nu iedereen altijd een camera bij zich heeft doen de buitenaardsen niet meer leuk mee. Waar ze vroeger nog weleens wilden landen, uitstappen en op aardlingen afstappen – een enkele getuige meldde zelfs een woeste vrijpartij – blijven ufo’s nu liever als dubbelzinnig vlekje door de lucht schieten.
